UIT SCHEMERING TOT ZONNESCHIJN. Per Telegraaf. Beursberich ten. H H H bevindt zich te Neurenbergde voorhoede van dat leger werd heden te Augsburg verwacht. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Oudshoorn, Overwegende, dat op den Bisten Julij 1866, door CORNELIS JANSE VAN HOORN, van beroep Veehouder, wonende te Oudshoorn, bij den Burgemeester aangifte is gedaan dat twee stuks runderen, afgezonderd staande op een afgesloten stuk land, door ziekte zijn aangetast. Overwegende dat uit het rapport van den deskundige WIJNAND MUIS blijkt, dat een blaauw witkop en een zwart witkop Koe, oud en 4 jaar, hierboven bedoeld, zijn aangetast door de besmettelijke veeziekte, en dat de onteigening en afmaking daarvan, ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziekte, dringend noodzakelijk is. Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der Wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten 1°. Boven omschreven runderen onmiddelijk te onteigenen, te doen af maken en na inkerving der huid, met bijvoeging van een ge noegzame hoeveelheid ongebluschte kalkter behoorlijke diepte te doen begraven 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Oudshoornden lsten Augustus 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. SCHARFF Jr. DE CHARON DE SAINT GERMAIN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alphen, Overwegende dat op den lsten Augustus 1866, door LEENDERT KWAKERNAAK en DIRK WILLEM VAN NIEKERK, van beroep Veehouders, wonende te Alphenbij den Burgemeester aangifte is ge daan dat twee stuks rundvee, afgezonderd staande in landen, boom gaarden of stallen bij hunne woningen, hierna te omschrijven, door ziekte zijn aangetast, als: van LEENDERT KWAKERNAAK, een zwart witkop Stier, oud 2 jaar, en van DIRK WILLEM VAN NIEKERKj, een zwart bonte Koe, oud 6 jaar. Overwegende, dat uit het rapport van den deskundige J. E. REICH- MAN blijktdat de hierboven bedoelde runderen zijn aangetast door de besmettelijke veeziekte, en dat de onteigening en afmaking daarvan, ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziekte dringend nood zakelijk is. Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der Wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: 1°. Boven omschreven runderen onmiddelijk te onteigenente doen af maken, en na inkerving der huid, met bijvoeging van een genoeg zame hoeveelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen begravenen 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Alphen, den lsten Augustus 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, A. VAN BEIJEREN. L. W. VAROSSIEAU. Door den Boekhandelaar J. C. DE BUISONJÉ, te Nieu- wediepis uitgegeven en verzonden Zes geestelijke liederen van Dr. J. P. HEIJE. In vrijen Koraal vorm gecomponeerd voor Sopraan, Alt, Tenor en Basdoor J. OlDI.Ul VAN PUTTEN. Partituur. Prijs 0.50. NEW-YORK, 1 Augustus. De Minister van Bümenland- sche Zaken Harlan is afgetredenzijn opvolger is de heer Browning. Generaal Grant is benoemd tot generalissimus j Sherman tot luitenant-generaal. De stoomboot Palmyra is den 3 lsten Juli alhier aange komen. FRANKFORT1 Augustus. Rothschild vertrekt morgen ochtend naar Berlijn, om zich aan de zending van den bur gemeester Miiller aan te sluiten. De directeur van politie Hirsch komt morgen uit Aken terug. STUTTGART, 1 Aug. Alhier is het stellige bericht ont vangen dat de Keizer van Rusland voornemens is een con gres voor te stellen van de mogendhedendie de Weener verdragen onderteekend hebben. Men verwacht tier een con ferentie tusschen de door Pruisen verjaagde en beoorloogde Vorsten, met name die van Hanover, Nassau en Hessen- Darmstadt, terwijl voor den Keurvorst Prins Frederik Wil lem daaraan zou deelnemen. Wurtemberg is nog niet tot het voorstellen van een wa penstilstand besloten. Het reserveleger van den groothertog van Mecklenburg De Britsche gezant, de heer Mallet, is teruggeroepen. BERLIJN, 1 Augustus. De Prov. Correspondenz zegt, dat de vredes-preliminairenvolgens tot hiertoe bekend ge worden mededeelingenwerkelijk het volgende schijnen te bevatten: Oostenrijk lijdt, met uitzondering van Venetië, geen nadeel in zijn staten-verbondmaar doet afstand aan Pruisen van zijn recht van medebezit op Sleeswijk-Holstein, Saksen (dat onder de Duitsche staten alleen begrepen is in den tusschen Oostenrijk en Pruisen te sluiten vrede) zal evenzoo zijn grondgebied behoudenonder voorbehoud van nadere beslissing omtrent zijne stelling in den Noord-Duit- schen Bond en tegenover Pruisen. Oostenrijk betaalt aan Pruisen 40 millioen thaler oorlogs kosten, waarop in mindering van rekening komen 15 mil lioen als Oostenrijks aandeel in de vroegere oorlogskosten ter zake van Sleeswijk-Holsteinen 5 millioen voor andere kostenuit de bezetting van de hertogdommen voortgevloeid, Tot dat de betaling van de overige 20 millioen als verze kerd te beschouwen zal zijn, blijven Bohemen en Moravië door de Pruisen bezet. Oostenrijk treedt geheel uit het ver bond met de Duitsche staten en erkent het tot standbren- gen van een nauwen bond der Noord-Duitsche staten, onder leiding van Pruisen. De onderlinge verbinding der Zuid- Duitsche Staten en de regeling hunner betrekkingen tot den Noord-Duitschen bond blijft voorbehouden aan het vrije over leg dier Staten. Oostenrijk erkent de in Noord-Duitschland voor te nemen veranderingen van grondbezit, die zullen af hangen van de beschikkingen, die Pruisen nemen zal over de door zijne troepen bezette landenmet name Hanover, Keushessenhet groot-hertogdom aan deze zijde van de Main (Opperhessen), Nassau en Frankfort. Krachtens het oorlogs recht is de Koning van Pruisen gerechtigd al die landen zonder onderhandelingen met de vroegere bezitters blijvend te behouden. Het herstel van een daarvan zal een daad van genade van de Pruisische kroon zijn. Het herstel in enkele deelen, zoomede splitsing, zou echter vermoedelijk door de bevolking zelve met smartgevoel gezien worden en in poli- tieken zin van bedenkelijke gevolgen zijn. Het wordt daarom als wenschelijk en ook als waarschijnlijk beschouwd, dat de opgenoemde landen duurzaam met Pruisen vereenigd worden. Uitdrukkelijke bepalingen daaromtrent zijn echter in de met Oostenrijk overeengekomen vredes-preliminairen niet vastge steld veeleer is de vrije beschikking daaromtrent aan Prui sen gelaten en van de zijde van Oostenrijk erkend. PADUA, 1 Aug. Eene nieuwe wapenschorsing voorden tijd van 8 dagen is gesloten tusschen den generaal Lamar- mora en den kommandant van Legnano, in afwachting van het antwoord van Oostenrijk betreffende de aanneming van den wapenstilstand. amsterdam2 Augustus. nederl. Werk. Sch. pCt. II H II 3 ii 67* II II II 4 ii 88 8 8* spanje Buitenl. ii 31* 81# ii Binnenl. 3 u 31| Portugal te Londen. 3 n 42* ii 1856/59. 3 ii 42* rusland 179 8/1816 5 ii 96» 1828/29 5 ii ii Stieglitz Co. 4 ii 64» ii u 5 e Serie 5 1/ 60* u 1/ 6e h 5 u 7 8# - ii Sp.-aand. volg. 5 ii 178 178# oostenrijk Metal. 5 ii 43 n 44# ii ii 22* u Rente Amst. 5 h 63* u Nationale. 5 1/ 45*| 46t7* 46* u N. Leening 5 II 60# 51* 5 pCt. Turken 25*. 5 pCt. Amerika 67*. Mexico 16j|« 7 Ohio Spw. 6 1882 72**. Grieken Cert. UI. centr. Spg. 79*. Mt. Coup. 20.60. Nation. 26.60. Leiden, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 4