N°. 2166. Maandag A°. 1867., 4 Maart. Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam: te 7 n. 55 m.; 10 u. 1 m.; 12 u. 41 m.; 3 u. 37 m.; 6 u. 6 m.; 9 u. 5 m.; naar Haarlem en Amsterdam: te 8 u. 43 m.; 11 u. 43 m.; 2 u. 42 m.; 4 u. 45 m.; 9 u. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtend 4 u., de overige dagen, 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, dagelijks n/m. te 2 u. Des Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de {Nieuwstraat: 's morg. te 7 u. 50 m. en te 10 u. 50 m.; 's namidd. te 3 u. 35 m.; '9 avonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen te 10 u. 50 m. en 3 u. 35 m. 's namiddags. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. West-Indische den 144en en voorlaatsten van elke maand. Rijkstelegraaf. Dagelijks geopend van 8 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf dagelijks van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 m. '9av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donder dag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uren. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11 uren. President der Commissie van Fabricage des Zaterdags van 111 uren. Bureau der Plaatselijke Secretarie, open dagelijks van 104 uren. Thesaurie, alle werkdagen, behalve Zaterdag, van 9—2 uren; Zaterdag van 912 uren. De Gemeente-architect is te spreken op het Raad huis, eiken werkdag 's morgens van 121 uren. Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnzen dagelijks van 9—1 uren en van 4—6 uren; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2 uren; van Zegel en Registratie dagelijks van 84 urenvan de Hypotheken en het Kadaster van 9—4 uren. Onze politieke toestand. III. Is de Tweede Kamer in hare rechten verkort of zijn er nog altijd overvloedige blijken, dat de strijd tot bemees- tering van het bewind niet is opgegeven Uit de stem ming over ieder hoofdstuk der begrooting zal het open baar wordenin hoeverre het doel der ontbinding is bereikt en de eendrachtige samenwerking der grondwettige mach ten beter is verzekerd. Maar waarop zal de stemming uit- loopen? "Wij houden het er voordat juist de verschillende listen en lagen, die aan het ministerie werden gelegd, er toe zullen leiden, dat weder eene aaneengesloten meerder heid zich moet vormen, om een bewind te ondersteunen dat in onzen tegenwoordigen toestand bij de verwarring, die er onder de staatkundige partijen heerscht, hoogst moeilijk zou kunnen worden vervangen. De heer Keuche- nius heeft eene karakterschets van de liberale partij gege ven waaruit blijktdat hij daaronder telt de partijdie men ten onrechte den naam geeft van conservatief, maar werkelijk niets anders is dan liberaal in eene anti-Thor- beckiaansche richting. Zulk eene richting kwam in Maart 1866 aan het roer, want 't was een liberaal, op koloniaal gebied anti-Thorbeckiaanschministerie. In hoever de heer Keuchenius tot die of tot de anti-revolutionnaire partij be hoort is ons en wellicht velen met ons nog niet duidelijk ge worden maar zooveel is zekersedert de optreding van het tegenwoordig bewind heeft er toenadering plaats ge had tusschen de Thorbeckianen en Puttianen, en als wij dat aanschouwen zeggen wij met een oud schrijver: //Ons walgt van sooveel lafs." Onuitwischbaar blijft de indruk, die de scheuring in het ministerie-Thorbecke met de daar mede gepaarde gebeurtenissen in Maart 1866 heeft gemaakt op het gemoed van hem, die aan de zuiverheid van staat kundige beginselen en de eerlijkheid der toepassing ge loofde. En als men nu weder elkander de hand reikt, om een nieuw bewinddat in zijn optreden het bewijs gaf van de machteloosheid der oude Thorbeckiaansche partij te vormen, te bestooken, dan is er uit zulk eene be- ginsellooze verbroedering, die slechts uit eerzucht en eigenbaat is ontstaanniets goedsmaar veel kwaads voor koning en vaderland te wachten. De dagen, die wij be leven, geven daarvan op nieuw treffende bewijzen. Ts er eene kalme en rustigeeene grondige en onpartijdige behan deling van dien gewichtigen toestand van 's rijks geldmid delen op te merken? Als ter loops werd daaraan de aan dacht gewijd en dan nog, om persoonlijkheden op den voorgrond te stellen en partijvergoding te beproeven.Wat heeft de Nederlandsche natie te maken met dat gekra keel dat veeleer in de pause en in de koffiekamer dan in de openbare zitting tehuis behoortMen twist over de grenzen, die er liggen tusschen de rechten der grondwet tige machtenterwijl men al twistende geen grenzen in acht neemt. Wat willen de volksvertegenwoordigers nog meer dan acht dagen achtereen zich te kunnen verlustigen in het oprakelen en opsommen van grievendie ze tot per soonlijke zelfverdediging dienstig achten? Zóó is onze politieke toestand bedorvenomdat de vrijzin nigheid en vrijgevigheid, waarvan onze staatkundige instellin gen de blijken dragen in de handen van eer-, heersch- en zelf- zuchtigen tot overheersching en despotisme te kunnen leiden. Dat er van 1848 tot 1867 zooveel ministeriën aan het bewind zijn geweest, niettegenstaande de liberale beginselen bij de natie ingang en steun vondenis wel een bewijs dat er een kwaad schuilt in den boezem der volksvertegenwoordiging. Is er ooit sprake van terugkeer tot vroegere toestanden? Wil men wat bestaat afbreken Geen schijn of schaduw. Het regeeren onmogelijk maken, om zelf weer aan het bewind te komen, dat kost de natie jaarlijks eene aanzienlijke som voor pensioenen en daarbij veel onrust en verdrietdewijl het tweespalt en partijschap baart. Hoevelen zijn er, die met den heer Van Nispen van Se- venaereen bij alle partijen zeer geacht en geëerd lid der Tweede Kamer, instemmende, zeggen: //ik was steeds een oprecht voorstander van onze grondwettige instellingen en deed dit meermalen blijken; maar de voortdurende wisselingen van ministeriën en het bestormen van ministerieele zetels hebben 's lands belangen benadeeld en de eerbied voor de volksvertegenwoordiging doen verminderen." En wat ons betreft, die met den heer Thorbecke toch ook kunnen zeggenoud soldaat (geen oud-soldaat) te zijn voor de rechten der volksvertegenwoordiging in den ne- derigen kringwaarin wij ons bewegenen met de wape nen die ons ten dienste stondenwij erkennen gaarne daar voor meer gestreden te hebben dan voor de rechten der kroon en van ministeriën. Maar toch zijn wij niet blind of onverschillig gebleven omtrent het onberekenbare be lang dat de natie heeft, dat de grondwettige machten binnen de grenzen blijven harer grondwettige bevoegdheid. En nu hadden wij gewenschtdat Mr. Thorbeckede oude soldaatop zijn post was geweest bij de beraadslagingen over de motie-Keuchenius en zijn advies, dat hij nu eerst LEIDSCH DAGBLAD Voor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer 0.12^. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels 0.90"; iedere regel meer f 0.15.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1