VOOR VAST WERK OFFICIEELE BERICHTEN. TOONEELNIEUWS. ADVERTENTIEN. en goed loon, vraagt men dadelijk een bekwamen uE< HANGEKSKlVEOlI'fliefst gehuwd. Zij die bewijzen van goed gedrag kunnen overleggen hebben de voorkeur. Franco brieven onder letter ff. aan het Bureau dezer Cou rant. WOENSDAG 6 MAART, des namiddags ten S uur. DONDERDAG 7 MAART, (en 5 uur, Natuurkunde, Natuurt, historie en Geneeskunde, Griekschc en Tat. Schrijvers, Taalkunde enz., Reisbeschrijvingen, Aardrijkskunde, Atlassen, de' Hollandsche matroos, die gedurende den nacht had moeten helpen waken, in slaap was gevallen; daar echter nog drie tolbeambten zich aan boord bevondenblijft de zaak even raadselachtig als vroeger. Te Accrington, in Engeland, heeft Vrijdag morgen eene hevige uitbarsting van ontplofbare stoffen plaats ge had. Dit gebeurde in een magazijnboven hetwelk eene armenschool was gebouwd. Het was juist tijdens den school tijd, en daar bij de ontploffing niet alleen een gedeelte van het gebouw uit elkander schokte, maar onmiddellijk ook in brand stond, gelukte het slechts met veel moeite, om door middel van ladders de meeste kinderen door de ramen te redden. Bij nader onderzoek is evenwel gebleken, dat eenige kinderen in de vlammen zijn omgekomen; men heeft althans reeds diertien lijken gevonden en vreest dat het daarbij niet zal blijven. Volgens Maandag ontvangen bericht uit Japan, heeft den 14den Dec. te Jeddo een brand gewoednog erger dan die van 26 Nov. te Vokuhama. Bij de afzending van dit bericht uit laatstgenoemde plaats, waren de bijzonderheden dezer ramp aldaar nog niet bekend, doch, naar men zeide, had de brand zich uitgestrekt over eene uitgestrektheid van 4 mijlen. Men verneemt dat de vlammen het eerst wa ren uitgebroken nabij de Niphon Bashi, de groote brug, waarop verschillende wegen en straten uitkomen, en dat het vuur ook is doorgedrongen in de wijk der gouverne mentsgebouwen, terwijl er vermoeden bestond dat de oor zaak van het onheil aan kwaadwilligheid moest worden toe geschreven. Te Yokuhama was men, sedert den genoemden brand van 26 November, zoo ijverig aan het werk geweest met het herstellen der schade, dat een gedeelte reeds na genoeg herbouwd was. Bij deze gelegenheid heeft de Brit- sche gezant, in overleg met de EranscheNederlandsche en Amerikaansche gezantenmet het Japansch gouverne ment eene overeenkomst gesloten, tot eene aanmerkelijke verbetering in den aanleg der stad. Burgemeester en Wethouders vau Leyden doen te weten, dat de in schrijving van nieuwe leerlingen op de openbare scholen voor on-en min vermogenden zal plaats hebben van den 4den lot den 16dcn Maart e. k., in de schoolloealen in de Rijnstraat, in de Brandewijnsteegop de Bin nenvestgracht aan het plantsoen, en op de Oude Vest, des voormiddags van half negen tot negen uren en des namiddags van half twee tot twee uren, behalve des Zaturdags namiddags en des Zondags. Vergadering van den Gemeenteraad van Leyden, op Donderdag 7 Maart 1867, 's namiddags te twee uren: Onderwerpen: 1°. Benoeming van een lid in de plaatselijke Commissie van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs. 2°. Benoeming van twee leeraars voor de wis- en natuurkunde aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs, 1ste klasse, voor meisjes, bij de 1ste afdeeling. 3°. Concept-verordening houdende wijziging van art. 1 der ver ordening van 16 Augustus 1866 (Gemeenteblad N®. 29). 4°. Adres van J. van Loghem, tot definitieve benoeming als leeraar in het boekhouden aan de instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. 5°. Voordragt tot uitbetaling van de jaarwedde van den leeraar in de plant- en dier kunde aan de instellingen voor hooger en middelbaar onderwijsaan hen die tijdens de vacature met dat onderwijs zijn belast geweest. 6°. Con cept-verordeningen regelende de heffing en invordering eener plaatselijke directe belasting. 7°. Concept-verordeningen regelende de heffing en in vordering van opcenten op de rijks personeele belasting. 8°. Financieele voordragt tot vinding van onkosten op den verkoop van gemeente-eigen dommen gevallen. 9°. Verzoek van J. M. Dieben, tot het leggen van eene brug over de singelsloot tusschen de voormalige Witte- en Koepoorten. 10°. Adres van Vro. J. Mogge Pous wed. Mr. E. A. van Dongen c. s., tot afsluiting van de Vleeresteeg. 11°. Suppletoire staat van begrooting van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, over 1866. 12°. Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, over 1866. Maandag 4 Maart. 'Fadetta, of de kleine tooverheks", dat door het gezelschap van de heeren Boas en Judel9 werd opgevoerd, is zeker een der beste stukken var. den laatsten tijd. Het is een landelijk tafereel, vol kleur en leven, en de karakters der verschillende personen zijn natuur lijk geschetst. Het stuk boeit van het begin tot het einde, en wat vooral veel zeggen wil eene schoone, zuivere idee ligt er aan ten grondslag. Wij zien hier als het ware eene kostbare parel, die door de kracht der liefde wordt ontrukt aan het slyk. Fadetta, bijgenaamd de krekel, is van de maatschappij uitgesloten en wordt door alle dorpelin gen bespot en veracht, omdat zij slecht gekleed gaat, leelijk is en in het wild rondloopt. Hare opvoeding i9 geheel verwaarloosd en daar niemand haar vriendschap bewijst is zij ook tegen iedereen ruw en boosaardig. Wordt zij door anderen gekweld, zij geeft hun die plagerijen vaak met woeker terug. Zij weet nu eenmaal dat zij leelijk en veracht is, waarom zal zij dan moeite doen om haar toestand te verbeteren? Die toestand ontlokt haar echter dikwijls de bitterste tranen; haar hart is waarlijk goed; als men liefderijk jegens haar was, dan zou zij die vriendschap ook dubbel teruggeven. Ziedaar de ruwe diamant, die slechts op het polijsten wacht en de jonge Landry is de man, die dat werk volbrengt. Nadat zij hemtoen hij 's nachts in het bosch verdwaald was, den weg langs een zeer gevaarlijke plaats heeft gewezenverdedigt hij haar moedig tegen den lagen moedwil zijner makkers, en is de eenige die opmerkt dat die ver achte 'krekel" meer is dan zij schijnt. Hij spreekt haar vriendelijk toe, wijst haar op hare gebrekenen zegt wat ze doen moet om haar lot te verbeteren. Deze voor haar zoo ongewone taal brengt haar tot nadenken. Om aan Landry te behagen wil zij alles beproeven. Uit liefde voor hem legt zij hare ruwe manieren af, verbetert hare kleederen en weldra is de herschepping volkomen! Mw. Corijn had dit karakter blijkbaar grondig bestudeerd eu speelde haar rol zoo natuurlijk en naïef, als men zich bij mogelijkheid verbeelden kan. Haar jongensachtige boosaardigheid tegenover Madeion en Beaucadet was alleraardigst. Haar muts waarmee zij bij den dans prijkte, had wel wat sierlijker kunnen wezen; zoo'n tooisel is zelfs voor eene Fadetta te leelijk. In het tweede bedrijf zag zij er geheel anders uit dan te voren en was zij een hoogst bevallig meisje, en ook om die reden moet Fadetta zich in het eerste bedrijf niet leelijker voordoen dan noodig is, opdat het verschil niet ounatuurlijk groot moge worden. Hare scène met vader lar- beau, wien zij het bespaarde geld laat zien, was recht ongekunsteld Ook de heer Van Biene mag hier niet voorbijgegaan worden. Het spel der overige vertooners verdient evenzeer allen lof, het koor in het tweede bedrijf alleen uitgezonderd. Het nastukje voldeed goed, vooral door het vroolijke spel van Mw. Co- rijn. De vlugheid waarmee zij telkens van kleeding verwisselde was bewo n- derenswaardig Voor de menigvuldige blijken van belangstelling, die ik ontving bij de bevalling mijner echtgenoote, betuig ik, ook namens haar, welmeenenden dank. S. H. MOLENBROEK. Leiden, 5 Maart 1867. De Heer en Mevrouw WTTEWAALL betuigen hunnen hartelijken dank voor de veelvuldige bewijzen van deelne ming, ondervonden bij het overlijden van hunne geliefde Zuster en Schoonzuster Mejufvrouw A. J. WTTEWAALL. Leiden, 5 Maart 1867. De JONGELINGS YEKEENIGING Pred MIQfBp 12 vs. la, richt langs dezen weg een vriende- lijk verzoek aan hunne begunstigers en be langstellende vrienden. Hun lokaal is te klein geworden om de vele kinderen des Zondags op hunne Zondagscholen eene plaats te geven, en de kinderen wegzenden dat kun nen of mogen zij niet. Daarom vraagt zij vriendelijkrnogt iemand genegen zijn eene KAMER of ander LOKAAL één uur des Zondags tot dit doel te willen afstaan, dit schriftelijk met den huurprijs voor 1°. April op te geven bij den Boekhandelaar A. A. RENSINK op de Breedsti-aat. Namens het Bestuur, afdeeling Zondagscholen J. BURGER, President. zal de Boekhandelaar J. W. YAN LEEUWEN ver. koopen, de boeken over Staatkunde, Staatsregt, StaathuishoudkundeWetgevingNotariaat eu Indisch regt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 3