m N°. 1959. Zaterdag 7 Juli. A0.1 De nieuwe regeling van het openbaar lager onderwijs. Altijd blijft de regeling van het openbaar lager onder wijs een onderwerpwaarbij ieder burger rechtstreeks belang heeft; maar dat is het vooral in onzen tijd, bij den strijd over de grens waar dat belang ook het bijzonder onderwijs raakt. Herhaaldelijk was het ons een aangename taak er op te wijzenhoe binnen Leiden de nieuwe schoolwet werd in werking gebracht, zonder dat daaruit voor de ingezetenen gemoedsbezwaren ontstonden of geldelijke lasten voortvloei den. Geen enkele klacht is openbaar geworden dat het on derwijs op de openbare lagere school in een of ander op zicht ergernis gaf aan de godsdienstige begrippen van an dersdenkenden. Ook zelfs dan wanneer er vermoeden bestond van eenig kwaad, bleek daarvan bij nauwgezet en onpartij dig onderzoek de ongegrondheid, veeleer de ijver en de ge trouwheid van het schooltoezicht op dat punt. En wat nu de geldelijke lasten betreft, die het stichten der scholen en het onderhoud met al de daarmede gepaard gaande jaarlijk se uitgaven hebben gevorderd en nog eischende over vloedige opbrengst der jeneverbelasting heeft hier gelijk el ders voorzien in de kosten van oprichting der scholen, waarvoor dus geen gelden zijn opgenomen en geen renten verschuldigd zijnzoodat alleen het jaarlijksche onderhoud in aanmerking komen kan. De Gemeenteraad heeft zich bezig gehouden met een nieuwe regeling. - Wat daartoe aanleiding en aandrang gaf, •9 niet duidelijk; want de wijzigingen, die de bestaande schoolverordeningen, in 1860 vastgesteld, hebben onder gaan, komen ons alleen voor het nut te hebben gesticht, 1 welk altijd voortvloeit uit een nieuweopzettelijke en grondige herziening van hetgeen vroeger werd bepaald en, door verloop van tijd lichtelijk met andere oogen beschouwd, '°t verbetering leiden moet. We leven niet meer in den tijd toen het regel was //te prijzen wat de heeren wijzen." Bovenalwaar het een onderwerp betreft, waarbij ieder ingezeten belang heeft en ieder ouder vooral, is het nuttig ook van dit standpunt te beschouwen wat op nieuw werd overwogenwat voorge steld verworpen en aangenomen werd. Wij hebben belang bij de beslissing, die genomen is ten aanzien van het aantal leerlingendat de sterkte van elke school zal uit maken. Wij zijn het geheel eens met de raads leden, die daarop sterk hebben aangedrongen, want art. 16 der wet eischt dat het getal scholen voldoende zij voor de bevolking en de behoefte. De twee scholen voor onvermo- genden moeten immers grooter zijn dan de twee scholen voor meer uitgebreid lager onderwijsen daarom is het noodig te vermelden voor hoeveel leerlingen elke school ingericht is. Hoe kunnen Gedeputeerde Staten volgens art. 17 oor- deelen of het getal al dan niet voldoende is? Hoe zal de schoolopziener vooraf zijn goedkeuring kunnen hechten aan een bepaling, die niet behelst het aantal leerlingen, dat elke nieuw te bouwen school zal bevattenom over voldoende of onvoldoende ruimte te kunnen beslissen Art. 3 der ver ordening van 1861 vermeldde het maximum der leerlingen dat voor ieder school werd gesteld; - nu kan toch over onvoldoende ruimte worden geklaagd, als het maximum, waarop de bestaande scholen zijn ingericht, wordt overschreden, en voor het getal leerlingen dat het maximum overtreft of lie ver waarvoor geen plaats isvoorziening worden geëischt. Dat maximum is ook niet willekeurig voor iedere school be paaldwant het is gegrond op het cijfer der schoolgaande kinderen van de verschillende klassen in de laatste jaren. Een vluchtige vergelijking van de cijfers doet dadelijk in het oog springendat onze Roomsch-Catholieke en Christe lijke-Afgescheidene ingezetenen voor de onvermogende en minvermogende kinderen die tot hun kerkgenootschap be- hoorenbijzondere scholen hebben gesticht en ten hunnen laste onderhoudenterwijl de diaconieschool der Hervorm den is opgeheven en alleen een talrijk bevolkte school in het Gereformeerde weeshuis behouden is. Wij halen die feiten aan tot bewijs, hoe verschillend men binnen Leiden over het hoog belang van bijzondere scholen denktmaar ook hoe weinig LEIDSCH DASBLAD Deze Courant verschijnt eiken dagbe halve Zon- en Feestdagenen kost voor Leiden 1.95, en franco per post ƒ2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75; Iedere regel meer 12J. Cts. Geboorte-, hu welijks-en doodberichten van l-4regels/0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's-Gravenhage, Delft, Sohiedamjen Rotterdams te 8 u. 38 m.; 10 u. 15 m.; 1 u. 24 m.; 3 u. 42 m.; 6 u. 16 m.; 9 u. 5 m.; naar Haarlem en Amsterdam: te 8 u. 34 m.; 10 u. 12 m.; 11 u. 54 m.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 45 m.; 9 u. Op Zon- en Feestdagen van 's-Gravenhage naar Leiden: te 10 u. 25 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtend 3 u., de overige dagen5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar LeidenMaandag n./m. 2 u. 30 m. de overige dagen te 3 uren. De3 Zondags buiten dienst. Postbusliohtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morg. te 7 u. 45 m. en te 1L u.; 'snaraidd. te 3 u. 35 m. 'avonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen te 10 u. 50 m. en 3 u. 35 m. 's namiddags. Oost-Indisohe Landpost. Over Southampton, l en 17over Marseille, 916 en 25 van elke maand.West-Indisohe den 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijks-Telegraaf. Dagelijks geopend van 7 uren 's m. tot 9 uren's av. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 7 u. 's ra. tot 10 u.45m.av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uren. -Burgemeester, Dinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11 uren. - President der Commissie van Fabricage des Zaterdags van II1 uren. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dadelijks van 104 uren.'- Thesaurie, dagelijks van 102 uren .-De Gemeente-Architect is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 's morgens 121 uren. Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnzen dagelijks van 9—1 nren en van 36 uren; van's-Rijks Directe Belas tingen, Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uren. van Zegel, Registratie dagelijks van 84 uren; van de Hypotheken en het Kadaster, van. 94 uren. I.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 1