Binnenlandsch Nieuws. achtereen peinst, om het in het leven te roepen, terwijl men het er bij de geleerden zoo oneens over is- zooveel beter is dan het accijnsstelseldat men afgebroken heeft. Ja, dat is begrijpelijk, als men zoo ziet tobben, bouwen en afbrekenom wat in de plaats te geven van hetgeen werd afgeschaft, dat men wrevelig vraagt aan de af- brekers: waartoe hebt ge ons nu gebracht? we denken en haken weer naar de vleeschpolten van Egyptenaar die ver bruiksbelastingen die zoo gemakkelijk werden betaald en in de gemeentekas vloeiden zonder dat men het voelde, 't Verwondert ons niet, dat de wetenschap in een kwaden reuk komt, wanneer men zich in dit geval op de Staathuis houdkunde beroepten dat men van geen geleerden of hoog geleerden weten wil, maar practische mannen buiten de aristocratische kringen zoekt, wien men het openbaars ver trouwen als volksvertegenwoordigers schenken kan. En toch in andere gemeenten was men reeds het vorige jaar gereed heeft men proeven genomen en uit de ervaring lessen ge trokkengaan de zaken een geregelden gang en verheugt men zich in de voordeelen van het nieuwe stelsel. Wij ont houden ons de oorzaken van dit verschijnsel na te speuren, maar troosten ons met het .vooruitzichtdat weldra ieder be lastingschuldige zal kunnen beslissen, waaraan de gemeen teraad zich schijnt te willen wagenop welke wijze en met welke saus hij gebraden moet worden want het ga hoe het ga, gebraden moet hij worden, want geld moet er zyn. Dat is de practijkmaar waar blijft nu de theoriemet al de lessen der wetenschap, als men binnen eene academiestad na maanden zoekens, nog geene verordening heeft, die op beginselen rust en onbezwaard kan worden uitgevoerd? Als men grondslagen wil, die men ziet, waarom dan niet het plan van den heer Scheltema dat de bezwaren ontkomt van een eigen aangifte bij een incometax? Z. M. heeft den hoofdingenieur der marine A. E. Tromp met den laatsten dezer maand uit die betrekking eer vol ontslagenonder dankbetuiging voor de veelvuldige en gewichtige diensten door hem aan den lande bewezen en onder toekenning van pensioen als waarop hy zal bevonden worden aanspraak te hebbenen aan den laatstelijk met verlof hier te lande aanwezigen Oost-Indischen hoofdambte naar Mr. A. J. Swartoud-president der beide gerechtshoven in Nederl. Indiëop verzoekeervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met toekenning van pensioen. In eene Woensdag te Arnhem gehouden raadsverga dering is vastgesteld eene verordening op de bewaring en verkoop van petroleum, waarbij verboden wordt in eene be waarplaats of winkel binnen de kom der gemeente meer dan twee vaten petroleum te hebben, terwijl in eene bewaarplaats buiten de kom der gemeente geene grootere hoeveelheid ge borgen mag worden dan bij de toestemming tot de be waarplaats door het dagelijksch bestuur zal zijn bepaald. Zoo de bewaarplaats en winkel deelen van hetzelfde gebouw zijn, mag de hoeveelheid daarin voorhanden, te zamen niet meer dan drie vaten bedragen. Naar aanleiding van een door gedeputeerde staten in handen gesteld adres van ver schillende ingezetenen der gemeente Arnhem, houdende re clames tegen de onlangs vastgestelde inkomsten-belasting, besloot de raad bij zijn eenmaal aangenomen gevoelen te persisteeren. Ook te Zwolle heeft zich eene godsdienstige sekte ge vestigd nu eens herdoopers, dan weder Mormonen genoemd, die o. a. één harer ceremoniën uitvoertdoor de stadsgracht tot Jordaan te kiezen en de bekeerlingen geheel naakt daarin eene onderdompeling te doen ondergaan. Die hande ling geschiedt in den laten avond of voornacht buiten aan schouwing van profaan publiek, maar niet zonder het phy- siek gestel der doopelingen aan eene zware proef te onder werpen. Maandag avond had op den spoorweg tusschen Leeu warden en Groningen eene ernstige gebeurtenis plaats. Toen de trein van 20 min. over vieren uit Leeuwarden de brug over het vaarwater nabij Vierverlaten passeerde, kwam de loco motief er goed over, maar zijn de drie onmiddellijk aan de locomotief bevestigde wagens uit de rails gesprongen en heb ben daarbij aan de brug belangrijke schade aangericht. De oorzaak van dit derailleeren is nog niet met zekerheid op te geven. Gelukkig zijn de passagiers en de dienstdoende amb tenaren met den schrik vrij gekomenen heeft men zich slechts een oponthoud van een paar uren moeten getroosten. De brug was intusschen in dien toestanddat ook den vol genden dag het verkeer langs den spoorweg nog was afge broken en de passagiers en goederen van den eenen trein in een anderen aan de overzijde gereed staanden moesten overgaan. Ook de scheepvaart ondervond door deze ramp eene groote belemmering. Woensdag ochtend te zeven uren had op de Maas bij Macharen een treffend ongeluk plaats. De stoomboot van Venlo op Rotterdam moest te Macharen een passagier in nemen; deze werd in een bootje, door twee broeders be stuurd, van wal naar de stoomboot geroeid, toen het bootje door stormweder en sterke deining omsloegmet het treu rig gevolg dat de passagier en een der broeders het leven verlorenterwijl de andere roeier het geluk had zich aan het bootje vast te klemmen en gered te worden. Donderdag avond te acht uren brak bij den drogist Van Veen, in de groote Houtstraat te Haarlem een hevige brand uit; spoedig was de brandweer en de schutterij ge reed tot de blussching en tot het houden der orde. De brand was ontstaan in den kelder bij het aftappen van een vat benzine, die vlam vatte. In de eerste oogenblikken trachtte men den brand met zand te dempenmaar na zulks vruchte loos beproefd te hebbenmocht het aan de brandspuiten gelukken den brand te blusschen. Een der knechts is deer lijk verbrand en verloor het leven; een andere knecht werd zeer verminkt, maar behield het leven. Het belendende woon huis werd ook aangetast, maar het gelukte den 8Ojari- gen eigenaar daaruit te dragen. Eerst te elf uren was men den brand meester, nadat een geweldige ontploffing van drie vaten plaats had. Een hevige damp bemoeilijkte de blus sching, ofschoon geen vlam van buiten zichtbaar was. Te Kaatsheuvel ontstond Dinsdag morgen 11. tusschen 6 en 7 uren brand, in de Peperstraat; door de spoedig aangebrachte hulp was men dien spoedig meester, en heeft zich de brand bepaald bij het uitbranden van een huis. Uit de Langstraat wordt gemeld, dat Jan Polhuys, agent van het Noord-Brabantsche begravenis-fonds te Sprang, sedert Vrijdag 80 November uit die gemeente vertrokken en sedert dien tijd spoorloos verdwenen is. Zondag nacht is er brand ontstaan in den porcelein- en galanterie-winkel van den heer J. M. Prins, te Aalten; het gebouw met al wat er zich in bevond is in de asch gelegd, en met moeite zijn de belendende perceelen be houden, Vrijdag 11. ontstond er brand in de behuizinge van den te Uffelte wonenden timmerman H. Dekker, met dat gevolg, dat bijna het geheele huis en het grootste gedeelte der schuur is afgebrand. Vermoedelijk is de brand ontstaan in den schoorsteen. Door den gouverneur-generaal van Neerlandsch Indië is o. a. benoemd tot lid in den raad van justitie te Batavia Mr. I. G. F. Timmermans. Naar men uit Batavia bericht, zou in het begin van November het eerste nommer verschijnen van het maand blad voor opvoeding en onderwijs, uitgegeven namens het Oost-Indisch onderwijzers-genootschap door de heeren Groen en Weyhente, waarin de nieuwe spelregeling zal worden gevolgd. De mijn-ingenieur Rant heeft met den ingenieur voor het stoomwezen J. W. T. Bertrand en den luitenant ter zee Boeier een plaatselijk onderzoek gedurende de maand Augus tus ingesteld, of de Koetei-kolen voor gebruik en vervoer geschikt zijn of kunnen worden gemaakt, speciaal in hoe ver zij onderhevig zijn aan zelfontbranding. Het bleekdat de oorzaak der zelfontbranding niet aan de hoedanigheid der kolen te wijten was, maar aan de omstandigheid, dat de schepen wegens hun diepgang gedeeltelijk op de reede bui ten de geul hadden geladen waarbij verzuimd was de noo- dige maatregelen te nemen tot drooghouding en doelmatige lading der kolen. Over den aard der Koetei-kolen bracht de commissie een zeer gunstig verslag uit. Plaatsgebrek verhindert on9 heden het ontvangen stuk //Tooneelnieuws" op te nemen het wordt morgen geplaatst,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2