EEN STOKER-MACHINIST CAECILIA, I MEI TE HUUR, TE LISSE, onthalenmet hetzelfde doel begeeft hy zich naar Philadel phia ChicagoCharlestonNew-Orleans enz. Omtrent het vreeselijk ongeluk in Regentspark te Londen, verneemt men nader de volgende bijzonderheden. Buizende menschen jong en oud vermaakten zich op een der wateren van genoemd park met schaatsenrijdentoen eensklaps het ijs brak en 200 personen in het water vielen. De on- gelukkigen trachtten zooveel zij konden den oever van een nabijgelegen eiland te bereiken. In weinige minuten was deze met doornatte, van koude rillende menschen bedekt. Niet allen echter, die zich op de gevaarlijke plek gewaagd hadden, bevonden zich in veiligheid; het aantal vermisten werd op 20 a 50 personen begroot. In de weinige booten die beschikbaar waren voeren beambten der reddingmaat- schappij heen en weder, om met hunne haken den bodem des waters te onderzoeken. Eenige vermisten werden nog tijdig genoeg aan wal gebrachtom hen door spoedige hulp in het leven te behouden. Toen het duister werd, waren nog slechts 6 lijken gevonden; de nasporingen werden by fakkellicht voortgezet. Mannen en vrouwen verdrongen el kaar, zoekende naar hunne bloedverwanten. Een heer was met moeite gered en in het leven teruggeroepenzijn eerste vraag was: //Waar is mijn zoon, myn eenigen zoon?" Die vraag gold een doodede zoon die met zijn vader op het ijs was geweest bevond zich onder de verdronkenen. Tot Vrijdag avond waren 41 dooden uit de wateren op gehaald; men vermoedt dat nog meer lijken onder het ijs liggen en daarom worden de nasporingen zelfs met behulp van duikers, voortgezet. Eenvoudig treffend is het volgende bericht van een der geredde personen: Ik was, schrijft hy met myn dochtertje van 7 en mijn zoontjen van 11 jaren aan de hand, bezig met wandelen op het ijs en bevond mij misschien 70 el van den oever. Plotseling was het of het ijs onder onze voeten weggleed. Het water was op deze plaats 5 voet diep. Ik zag mijne kinderen zinkendoch spoedig weder boven ko men en had het geluk ze te kunnen grijpen. Zij klemden zich aan mij vast en ik hield hen met den rechterarmter wijl ik met de linkerhand my aan een stuk ijs bleef vast houden. Toen zag ik rondzulk een aanblik hoop ik nooit weder te zien. Zeker niet minder dan 150 personen worstelden met den dood. Overal rondom mij zag ik tusschen de stukken ijs hoofden, handen en armen. Twee el van mij af zonk een kleine jongen weg in de diepte en ik kon niets doen om hem te helpen. Bijna een half uur heb ik zoo gestaan en met iedere minuut zonken mijne voeten dieper in den modder; eindelijk had ik nog slechts het hoofd boven wa ter; de kramp begon mijne beenen krachteloos te maken. Ik zei mijn zoontje, dat hij met mijn wandelstok zou zwaaien, en vroeg hem of er nog niemand tot hulp opdaagde. Het volgende oogenblik antwoordde hy vader er komt een man naar ons toezwemmen. Ik zag om en werkelijk naderde red ding. Ik gaf mijn meisje, dat mij eerst niet wilde losla ten over aan den dapperen menschenvrienddie met haar naar een boot zwom, welke ons naderde. Ik hielp, toen de boot bij ons was, myn zoontje daarin; zelf klemde ik my aan den rand daarvan, uit vrees, dat bij het inklimmen de boot mocht omslaan en bereikte aldus gelukkig den oever. Twee Corsicaansche soldaten van de garde, Ciosi en Agostini, ter dood veroordeeld wegens moord, zijn Maandag morgen te Parijs onder den toeloop eener groote volksme nigte gefusilleerd. De eerste heeft zich tot het laatste oogen blik zeer koelbloedig gedragen; de tweede was zóó zwak, dat hij op weg naar de strafplaats twee malen ter aarde viel. De soldaten, met de uitvoering van het vonnis belast hebben vuur gegeven zonder kommando, op een enkelen wenk van den adjudant. Daar Agostini nog teekenen van leven gaf, naderde hem een sergeant en verbrijzelde hem de hersens met een pistoolschot. De generaal Mellinet, grootmeester der Vrijmetselaars in Frankrijk, heeft onlangs bij circulaire aan de verschil lende Fransche loges kennis gegeven van een door het Groot- Oosten genomen besluit, om zich aan het hoofd te plaatsen eener vereeniging, die ten doel heeft het lager onderwijs aan te moedigen door het toekennen van jaarlijksche prij zen of belooningen, hetzij aan de onderwijzers en onderwij zeressen hetzij aan de leerlingenalsmede door het oprich ten van lagere scholen en van scholen voor volwassenen. Uit Point de Galie Wordt van 10 Januari gemeld, dat het barkschip Koning Willem III, kapt. Vellenga op Anambas totaal verongelukt is; de equipage is gered. Den heer Bennet, eigenaar van het jacht //Henrietta", is te Parys door de aldaar resideerende Amerikanen een schit terenden maaltijd aangeboden. Op het laatste bal in de Tui- leriën hebben de keizer en de keizerin hem persoonlyk met zyne overwinning geluk gewenscht. OFFICIEEL NIEUWS. Burgemeester en Wethouders van Leyden doen te we ten dat het register van inschryving en de alphabetische naamlijst der in 1866 voor de Nationale Militie ingeschre venen, van den 28sten tot den Sisten dezer maand, ter gemeente-secretarie voor elk ter lezing worden nedergelegd dat bezwaar tegen register en lijstbinnen den tijd der nederlegging, kan worden ingebragt aan den Commissaris des Koningsschriftelijk op ongezegeld papierby den Bur gemeester in te leveren. Advertentiën. Bevallen van een ZoonJ. C. KONINGSBERGER- Tieleman. werk begeerende, vervoege zich in Persoon of met gefrankeerde Brieven onder Letter A. aan het Bureau dezer Courant. Loon naar bekwaamheid. TE IIUUK, tegen Mei of eerder, een HUIS, bevattende twee beneden en drie bovenkamers, met vliering, keuken en kelder en berging voor turf en hout, staande bij het dorp Sassen- heimaan den straatweganderhalf uur van de stad Lei den. Franco te bevragen by den Heer N. HUIG, Mr. Tim merman te Sassenheim. ECHT EHEMANNS KITZINGER LAGER BIER. ALLSOPPS INDIA PALE EN SCOTCH ALE, op GROOT en KLEIN FUST. G. P. ITTMANN ZOON. Rotterdam. Commissionairs Expediteurs. Door de Boekhandelaren J. VAN BAALEN ZONEN, te Rotterdam.is verzonden het Eerste Nummer van den vier-en-twintigsten Jaargang van ALGEHEEN MUZIEKAAL TIJDSCHRIFT VAN NEDERLAND. Binnen- en Buitcnlandsche Correspondenten: De Heeren J. G. BASTIAANSJ. B. H. BREMER, FRANS COENENJ. A. VAN EIJKENG. J. VAN EIJKENGUST. FLUGEL, W. FREYSTaTTER, ALBERT HAHN, G. A. HEINZE, RICHARD HOL, MATINO, A. G. R1TTERWILHELMUS SMITS en anderen. INHOUD: Beoordeeling. Binncnlandsche Berigten. Staat en Overzigt der Afdeelingen van de Maatschappij tot Bevorde ring der Toonkunstgedurende 1865—1866, Amsterdam, Hazerswoude, 17 Januarij 1867. eeD droog, zuiver HEERENHUIS met TUIN, het huis bevattende zeven kamers, met marmeren gang, droogzolder, vliering, keuken, kelder, regen- en weiwaterpomp en wat verder tot eene goede welingerigte woning behoort. Franco brievenadres J. van AALST te Lisse.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 3