Binnenlandsch Nieuws.
aan het ouderlijk huis wordt overgelaten het leggen van den
grondslag, het toezicht op de ontwikkeling en op de vor
ming, dat voor een deel aan de kerk, voor een ander deel
aan de school wordt toevertrouwd. Want, - en ziedaar onze
sluitreden, - het ouderlijk gezag moet worden gehandhaafd
en vereischt evenzeer een controle op het onderwijs der ca
techisatie als op dat der school.
En als nu de openbare school waarborgen geeft, dat niets
wordt geleerdverricht of toegelatenwat strijdig is met
den eerbiedverschuldigd aan de godsdienstige begrippen
die het kind uit het huis naar de school medebrengtdan
kan de meest nauwgezette vader zijn kind daarheen zenden
verzekerd dat niet wordt afgebroken, wat door hem is op
gebouwd, - mits hij dus opbouwe. Wij willen geen oordeel
vellen over de bijzondere godsdienstige schoolmaar dat mis
sen wij op elk ander gebied dan der openbare schooleen waar
borg dat het recht der oudei'9 wordt erkend. Bovendien is
niets meer geschikt, om het ouderlijk toezicht wakker en
vaardig te houden, dan de levendige overtuiging der per
soonlijke verantwoordelijkheid, die niet wordt verminderd
door de taakdie de kerk vervult. Geen moderne staats
school, maar ook geen Protestantsche of Catholieke staats
school heeft recht van bestaan.
De plaats, die wij aan de openbare school toekennen,
rust hoofdzakelijk op het recht der ouderswaarin tevens
de grond ligt voor hunne heilige verplichting, om te zor
gen voor de opvoedingwaartoe ook het onderwijs behoort
en het belang van den staat op verstandsontwikkeling. De
taak, die de kerk op zich neemt, vindt haar grond in het
kerkelijk bewustzijn, dat de godsdienst zich ook tot de jeugd
uitstrekken moet en de plicht der kerkbesturenom voor
godsdienstig onderwijs te zorgen even als de Staat voor maat
schappelijk onderwijs, is, ten einde te gemoet te komen aan
de taak der opvoeding. Art. 23 der wet van 1 85 7 huldigt
niet het beginsel van een godsdienstlooze school, maar dat,
wat ook de kerk behoort te eerbiedigende vrijheid van
het geweten en de belijdenis des geloofs. Bezwaren tegen
onderwijs en tegen leer moeten met dat beginsel strooken
en niemands godsdienstige begrippen worden gekwetst. En
daarom prijzen wij zeer aan de openbare lagere schoolook
aan de geestverwanten van den heer Tieleman omdat al
daar waarborgen gegeven worden tegen uitspattingen, die
men op kerkelijk gebied of op de kerkelijke school niet kan
keeren; omdat daardoor te krachtiger drangredenen bestaan,
dat de opvoeding in het huisgezin zal zijn wat zij zijn
moet; omdat hoe steviger de grondslag aldaar wordt ge
legd het jeugdig gemoed minder vatbaar zal zijn voor kwa
de invloedendie daarbuiten heerschen en nimmer uitge
roeid zullen worden en omdat daardoor de onbillijkheid
en onrechtvaardigheid van zelf vervallenwaarover men
klaagt en als finantiëele bezwaren kan doen gelden.
Z. M. heeft aan den gepensioneerden ritmeester van
de cavalerie H. H. C. Castendijk, bij gunstige uitzondering,
den rang van majoor verleend.
Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden heeft Woens
dag 11. den nieuw benoemden Gouverneur-Generaal van Neerl.
Indië, per telegraaf uit Elburg ontboden, in een afscheids
gehoor ontvangen.
De heer Beeloo hoofd-ingenieur bij 's IR ij ks marine-eta
blissement te Nieuwediep, heeft bedankt voor de hem aan
geboden gelijke betrekking bij den scheepsbouw in Neder-
landsch Indië.
Den 7 den dezer is de hoofdredacteur der Provinciale
Groninger Courant voor de correctioneele rechtbank te Gro
ningen verschenenter zake van het in die courant ge
plaatste stuk over de handelwijze van Prof. Van Deen, ge
durende het heerschen der cholera te dier stede. - De heer
Van Deen ontwikkelde de redenenwelke hem aanleiding
hadden gegeven om dat artikel aan te klagen als voor hem
laster bevattende en beleedigingen sprak van de gevolgen
daarvan bij zijne terugkomst in Groningen ondervonden. -
De gedaagde beweerde, dat de bestaande verontwaardiging
reeds zes dagen meer en meer was toegenomentoen hij
het artikel plaatste, zoodat die verontwaardiging niet was
het gevolg van den inhoud van dat stuk, maar de plaat
sing daarvan het gevolg der bestaande verontwaardiging.
De Officier van Justitie, na gezegd te hebbendat zich in
dit geval vele verzachtende omstandigheden opdeden requi-
reerde de schuldigverklaring aan de overtreding van art. 36?
en volgenden van het wetboek van strafrecht, en veroordeeling
tot gevangenisstraf voor den tijd van één dag tot 14 dagen
in eenzame opsluiting te ondergaan, in eene geldboete van
/0.50 tot f 24.50 en in de kosten van het geding, ver
haalbaar bij lijfsdwang, met bepaling dat, indien de ver
oordeelde de opgelegde boete binnen twee maandennadat
hij daartoe zal rijn aangemaand, niet betaalt, deze zal wor
den vervangen door eene cellulaire gevangenisstraf van ten
minste één dag en ten hoogste zeven dagen.
De raadsman van den gedaagde, Jhr. Mr. O. Q, I. J.
van Swiuderentrachtte door het doen hooren van getuigen
de waarheid te betoogen van het gegronde der verontwaar
diging, die te Groningen bestond over de houding van den
hoogleeraar V. D. en de waarheid van wat er stond in het
geïncrimineerde artikel; hij concludeerde ten slotte, dat de
redacteur der Prov. Gron. Courant diende te worden ont
slagen van rechtsvervolging, op grond dat het geïncrimi
neerde artikel geene aanrekening van eene bepaalde daad of
omschrevene ondeugd zou behelzen, en voorts tot vrijspraak,
omdat de gedaagde geene bedoeling gehad had om den heer
V. D. te kwetsenmaar alleen als redacteur van zijn dag
blad eene gebeurtenis had vermelddie wel ten nadeele
van een derde konde zijn, maar bewezen was, waarheid te
behelzen.
De officier zoowel als de verdediger hebben op uitmun
tende wyze hun gevoelen voorgedragen en de nog al fijne
recbtsquaestie van weerszijden beschouwd en uiteengezet.
Ten slotte heeft de gedaagde het woord gevoerd en ge
wezen op zyne plichten als redacteur van een veelgelezen
bladop het waarachtige van het feitin het geïncrimi
neerde artikel omschreven, bewerende, dat hij door de plaat
sing daarvan niets meer of minder dan zijn plicht had ge
daanen wijzende op de publieke opiniede stem des Volks,
de vox Dei, die hem vrij zoude spreken, hoe ook het von
nis luidde.
Aanstaanden Dinsdag zal de rechtbank uitspraak in deze
zooveel besprokene zaak doen.
De rechtszaal was meer dan vol toehoorders van alle ran
gen der maatschappijzoodat men genoodzaakt was den toe
gang tot de zaal te sluiten en zeer velen onverrichter zake
huiswaarts moesten keeren.
In de zitting der provinciale Staten van Zuid-Hol
land van Donderdag zijn de aan de orde van behandeling ge
stelde onderwerpen aangenomen, waaronder het besluit tot
verlenging van den termijn voor de opheffing der ambach
ten in Rijnland en een voorstel tot het verleenen van een
subsidie van ten hoogste f 1000 uit de provinciale geld
middelen voor eene tentoonstelling betreffende de visscherijen
te houden binnen 's-Gravenhage.
Op de tentoonstelling van voorwerpen betrekkelyk
de visscherijdit jaar te Arcachon gehoudenzijn eere-di-
ploma's toegekend, o. a. aan het Rijks Museum van Na
tuurlijke historie en aan het Rijks Herbarium te Leiden.
Naar men verneemt, is men voornemens de groote
Zeesluis te Hellevoetsluis te verbreeden, ten einde den toe
gang tot het dok voor de drijvende batterij Jupiter mogelijk
te maken.
De Twentsche Vereeniging tot bevordering van Ny-
verheid en Handel heeft onlangs ter zake der patentbelas
ting aan den Minister van Financiën een uitvoerig adres
gericht, waarin zij de patentwet veroordeelt, omdat ze eene
schatting vraagt enkel van een gedeelte der bevolking en
juist van het nijvere gedeelte, dat boven andere bronnen
van inkomst belast wordt door de wijze waarop en de mid
delen waardoor die belasting geheven wordt. De zeer ge
brekkige grondslagen en het gemis van eenheid in de hef
fingen de ongenoegzaamheid van de klassen der tarieven
de bepaling van rangen voor de steden en de daarbij ge
mist wordende juiste evenredigheid de verplichting van ieder
medeteekenend deelgenoot tot het nemen van een afzonderlijk
patent, de bepaling waarbij de patentplichtige voor verschil
lende patenten kan worden aangeslagen; kortom, de door
niets te verdedigenvaak zeer onbillijke en onregelmatige
aanslagen, een gevolg van verwarde, duistere en onvolledige