N°. 2084.
Maandag 26 November.
A0. 1866
Nieuwe belastingplannen.
Binnenlandsch Nieuws.
J:-:-
£--~
LEIDSCH 111661.111.
Deze Courant verschijnt eiken dagbe
halve Zon- en feestdagen, en kost voor
Leiden 1.95, en franco per post ƒ2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke Nom-
tners Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën, 1-6 regels/0.75.
Iedere regel meer 12J Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberichten van l-4regels/0.90.
Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts.
VI.
Eindelyk, na verloop van eenige weken dat voor ieder
een verkrygbaar waren de plannen tot heffing van een hoof-
delijken omslag of eigene directe belasting, - eindelijk,
nadat wij herhaaldelijk overeenkomstig het verwijt van een
hoogleeraar de praats alleen hadden- eindelijk komt er
toch een blijk van belangstelling in de wijzewaarop voort
aan rechtstreeks van de ingezetenen zal worden geëischtwat
vroeger grootendeels door accijnzen of belastingen op voor
werpen van levensbehoeften werd ingevorderd, om de plaat
selijke uitgaven te kunnen bestrijden. Prof. Buijs heeft zich
in het openbaar over die plannen uitgelaten en op eenige
hoofdbedenkingen gewezen, welke daartegen bij hem zijn
opgerezen, 't Werd nu ook tijd, want weldra zal de ge
meenteraad een besluit moeten nemen, en als men met kla
gen wacht tot de belasting is vastgesteld, dan is de gele
genheid voorbijom de billijke bezwaren te voorzien. Prof.
Buijs is tot nog toe de eenige, die zijne stem laat hooren
tegen de aanhangige plannen. Is Leiden dan zoo arm aan
mannendie buiten den gemeenteraad hunne aandacht ver
plicht zijn te wijden aan eene zaakdie voor de burgerij van
het hoogste gewicht is en zich wel mochten en moesten laten
hoorennu er eene keuze wordt vereischt tusschen twee mid
delen om van de ingezetenen wat noodig is te hetfen Be
hoorden die plannen niet te worden getoetst aan de lessen
der wetenschapdie in onzen tijd vooral van zulk eene groote
waarde wordt geacht?
Prof. Buys maakt eene gunstige uitzondering op zoovelen
die zich als het hun belang geldt scharen onder de vlag
van het liberalismemaar die in hun kring alles behalve
vrijzinnig en vrygevig zich betoonen- die op staathuishoud
kundig gebied vreemdelingen zijn en tot maatstaf van hun
oordeel alleen hun eigenbelang op den voorgrond stellen.
Prof. Buijs beschouwt de beide plannen, die tegenover
elkandfer staan en brengt daartegen zyne bedenkingen in
maar durft niet beslissen wat het beste iswat de voorkeur
verdient. Maar met dat afbreken zyn we niet geholpen en
komen we niet verder. Het is een grief, die vrij algemeen
wordt ingebracht tegen de voorstanders der afschaffing van
plaatselijke accynzen gelijk tegen allen die nieuwerwetsche
begrippen voorstaandat zij wel weten af te brekenmaar
niets daarvoor in de plaats geven. En daarvoor bestaat alle
grond, want de minister Betz, die de maatregel der af
schaffing ofschoon door de omstandigheden reeds tot op
zekere hoogte voorbereidheeft voorgesteldverdient daar
voor niet den uitbundigen lof, dien men pleegt uit te bazui
nen omdat hij in gebreke is gebleven een afdoend middel
aan de hand te doendat onbezwaard en onberispelijk het
verlies aan de gemeente zou vergoeden op eene wijzedie
den belastingschuldige zoowel als het gemeentebestuur vol
deed. Die wet van 8 Juli 1866 is en blijft een karikatuur
voor iederdie ook op het gebied der belastingheffing aan
waarheid, eerlijkheid en goede trouw wenscht hulde gebracht
te zien. Wat beduidt de afstand van een deel der persoueele
belasting van het Bijk aan de gemeenten als de zelfstan-
digheid der gemeentebesturen niet tevens wordt erkend en
geëerbiedigd om die belasting te regelen naar eigen keus
en belang? Wie kan met zuivere staathuishoudkundige be
grippen rijmen, dat door die afstand rijksbelasting blijft wat
alleen ten voordeele der gemeente wordt geheven? Wie zal
goedkeuren eene onbeperkte vrijheid tot heffing van gemeente-
opcenten op 's rijks belasting of tot invoering van een plaat
selijke directe belasting op de grondslagen of den aanslag van
's rijks personeele belasting? Wie kan met juistheid bepalen
wat de gemeentewetgever als inkomen der belastingschuldi
gen beschouwt, waarvoor een redelijke maatstaf en grond
slagen moeten worden gezocht? En juist die onbestemde en be-
ginsellooze regeling heeft veroorzaakt, dat het nut en de
voordeelen van de afschaffing der plaatselijke accijnzen meer
dan vroeger worden betwijfeld, dat men den spot daar
mede drijft, zoo al niet weer den tijd terug wenscht, dat
plaatselijke accijnzen mochten worden geheven op de eerste
levensbehoeftenomdat daaraan niet zoovele bezwaren en
hinderpalen in den weg stondendan aan het vinden van
eene billijke en rechtvaardige directe belasting.
De critiek vau Prof. Buijs betreft de beide plannendie
ook door ons zijn beoordeeldmaar gevolgd door een be
redeneerde en zelfstandige keuze. Die wat critiseert moet het
zelf des noods kunnen verbeteren. Er is niets, dat volsla
gen onberispelijk kan heetenmaar van de mannen der
critiek op elk gebied wachten we en eischen we zelfs wat
de oude Solon gaf, toen men hem vroeg, of hij aan het
Atheensche volk de best mogelijke wetgeving geschonken
had: «de beste, waarvoor het Atheensche volk vatbaar was."
En nu beweren we, dat beide plannen aannemelijk en
uitvoerlijk kunnen gemaakt worden met eenige wijzigingen
daarin te brengen; wat we bewijzen willen, om langs dien
weg de keuze tusschen de beide plannen gemakkelijk te ma
ken. Daartoe achten we ons verplicht als erkende voorstan
ders van de afschaffing der plaatselijke accijnzen en als critici.
Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der dir. bel. en
acc. te Borne den heer G. VV .F. G. Callenfelsthans ontv.
der in- en uitg. rechten en acc. te Eede.
Z. M. heeft den kapt. C. L. D. Muschart, van het
2de reg. inf., overeenkomstig punt 4 van art. 3 8 der wet
van den 2 8sten Augustus 1851 (Staatsblad, N°. 12 8), op
non-activiteit gesteld, en zulks in afwachting dat omtrent
hem nader zal worden beschikt.
De Staats-Courant bevat het volgende overzicht van
den stand der veeziekte, gedurende de week van 4 tot 10
November 11., van het arrondissement Leiden:
Te Hillegom en Noordwijkerhoutwaar de ziekte in ge-
ruimen tijd niet voorkwam, zijn weder enkele runderen aan
getast; te Noordwijkerhout bij twee verschillende veehoudeis.
In de andere gemeenten in het westelijk gedeelte vau dit
arrondissement benoorden den Rijn gelegen bleef de toe
stand ongeveer dezelfde. Het cijfer der aangetasten in de
genoemde gemeenten en te Lisse Sassenheim Voorhout
Alkemade, Woubrugge en (Jegstgeest bedroeg 75, tegen