Buiteniandsch Nieuws. boven anderen zijn geteisterdonder het voorzitterschap van den Minister van Binnenlandsche Zaken zijn tot leden benoemd J. A. Beijerinck inspecteur van den waterstaat, te 's-Gra- venhage J. F. Boogaard referendaris bij het Departement van Bin nenlandsche Zaken, te 's-Gravenhage Dr. H. van Cappellereferendaris bij het Departement van Binnenlandsche Zakente 's-Gravenkage. Dr. L. J. Egeling, inspecteur voor het geneeskundig staats toezicht voor Zuid-Holland, te 's-Gravenbage Dr. A. W. M. van Hasselt, eerste officier van gezondheid der 1ste klasse, leeraar aan 's rijks kweekschool voor mili taire geneeskundigen, te Utrecht; J. G. Jager lid van het bestuur der Duinwater-Maat schappijte Amsterdam; Dr. L. C. Levoirleeraar aan de Polyt. school te Delft, en Dr. W. C. H. Staring, inspecteur van het middelbaar onderwijs, te Laren bij Zutfen. Uit een door het Departement van Financiën open baar gemaakt overzicht van de opbrengst der middelen (hoofd som en opcenten) over de zes eerste maanden dezes jaars, blijkt dat die middelen hebben bedragen f 31,282,948.02 tegen 28,965,162.645, in hetzelfde tijdvak van 1865. Een onzer verdienstelijkste kunstschilders, de heer J. F. Hoppenbrouwers is Woensdag na een langdurig lijden op 47jarigen leeftijd te 's-Hage overleden. Naar men verneemt zullen er a. s. Zondag, zijnde een algemeene bededag, zoo voor de Societeitstent in het Bosch te 's-Hage, als op het terras van het groot stedelyk Badhuis te Scheveningengeene muziekuitvoeringen plaats hebben. De arroodissements-rechtbank te Groningen heeft ter vervulling van de openstaande rechtersplaats aanbevolen de HH. en Mrs. H. D. Guyot, subst.-griffier bij het prov. ge rechtshof te Groningen, J. Offerhaus, rechter te Winschoten, en E. J. Modderman, griffier bij de arrond.-rechtbank te Win schoten. De gouden medaille voor het antwoord op de prijs vraag over de telegraphiën uitgeschreven door de Groning- sche hoogeschoolis bij uitloting toegewezen aan den heer Asser, student aan de Leidsche hoogeschool. Betreffende het internationaal Archeologisch Congres, dat men voornemens is van 12 tot 21 Augustus te Ant werpen te houden, wordt van daar geschreven dat, ondanks de staatkundige verwikkelingen in een gedeelte van Europa verscheidene Gouvernementen aan de Academie van Oud heidkunde de zending van officiëele afgevaardigden hebben toegezegd. Nederland zou vertegenwoordigd worden door Dr. C. Leemans, directeur van het Archeologisch kabinet, en Dr. L. F. Janssenconservator van het museum van oud hedenbeiden te Leiden. -Een aantal houders vau Spaansche schuldbrieven heb ben zich tot den Baron James de Rothschild te Parijs ge wend met hunne grieven, op het gerucht dat dit bankiers huis weder in onderhandeling is of voorstellen zijn gedaan tot het sluiten van een nieuwe leening, met de Spaansche regeering. Zij- hebben daarbij gevoegd de gedrukte memoriën van den Spaanschen Senaat den 14den en 29sten Juni ingediend door houders van 3 pCts. schuldbrieven van 1831 te Frank fort en te Amsterdam. De laatste hoop der mishandelde schuldeischers rust op het feit, dat geen bankiershuis of maatschappij in eenige finantiëele onderhandeling met Spanje treden zal, zoolang zij miskent hare verplichtingen te dien aanzien. Dat een solied en geacht huis als dat van Roth schild de hand zou leenen tot zulk een schandelijk bedrijf, is wel niet denkbaar, maar toch maakt het de houders bevreesd zoodat zij geneigd zouden zijn het onmogelijke te ge- looven. Daarom vragen zij van den Baron Rothschild met een kort bericht de verzekering te ontvangen dat het be doelde gerucht geen den minsten grond heeft. In hun brief treden zij verder in een breed betoog van hetgeen in 1853 en in 185 7 heeft plaats gehad. Zij her inneren aan de leeningen bij CroeseHope en Comp., La- fette, Ardom, Hubbard, Benales, Aguada, Ricardo, enz. Zij eindigen met de hoop uit te drukken dat die herin nering aan de verliezen die door de finantiëele handelingen van Spanje sedert 6 0 jaren geleden zijn in Holland, Bel gië, Frankrijk, Engeland, Duitschland en in andere lan den voldoende zal zijn, om elke nieuwe poging ten einde dat goed geloof van het publiek te verschalken te doen mislukken. Deze krachtige stap in het belang van alle houders van Spaansche schuldbrievenvan Amsterdam uitgegaanza[ gewis ondersteuning vinden bij allendie ook slachtof fers zijn van het vertrouwen dat zij stelden in de heili<re verbintenissen die het Spaansche gouvernement heeft aan gegaan. Ook in dat opzicht geldt de spreuk//Eendracht maakt macht." Den 12den dezer begaf zich de knecht van den land bouwer W. M. V., te Donkerbroek naar den tuinom een bijenzwerm op te vangen zonder zich vooraf met een bijen- kop te wapenen. Voor deze roekeloosheid moest hij echter pijnlijk boeten, want in plaats van ergens anders, zette zich de aanvoerster der nijvere diertjes neder op het hoofd van den knechten hare volgzame onderdanen deden het ook. De ongelukkige lag in het gras te spartelen toen het doch tertje van den boer hem ontdekte. Deze riep dadelijk haren vader. Door een emmer vol water over het hoofd van den knecht uit te storten, joeg V. de bijen nog bij tijds op de vlucht. De knecht kwam er met een koud bad en een heet hoofd af, doch de les zal gevoelig genoeg voor hem zijn, Te Prinsland is Zaterdag 11. een man, die, verhit zijnde, achter elkander een massa water dronk, plotseling dood gebleven. Te Utrecht zijn Woensdag 22 personen aangegeven als overleden aan de cholera. Aan het bureau van den burgerlijken stand te Bot terdam zijn Woensdag aangegeven 13 overledenen aan de cholera. Beroepen bij de Hervormde gemeente te Sneek Ds. G. A. Rademakerthans te Hervelt. Beroepen bij de Evangelische Luthersche gemeente te Haarlem Ds. W. R. Poolman te Leeuwarden. Met innig leedwezen deelen wij het overlijden mede van onzen veelgeachten eersten Officier van gezondheid bij de garnizoens-infirmerie Dr. J. C. Muller. Met moed en trouw en beleid verleende hij geneeskundige hulp in de eerste plaats aan de manschappen alhier in bezetting, maar overigens ook waar die hulp onder de burgerij in zijne omgeving noodig was bij het heerschen der hevige ziektewaarvan hij ook binnen enkele uren het slachtoffer is geworden. Reeds had hem de publieke opinie een eereteeken toegedacht voor zijn ijver; nu is hij zelf weggenomen, betreurd door allen die hem kenden, vooral door echtgenoot en kinderenwien hij alles was. Zijn ouverhoedsch overlijden verwekt bij velen neerslachtigheid ook door het verlies van een geacht burger en van een braaf militair ambtenaar van de genie. Hoezeer het aantal aangetasten en overledenen afneemt, de kwaad aardigheid der ziekte nog niet. Heden Donderdag zijn 7 personen aangegeven als door de cholera aangetast en 5 als overleden. In het geheel dus aangetast 1 2 83 en overleden 851 personen. De Thermometer van Fahrenheit leekende alhier Woens dag des namiddags te 5 uren 64°, des avonds te 8 uren 603, te 10 uren 5 8°, Donderdagmorgen te 5 uren 6 6°, te 8 uren 59's middags te 12 uren 64°, 's namiddags te 4 uren 65°. Te Antwerpen heerscht de cholera ook zeer hevig. De Pruisen naderen middelerwijl Weenen al meer en meer, en wel langs twee kanten. Een hunner legerkorpsen heeft bereids Znaïm verlaten en verder in zuid-oostelijke richting den tocht naar de hoofdstad voortgezet. Het andere legerkorps, van Brünn komende, is, zoo als men weet, reeds te Lundenburg gearriveerd en volgt mitsdien een zuid westelijke richting. Beide legerafdeelingen zullen zich waar schijnlijk zeer spoedig op zeker punt vereenigen, ten einde de Oostenrijkers in hunne versterkte positiën voor Weenen aan te tasten of hun gelegenheid te geven slag te leveren. Wellicht zal het Wagram zijn, het oord waar in 1809 Na poleon I de zoo bloedige bataille aan de Oostenrijkers le verde, waar thans Oostenrijks lot weêr beslist zal worden. Doch hoe dit zijde tocht der Pruisen naar de hoofdata der Oostenrijksche monarchie zal voor Oostenrijk een prik-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2