verkrijgenzich bij onze scherpschutters am te sluiten, en
evenzoo is het nagenoeg algemeen gesteld zij van wie men
de ruimste medewerking had kunnen verwachtenzij die
door jaren, stand, betrekking, overvloedigen tijd, stoffe
lijke middelen enz., het meest in de gelegenheid verkeer
den, hetzij als werkend lid, hetzij minstens als donateur
van hunne belangstelling in eene die in zoo ruime mate
verdienende zaak te doen blijkenschitteren in onze Ver-
eeniging door hunne afwezigheidof betoonen zich evenzeer
bezorgd voor hunne beurs als voor hun' persoon.
Het schaadt niet soms de waarheid te zeggenal werkt
men daarmede weinig uit, en wij vleien ons niet, bij den maar
al te duidelijken flauwen weinig prijzenswaardigen zin der
jeugdige, krachtvolle bevolking van mannelijken leeftijd, bij
de geringe medewerking der verschillende standen, zoo on
beduidend, dat zij schier niet noemenswaardig is, bij den
angst der meeste meervermogenden om zoo al niet hunne
personen, minstens eene geringe bijdrage, voor een edel,
vaderlandsch doel veil te hebbenwij vleien ons nietzeg
gen wij, dat bij zoodanigen onmiskenbaren geest, onze
woorden veel helpen zullen, of de weinig vatbare gemoe
deren verwarmen en aansporen kunnen. Wij moeten ons dus
tevreden stellen met de geringe ondervondene medewerking,
maar des te meer volharden ten einde eenmaal te meer het
bewijs te leveren, dat ook ontalrijke Vereenigingen levens
kracht bezittendat een klein maar rein getal ook wat
goeds en duurzaamst weet te stichtenen als beschamend
voorbeeld voor zoo velen die konden, ja dienden, maar
niet verkozen samen te werken. Wij zullen handhaven nLa
valeur nattend pas le nombre des annéeszoo ook zul
len wij toonendat kleine, nederige Vereenigingen in hun
eigen boezem datgene kunnen vinden, wat velen soms van
buiten moeten ontleenendat zij in tijden van gevaar van
overwegend nut kunnen zijn; en zijn die tijden eenmaal
daar, het vaderland zal voorzeker onze zwakke maar wel
gemeende pogingen niet versmaden, onze kleine schaar onge
twijfeld hooger schatten dan hel groot getal van Leiden's
jongelieden of andere nog geschikte ingezetenen, die bewij
zen er niets voor over te hebbendaar zij zelfs reeds ver
smaden het eerste en geringste blijk van belangstelling en
medewerking - waartoe men huu de gelegenheid aanbiedt -
te geven.
Bij het in zijn geheel weinig bevredigend resultaat, te
duidelijk om het te willen verheelenconstateeren wij ech
ter menige verblijdende uitzonderingde bescheidenheid der
personen uit meest alle (niet alle) rangen en standen ver
biedt ons namen te noemen doch dit mogen wij zeggen
zonder iemand te kwetsendat de heeren hoogleeraren van
Leiden's Hoogeschool op onze vrij donkere scire ts de betrek
kelijk helderste lichttinten werpenonze Vereeniging is er
fier op 5 hunner als werkende leden -en 6 als donateurs
te hebben.
Mochten zoodanige voorbeelden en nog andere die wij
overbodig achten aan te duidentot algemeenen spoorslag
strekken, en zoo dat ook al niet het geval mag wezen,
toch de leden onzer Vereeniging aanmoedigen, om op den
ingeslagen weg voort te varen en daadwerkelijk te toonen
dat zij althans, beter dan door woorden, iets voor het va
derland over hebben; dat hun hart krachtig slaathun bloed
nog warm is, wanneer het de belangen van den dierbaren
geboortegrond, de bestendiging der onafhankelijk geldt.
Laat ons krachtig aaneengesloten blijven, buiten den invloed
der duizendtallen ingezetenen, die zich onthielden om zich bij
ons aan te sluiten, en laten wij de hoop niet opgeven, dat
ons voorbeeld ten laatste tot opwekking en navolgiug strekke
ook het goede, van nederige beginselen uitgaande, is soms
vermogend genoeg, om te eindigen onwederstaanbaar op de
massa's te werken daar heilzamen invloed op uit te oefenen.
Welaan dan! dat de aarzeling van ieder warm Vaderlan
der ophoude, dat hij zich bij ons aansluite; onze Vereeni
ging kent rang noch stand, rijkdom noch geboorte; een
ieder die zich gedraagt de Eer waardig tot haar te behooren
kan daarin opgenomen wordenen met genoegen wordt den
zoodanigen eene plaats in onze gelederen ingeruimd.
Gij! Mannen in de kracht des levens, toont uwen echt
Nederlandschen zin en spoedt u in uw belang en in dat
der oefeningen, die door laat toetreden niet bevorderd wor
den u bij ons aan te meldengijMannen van hoogge-
vorderden leeftyd toont dat gijuw ondanks geen werkdadig
deel aan onze Vereeniging kunnende nemen toch ook van
uwe belangstelling wilt doen blijkendoor als donateur toe
te tredenwaarbij gij ons nog den zeer wezenlijkenzeer
gewaardeerden dienst kunt bewijzen, een geschiktmaar min
der bemiddeld persoonals lid voor te stellen en te doen
opnemen.
Dat deze welgemeende aansporing bij eenige mijner mede
ingezetenen weerklank vindeis den oprechten wensch van
Een lid der Leidsche Scherpschutters-
Vereeniging.
Binnenlandsch Nieuws.
Z. M. heeft aan R. F. Van Lansbergegouverneur
van Suriname op zijn verzoek op de meest eervolle wijze
en onder dankbetuiging voor de vele en langdurige door
hem aan den lande bewezen diensten ontslag verleend uit
zijne gemelde betrekking, met behoud van aanspraak op
pensioen, en W. H. J. van Idsinga, thans gouverneur der
Ned. bezittingen ter kuste van Guineabenoemd tot gou
verneur der kolonie Suriname; voorts Mr. E. A. van Em-
dengouvernements-secretaris in de kolonie Suriname, be
noemd tot ridder der orde van den Ned. Leeuw.
In den nacht van 3 dezer ontstond er brand in de
huizing van den heer Kennekens, onder de gemeente Beek
nabij Maastricht. De huizing bestond uit woonhuisbrou
werij branderij en stalling. De brand schijnt ontstaan te zijn
in de esdedienende tot droging van het mout; het vuur
heeft zich aan het woonhuis medegedeeldhetwelk ook ge
heel is uitgebrand, terwijl door de krachtige hulp der spui
ten van den heer P. Regout en der heeren Schrammen de
overige gebouwen gespaard zijn gebleven. De schade is nog
niet bekend.
Bij de buitengewone verkiezing van twee leden voor
den Gemeenteraad zijn heden Dinsdag uit de 1ste afd.
(Wijk I 2 3 en 4) van de 664 kiesgerechtigden opge
komen 394 en uit de 2de afd. (Wijk 5 6 7 8 en 9) van
de 7 94 kiesgerechtigden 42 8 kiezers en dus van de 14 5 8
kiesgerechtigden 82 2 kiezers.
De alhier gevestigde Typographische Vereeniging Laurens
Jansz. Coster vierde op Koppermaandag weder feest in de
Stads-Gehoorzaal op de Breestraat, die haar tot dat einde
Uit dat verslag bleek, dat de Yereeniging zich ook had
doen vertegenwoordigen op het congres van Typografen, dat
te Amsterdam op Paaschmaandag van 186 6 werd gehouden
en medegewerkt tot het vestigen van eene hoofdvereeniging
onder den titel van //de Nederlandsche Bond," waarvan
een tak binnen Leiden gevestigd is gewordenvoorts dat
het aantal contribueerende leden is verminderd door het
bedanken van 11 en het overlijden van 2 leden en ver
meerderd door de aanwinst van 9 nieuwe ledenzoodat
het getal thans 7 8 bedraagt; dat een bedrag van f 25 0
is uitgekeerd aan ziekengeld en de rekening nog een batig
j door het stedelijk bestuur kosteloos was ten gebruike gege-
j ven. De Burgemeester, de Wethouders Stoffels en Hubrecht
en het raadslid Scheltema vereerden dit feest met hunne
tegenwoordigheid; vele donateurs hadden ook aan de uit-
noodiging beantwoord. De voorzitter W. Copier opende het
feest met een welkomstgroet aan de talrijk bijeengekomen
feestgenootenherdacht het kwade en het goede dat het
afgeloopen jaar had opgeleverdhet bedroevende in het
treffend verlies van den Beschermheer Mr. D. Tieboel Sie-
genbeek, van den penningmeester Holtz, van het jeugdig
lid De Ridder, het verblijdende in de aanvaarding van
het beschermheerschap door den nieuwen burgemeester Dr,
W, C. van den Brandeler, in het buitengewone voorrecht
dat het lid H. G. Gronloh genoot, daar hij 60 jaren als
boekdrukker werkzaam geweest waswaarvan 36 jaren op de
drukkerij van den heer Drabbe, lofwaardig voor de patro
nen zoowel als voor den trouwen bediende, pleitende voor
hunne goede beginselen. De toespraken tot den nieuwen be
schermheer en den jubilaris gehouden werden door allen zeer
toegejuicht. Met eene vaderlandlievende opwekking ter
eere van Coster als uitvinder der boekdrukkunst, tegenover
de weder opgekomen bestrijding van die eer aan Nederland
toegekend, eindigde de voorzitter zijne warme toespraak,
waarop de secretaris Boekwijt verslag deed.