de plaats waar het vee begraven wastoen zij een honderd tal bóeren-arbeiders zagen aankomen waarschijnlijk met het doel om die vijf koeien weder op te graven. Een van de soldaten wilde zijn geweer in de lucht afschietenals sig naal om hulp van het hoofdkwartier te erlangen, doch door het beven van zijn hand zakte de loop van het geweer rn schoot hy een der arbeiders op de plaats dood. Hoe bedroevend een dergelijk voorval ook zyn mogeis het te wenschen dat deze gelegenheid de kwaadwilligen eindelijk tot nadeoken moge brengen en een ieder aan- spore om, elk in zijnen kring, mede te werken, ten einde dergelijke noodlottige uitkomsten te voorkomen. De bedaardheidwaarmede door de militairen bij derge lijke gelegenheden overigens wordt te werk gegaan, wordt allerwege zeer geprezen. Zaterdag 11. had te Nichtevecht een treurig ongeval plaats. De tuinman van den heer H. zou met den boeren wagen naar de stad ryden en nam den arbeider van de plaats met zich. Nauwelijks waren zij het erf afof het paard werd schichtig en reed voor de buitenplaats Otterspoor in de Vecht, met het ongelukkig gevolg dat de arbeider er het leven bij verloor; ook het paard verdronk. De tuinman kon zich gelukkig nog zwemmende uit den stroom redden. Uit Venlo wordt bericht datde beruchte Winand Göbels, beschuldigd van den moord op Reuther, te Venlo, en van dien op de huisvrouw Reuterte Geldern (Pruisen) gepleegden die in der tijd op last van deD officier van justitie te Roermond is aangehouden geworden, verleden Zaterdag door de jury te Kleef wegens beide moorden ter dood is veroordeeld geworden. - De Staats-Courant bevat het volgende overzicht van den stand der veeziekte gedurende de week van 2 5 Nov. tot 1 Dec. in het arrondissement Leiden. Te LisseSassenheim en vooral te Oegstgeest heeft de ziekte zich aanzienlijk uitgebreid, en, hoezeer in mindere male, ook in de andere gemeenten, in het noordwestelijk deel van dit arrondissement gelegen. Meer oostelijk brak ze te Nieuwveen uit, welke gemeente gedurende de jongste maanden was vrij gebleven. Te Aar- landerveen en Leimuidenwaar de ziekte een einde scheen te hebben genomenkwam weder menig geval voor. Minder hevig in verhouding tot de voorafgegane week was de toestand in de omstreken van Woerden. In die ge meente, te Waarder, Papekop, Hekendorp en Oudewater kwamen wat meer gevallen voor, maar te Langeruigeweide werden nu slechts 21 runderen aangetast, tegen 113 in de voorafgegane week. De zuidwestelijke streek bezuiden den Rijn leed meer. Te Hazerswoude, Benthuizen, Soeterwoude en Voorschoten werden veel meer runderen aangetast dan in de vorige we ken. Te ZwammerdamAlphenBoskoop en Katwijk ver anderde de toestand niet. In het geheele arrondissement zijn van 11-17 November aanget. 245 gest, 48, afgem. 155; 18-24 458 133 267 25 Nov.-l Dec. 913, 157, 312. Uit Lobith wordt ons van 16 December gemeld: In den afgeloopen nacht woedde hier een vreeselijke storm. Bij het aanbreken van den dag zag men in den Rijn drij ven of wel aan den oever spoelen luiken en andere voor werpen kennelijk van vaartuigen afkomstig. Spoedig ver nam men dan ook dat te Emmerik drie met steenkolen beladen vaartuigen waren gezonken. De opvarenden wisten zich in roeibooten te reddenterwijl een schippersknecht het touw dat de boot met het zinken de vaartuig verbond, willende lossnijden, door de duisternis misleid, over de hand van den schipper sneedterwijl die trachtte het touw los te knoopenzoodat de laatste bij het ongerief van in zijne kostwinning te zijn gestoordnog het vooruitzicht heeft nimmer meer zijn hand in vjorigen staat hersteld te zul len zien. Ds. E. H. Lasonderpred. te Loenen aan de Vecht, heeft het beroep naar de Ned. Herv. gemeente te Leeuwar den aangenomen. Uit Paramaribo wordt ons dd. 18 Nov. het volgende gemeld: Altyd nog drogen tijd en brandend heetOfschoon gewoonlijk de groote regentijd in Suriname in het begin van November aanvangt, hebben we tot hiertoe nog bijna geen drop water gehad. De wegen zijn daardoor in mul zand ver anderd de putten houden op water te gevende regen bakken zijn uitgeput en de slooten of grachten zoo goed als droog. De een moet nu maar bij den ander leentjebuur om water spelen en de meiden blijven uren lang weg, om van dat vooral noodige wat te verkrijgen, uit gratie, met eene schrobbeeringdat het nu voor het laatst is en zij niet meer behoeven terug te keerenEn we hebben toch zoo'n behoefte aan water't Is schandezoowel hier als in an dere oorden van de West, dat men zoo weinig zorg gedra gen heeft en nog draagt, om regenbakken aan te leggen. Er zijn maar zeer weinige huizen die ze hebbenandere vangen wat op in oude biervateneen enkele heeft een ijzeren regenbak. Het meeste water loopt weg en de minste daken hebben goten. Nu is dat wel geen groot ongerief als het alle dagen regent, want dan worden die vaten weder gauw gevuldmaar als menzooals nuin bijna drie maan den geen regen krijgt, dan begint het er leelijk uit te zien. Men heeft hier ook met veel verbazing het wegzenden van de Tweede Kamer vernomen en hoopt maar, dat de nieuwe verkiezingen die Ministers, die zulks durfden onder staan, gestreng zullen straffen en hen op hun beurt des- honorabel wegzenden en later ter verantwoording roepen. Als dit in het Leidsch Dagblad te lezen staat, zijn de nieuwe keuzen al lang geschied en is er geen van de durfallen meer aanwezig. Doch dat weten wij zeker in deze maand nog niet, omdat onze brieven uit Holland slechts tot den 29sten October loopendie met de mail van 2426 No vember hier worden aangebracht, 't Mocht zijndat een te legram over Engeland ons wat nader berichtte. De dagbla den maken zich hier vroolijk over die wegzending en zien vooral goed in dat die gedurige verandering van Minis- teriën voor onze kolonie ook alles behalve voordeelig is. 't Ziet er hier dan ook, naar de berichten in de//Kolonist" en in de //West-Indiër", zeer sjovel uit. 't Is armoede voorop onder den geringen en hoogeren man, gebrek aan goed voed sel, en wat er nog is peperduur, toenemende luiheid en onwil der geëmancipeerden en verkeerde zachtheid jegens hen van de district-commissarissen. Want wat geven die geëmancipeerden om 14 dagen of 4 weken gevangenisstraf. Onlangs had een geëmancipeerde, die met een burger con tract had gemaakt, veel geld gestolen bij dezendie het aan gaf; de jongen werd met drie maanden gevangenis gestraft en na expiratie van de straf, moest NB. die burger den dief wederom in zijnen dienst nemen, of anders, zonder eenigen dienst van hem te hebbenhem elke week het con tract-geld uitbetalen! Is dat niet heel aardig? Van zulke aardigheden zijn de beide genoemde bladen vol en men zou bijna niet geloovendat het waar was, indien het niet openlijk geschreven werd. - Denkt gijdat men hier werk volk kan krijgen? Ja wel! Ik zit al meer dan twee maan den te wachten om mijn tuin schoon te laten maken en kan niemand krijgen. Met mijne buren is het van hetzelfde laken een pak. Het onkruid groeit dan ook zoo weelderig, dat er geen opridderen meer aan is. De dagbladen hebben ook een zee van aanmerkingen over het dezer dagen door de officiëele courant bekend gemaakt verslagwegens de gevolgen van de vrijmaking der slaven over 1865 dat daarin zeer wordt opgehemeldterwijl die bladen op de meeste punten de onjuistheid, - zij willen geen ander woord gebruiken, - van dat verslag aantoonen, en verklarendat de Ministers der Tweede Kamer zand in de oogen strooien om hun schip schoon te maken, 't Is anders onbegrijpelijk hoe men de onwaarheid zóó kan huldigen en zich zeiven zóó tegenspreken. De Koloniale Staten zijn verleden week in hunne afdee- lingen begonnen het tarief van in- en uitgaande rechten te onderzoeken. Van hunne beraadslagingen is nog niets uitgelekt; maar tegen dat nieuwe tarief zijn in alle bladen hier zulke en zoo gegronde aanmerkingen, naar het schijnt, gemaakt, dat het er wel niet heel huids zal afkomen. Naar men met zekerheid verneemt, zou de gouverneur, al heeft een deel van de Koloniale Staten hem verzocht niet af te tredentoch het volgend jaar aftreden. Men dood verft dan ook al den een en den ander, die hem zou op volgen doch dat zijn tot hiertoe slechts gissingen. Ook zal de gouverneur-generaal in het volgend jaar aftreden. Velen zijn daarmede zeer in hun schik, welke dien man, die in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2