lingzijne aardrijkskundige gesteldheid waarborgt het en de Voorzienigheid beschermt het. Ik heb de overtuiging, dat, als onze geheele bevolking kon worden bijeengebracht en haar kon gevraagd worden: wilt gij veranderen? zij een stemmig zou antwoordenNeen(Eenstemmige toejui ching). //Daar dit gevoelen bestaat, moet het zich met kalmte lucht gevente meerdaar hierin niets is gelegen wat eenig aantastend karakter bezit tegenover onze naburenhet is niets anders dan een vaderlandslievend gevoelenhet ge voelen uwer intelleetuëele en moreele ontwikkelinghet ge voelen van den rijkdom van uwen bodem; van alles wat gij gedaan hebt om dien te ontwikkelenvan al de bezwa ren die gij hebt moeten overwinnen om in het bezit te komen van uwe prachtige spoorwegen. Gij hebt uw land opengesteld voor allendie er een eerlijke nijverheid willen komen uitoefenen. //Welnu, ik ben vast overtuigd, dat gij, klein land, maar krachtig vereenigden dat een zeer bepaalden wil bezit, met rust zult gelaten worden. //De banden, die tusschen de Luxemburgers en het Huis //van Oranje" bestaan, zijn gelegd in dagen van voorspoed, maar ook in moeilijke tijdenen de tegenwoordige tijd is de moeilijkste van alle. Ik ben overtuigddat gij dien zult te boven komen. Weest van ééne zaak overtuigd: alle po gingen van den Koning-Groothertog en de mijne zijn er op gericht, uwe stelling te handhaven. Gij kunt tegen uwe na buren zeggen: wij verlangen onze vrije instellingenwij ver langen onze autonomie zuiver en ongeschonden te behouden laat ons goede vrienden zijn //Mijne heerenik besluit: ik drink op den voorspoed van het Groothertogdom Luxemburg, klein in uitgestrekt heid maar groot door de eerlijkheid en het helder verstand van hen, die zijn bodem bewonen." Den 3den dezer heeft de burgerij van Larochette aan Prins en Prinses Hendrik eene serenade met fakkels gebracht, waarbij de president van het muziekgezelschap eene rede hield. De Prins heeft geantwoorden onder anderen ge zegd dat een land, dat eene geschiedenis had als Luxem burg, zijne nationaliteit niet kan verliezen, en dat zijn ver langen en dat van den Koning-Groothertog was den geluk kigen toestand, waarin het verkeert, te doen behouden. De veetyphus is in de provincie Friesland uitgebro ken. Dat bericht liep op den 5den October te Groningen van mond tot mond en werd spoedig bevestigd door een officiëele mededeeling van den Commissaris des Konings in dat gewest. In het zuidwesten van Friesland en wel te He- melumer-Nieuwburen (gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde) is onverwacht de rundertyphus uitgebroken on der de runderen van de wed. Jan Herkes van Rijs. Er wa- ran reeds 5 runderen gestorven en 2 afgemaakt, toen Za terdag ook de overige 21 runderen zijn gedood. Ged. Staten der provincie hebben dadelyk een ernstige waarschuwing tot de ingezetenen gericht. //Het gevaar dreigt ons meer nabij," zeggen zij, //ver dubbelde waakzaamheid zij daarom een ieder aanbevolen." In de vorige week heeft men het spoor bij het dok te Harlingen zoo aanmerkelijk verlengddat de wagens door de locomotief onmiddellijk nevens de ligplaats der stoom schepen in de Willemshaven gebracht worden. -De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maan dag des namiddags te 6 uren 5 6°, des avonds te 8 uren 54°, te 10 uren 50°. Dinsdag morgen te 5 uren 48°, te 8 uren 51°, 's middags te 12 uren 60°, 's namiddags te 4 uren 56°. Buitenlandsch Nieuws. Van wege den Gemeenteraad van Dresden is een adres aan den Koning van Saksen gezonden, ten einde Z. M. te bewegen om spoedig vrede met Pruisen te sluiten en de Saksische troepen naar hunne haardsteden terug te zenden. De Köln. Zeitung bevat een artikel omtrent onzen tegenwoordigen binnenlandschen toestand, waarin o. a. gezegd wordt: //Wanneer men de Hollanders niet geheel ten on rechte als de Chineezen van Europa kenmerkt en hun ver wijt, dat zij in onze eeuw op politiek gebied nog steeds op de hoogte hunner //trekschuiten" staanzoo moet men toch erkennen dat zij in den laatslen tijd, althans wat de spoe dige afwisseling der Ministeriën betreft, groote vorde ringen hebben gemaakt en goed op weg zijn om de snelle Kabinetswijzigingenzooals ze alleen het Pyreneesch schier eiland en Griekenland kennenin hun bedaard vaderland in te voeren." Verder worden de incidenten vermeld van de samenstel ling van het tegenwoordig Kabinet, het ontslag van den heer Mijer en diens benoeming tot gouverneur-generaal - //eene tot verkwisting toe goed betaalde betrekking, welke de //conditio sine qua non" was van zijne optreding in het Ministerie Van Zuylen," de motie van den heer Keuche- nius, de daarop gevolgde ontbinding der Kamer en de uit schrijving van nieuwe verkiezingen. Op den 20sten September, den eersten dag van den intocht der troepen binnen Berlijnheeft de Koning van Pruisen een groot aantal ridderorden verleend. De opgaaf daarvan is thans in een bijzonder folio boekdeel bekend ge maakt. De veroverde Oostenrijksche kanonnenwelke sedert den intocht der troepen aan beide zyden der Linden promenade waren geplaatst, zullen eerlang van daar verwijderd en op het plein van het artillerie-laboratorium worden gebracht. Tot vervaardiging van het herinneringskruis zullen vier ver overde vierponders, ongeveer 20 centenaars wegende, ge bruikt worden. De onderscheiding, die den heer Von Bismarck on langs van de zijde van Beieren is te beurt gevallen - men weet dat hij de St.-Hubertus-orde heeft ontvangen - heeft hier en daar het vermoeden doen ontstaandat Beieren eene alliantie met Pruisen beoogt. Er is zelfs beweerddat reeds eene geheime conventie tusschen beiden was tot stand gekomen. Dit is nu onmiddellijk tegengesprokenmaar daar om mocht het juist verwondering wekken dat een Minister, die overal als de eenige oorzaak van den algemeenen oorlog in Duitschland werd beschouwd, en, gelukkig in zjjne stout moedige politiekeiken Staat die tot de tegenpartij be hoorde, op schatting heeft gesteld, ter belooning dier staat kunde, van een zijner gewezen vijanden de hoogste onder scheiding ontvangt. Uit Braunsberg wordt medegedeeld dat professor Dr. F. Michelis, afgevaardigde voor Allenstein-Rösseleen ver klaring in het licht heeft gegeven, waarin onder anderen voorkomt: //Wat helpt het ons als Pruisen of wij al de geheele wereld overwinnenterwijl onze constitutie niet wordt ge handhaafdVoortaan zal ik mij beijveren om de ware een heid van Pruisen bevorderlijk te zijn en te beletten dat Duitschland aan Pruisen onderworpen wordt, aangezien ik dit èn voor Pruisen èn voor geheel Duitschland verderfe lijk acht." Het Pruisisch patent der inbezitneming van Hano ver is met de Koninklijke proclamatie Zaterdag voormid dag te 11 uren onder het luiden der klokken en het lossen van kanonschoten door den gouverneur-generaal afgekon digd. Tot deze plechtigheid waren de verschillende autori teiten en stedelijke collegiën uitgenoodigd. Zij is ongestoord ten einde gebracht. In het patent wordt gewezen op den in rechtmatige verdediging zegenrijk geëiüdigden strijdten gevolge waarvan het Hanoversche grondgebied bezet is ge worden. Bij de wet van 20 September is de vereeniging van dat gebied met Pruisen vastgesteld en krachtens die wet verklaart de Koning van Pruisen bij het tegenwoordig patent, Hanover in bezit te nemen. Voorts wordt last ge geven tot aanneming van het Pruisische wapen en van de ingezetenen des lands een plichtmatige gehoorzaamheid ge vorderd waartegen de belofte wordt gedaan van bescher ming der verkregen bijzondere rechtenzooveel mogelijk met handhaving der bestaande wetten en instellingen. Voorts wordt in de Koninklijke proclamatie gewezen op de gemeen schap van volksstam, taal, zeden en gewoonten tusschen Pruisen en Hanoveralsook op de reorganisatie van Duitsch landdie de inlijving van Hanover bij Pruisen noodzake lijk maakt, waarna ten slotte wordt gezegd, dat al wat Pruisen thans heeft verkregeneen winst voor Duitsch land is. De Franschen kennen zich gaarne van alle uitvindin gen de eer toe. Zoo hebben z\j ook nu weder gedaan ten opzichte van het naaldgeweer. Men haalt thans namelyk aan een oud werk van Ernest Hamel, getiteld: //Robespierre.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2