Binnenlandsch Nieuws. den de mannen van de wetenschap zich meer moeten doen gelden, even ongevraagd als zij in de jongste dagen hunne stem of meening deden hooien. Want iiet is niet te ont kennen dat het aequivalent voor de afschaffing is gevonden met verzaking van de grondwettige beginselen teu aanzien van het kiesrecht en der zuivere begrippen van het staats recht. Wij hebben de dwaasheid moeten beleven dat onder cene liberale vlag de caudidatuur is aanbevolen van den be werker eeuer zoodanige beginsellooze regeling. De afschaffing der plaatselijke accijnzen is daardoor gekomen in een kwade reuk en de voorstanders van dien maatregel als liberalisten en theoristen gebrandmerkt. Maar ofschoon betreurende, dat daardoor een blaam rust op de staatkundige richting, die deze maatregel onder hare beginselen telde, toch mogen wij constateerendat, terwijl in 186 5 de opbrengst der plaat selijke belastingen binnen Leiden werd geraamd op 282740 en in 1866 op f 18 5700, zij in 1 867 reeds is gedaald tot 180100 en later nog minder zijn zal. Z. M. heeft Z. H. Ismail Pacha, onderkoning van Egypte, benoemd tot grootkruis der order vau den Neder- landschen Leeuw. De audiëntie van den Minister van Oorlog zal op Donderdag 29 November aanst. niet plaats hebben. Bij de door den Minister van Oorlog ontworpen nieuwe organisatie van het leger heeft men als grondslag aangeno men de noodzakelijkheid om ten allen tijde, zelfs onder de ongunstigste omstandighedeneen zeker aantal bataljons in fanterie, eskadrons cavalerie en batterijen artillerie beschik baar te hebben om onverwijld (en des noodig zelfs nog vóór de oproeping der met groot verlof afwezig zijnde miliciens) zich op het spoedigst naar het een of ander bedreigde punt der grenzen te kunnen begeven. - Men wenscht alzoo steeds beschikbaar en marschvaardig te hebben: 3 6 bataljons in fanterie, gezamenlijk sterk ruim 11,100 man 16 eskadrons cavalerie met 2000 paarden; 14 batterijen veld- en 4 bat terijen rijdende artillerie, ieder van vier stukken, alzoo te zamen 7 2 bespannen stukken met de hoogst noodige reserve voertuigen; - 1 bataljon mineurs en sappeurs sterk ruim 500 man en 1 korps vrijwillige scherpschutters van 200 hoofden. - Binnen den tijd van veertien dagen na het eerste dreigende oorlogsgevaar kunnen de bataljons infanterie ver sterkt zijn met de op te roepen manschappen der militie, te zamen ongeveer 20,000 man en het bataljon mineurs en sappeurs met 250 miliciens. - Gedurende de eerste zes we ken kunnen waarschijnlijk nog beschikbaar worden 8 reserve- bataljoDS infanterie, gezamenlijk sterk ruim 6600 hoofden; 3 eskadrons cavalerie met ongeveer 300 paarden, benevens 36 vuurmonden, buiten en behalve een getal van 20,000 man schutterij, die tegen dien tijd uit de dienstdoende schutterijen beschikbaar gesteld zullen worden voor het leger te velde. - Alzoo zal er steeds beschikbaar zijn een mobiel korps van ongeveer 15,00 0 man van alle wapens, met 72 vuurmonden, dat na verloop van 14 dagen tot eene sterkte van p. m. 3 5,000 man en na een tijdsbestek van een a twee maanden met inbegrip der schutterij tot 62,000 man met 2 300 paarden en 108 vuurmonden kan worden ge bracht; terwijl daarenboven in de verschillende vestingen en versterkte plaatsen ruim 6 5 00 man vesting-artillerie aan wezig zullen zijn en bij de depots van de verschillende korpsen ruim 3000 man beschikbaar blijven. Hieraan zullen zich op dat tijdstip of iets later ongeveer 30,000 man onzer rustende schutterij gewapend, gekleed en tamelijk geoefend kunnen aansluiten. De Minister wenscht de manschappen behoorende tot de lichting van 1863 die het langst afwezend zijn geweest, tot het bijwonen der najaars-oefeningen op te roepen. Hij stelt er hoogen prijs opdat zoowel de vertegenwoordiging als het geheele Nederlandsche volk hetwelk thans door het op richten van vereenigingen tot vrijwillige oefening in den wa penhandel weder zulke uitstekende blijken geeft zijne onafhan kelijkheid ten allen tijde met de wapens in de hand te willen handhaven eenig vertrouwen stellen in de weerbaarheid des lands en in de middelen, die worden aangewend, om die meer en meer te verzekerenzonder dat daarom onze krachten behooren te worden overschat of in veel gebrekkigs en on volkomens wordt berust. Wijders blijkt dat men het voornemen heeft op te heffen de vestingen Maastricht, Venlo, Bergen- op-Zoom en het fort Bath. Het verder herstellen van be- kleediugsmuren te Zutfen heeft des Ministers goedkeuring niet kunnen wegdragen. De som van 100,000 tot voort zetting der verbetering van den wateraanvoer voor de Grebbe- linie is vervallen, omdat de Minister van oordeel is, dat met die verbetering moet worden gewacht totdat de ver- dedigingsliniën van ons land, met name de Amsterdamsche en Nieuwe Hollandsche waterlinie zullen zijn voltooid en in de verdediging van het scheidingspunt bij Pannerden naar behooren is voorzien. Op grond van dien stelt de Minister zich dan ook voor eerlang aan de vertegenwoordiging eenige gelden buitengewoon aan te vragen voor de verbetering van de werken tot de verdediging van Amsterdam, zoowel wat betreft de nadering der hoofdstad door vijandelijke schepen van den kant der Zuiderzee als ten aanzien der accessen aan de landzijde. Later wanneer het kanaal van Holland op zijn Smalst eenigszins meer gevorderden ook uitgemaakt zal zijn of het thans aanhangige plan tot droogmaking der Zui derzee voortgang hebben kanzal het oogenblik gekomen zijn om zoowel de verdediging van Amsterdam in het bij zonder als die van geheel Noord-Holland definitief vast te stellenten einde hetgeen van wege de militaire genie zal moeten worden gesticht, te gelijk en in verband met die belangrijke werken tot stand te doen komeneene regeling die allicht tot besparing van kosten zal kunnen leiden. Hieruit volgt als van zelf, dat hetgeen thans tot verdedi ging der hoofdstad zal worden besteedzich tot het hoogst noodige zal bepalen en dat daarbij ook reeds voor zooveel immer mogelijk waarschijnlijke toekomstige plannen zullen worden in het oog gehouden. -Volgens den nieuwen rooster van aftreding voor de le den der Tweede Kamer van de Staten-Generaal moet de heer P. H. Baron Taets van Amerongen in 186 8 en de heer O. Baron van Wassenaer Catwyck in 18 70 aftreden. Heden Dinsdag is aan het Ministerie van Marine aan besteed de levering van 1200 stuks wollen dekens, waar van de minste inschrijver was de heer J. Scheltema, fa brikant alhier, voor f 4.465 per stuk. Men verneemt dat ook de heer commissaris van po- lotie Behr te Scheveningen om redenen van gezoudheid aan den Koning zijn eervol ontslag heeft verzocht. Eerstdaags mag men de bevordering van den heer commissaris van politie Blom te 's-Hage tot hoofdcommissaris van politie te gemoet zien voor welke moeilijke betrekking en voor die van ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het kantongerecht deze ijverige ambtenaar gedurende de ziekte en sedert het eervol ontslag van den heer Waldeck heeft getoond in zich alle vereischten te vereenigen. Er zullen mitsdien binnen kort te 's-Hage twee vacaturen van commissarissen van politie ontstaan. In het begin van December zullen te Delft eenige voor het leger ongeschikte, doch voor oefeningen nog zeer goed bruikbare geweren worden verkocht, in kavelingen van hoogstens 10 stuks gesorteerd, zoodat bijna iedere vereeni- ging ter bevordering der weerbaarheid daarvan kan gebruik maken. Deze verkoopingeu zullen van tijd tot tijd herhaald worden. Zondag 11. mocht Ds. H. Maandag, predikant te Dub beldamhet zeldzaam voorrecht genieten, zijne 50-jarige evangelie-bediening te vieren. Groot was de belangstelling, die men allerwege in dit voor den waardigen man zoo heug lijk feest betoonde; getuige de talrijke schaar, zoo van Dubbeldam als elders opgekomen. Vele en kostbare geschen ken werden den jubilaris aangeboden. Een zwaar onwedergepaard met bliksem en hagel ontlastte zich Vrijdag avond omstreeks 10 uren boven De venter. Gelukkig zijn er aldaar geene ongelukken te be treuren ofschoon het een wezenlijk noodweder was. Te Olst evenwel vernemen wijdat dien nacht de oliemolen van den heer Stroink geheel is afgebrandwaardoor het daarnaast gelegen logement van den heer O. in groot gevaar verkeerd heeft. In een lang gevoelde en erkende behoefte wil men pogen te voorzien door het aangekondigde Heeren-Concert dat op Woensdag avond zal worden gegeven door eenige dilettanten, bijgestaan door begaafde musici, onder de lei ding van onzen stadgenoot den heer Wetrens. Sedert de ont-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2