Buitenlandsch Nieuws. heid van haren man diens taak wilde vervullenstruikelde dwars over de rails en werd letterlijk verbrijzeld. Aan het bureau van den burgerlijken stand te Rot terdam zijn Woensdag aangegeven 17 overledenen aan de cholera. Als een merkwaardigheid wordt uit Oosterhout ge meld dat aldaar een familie woont, uit drie broeders en vier zusters bestaande, die op 2S Juni 11. gezamenlijk 500 jaren teldengeen hunner is ooit gehuwd geweest en zij hebben steeds bij elkander gewoond. De oudste van de ze ven is 78, en de jongste 63 jaren oud. Te Groningen heeft iemand in eens een flesch van Bleeker's medicament uitgedronken. De man overleed da delijk. Twee arbeiderswoningen onder de gemeente Lonne- kernabij Enschedé gelegengeraakten Zondag nacht in brand en waren in korten tijdmet een gedeelte der in boedels, geheel ten prooi der vlammen. Bij gebrek aan een brandspuit werd de spuit uit de fabriek van de heeren van Heek aangevoerd en werden daardoor grooter onheilen voor komen. Te Wolvega is den 2 8sten Juni 11. des namiddags een kort maar vreeselijk onweder losgebarsten waarvan alle bliksemslagen schijnen getroffen te hebben Een telegraaf paal is gespleteneen arbeider werd de schop uit de hand geslagen in de Protestantsche kerk vond men later sporen van den bliksem op den muurterwijl de laatste slag het schoolgebouw trof, waarin de onderwijzer juist aan zijn leer lingen onderwijs gaf. Hoewel de bliksem op weinigen afstand van de aanwezigen (het was juist Fransche les en dus het getal der leerlingen niet zeer groot) zijn weg zocht, is niet één gedeerd; maar zou het zoo gunstig zijn afgeloopen, zoo de bui anderhalf uur vroeger ware opgekomentoen ruim derdehalf honderd kinderen tegenwoordig waren Door den Gouv.-Gen. van Neêrl.-Indië zijn benoemd tot leden der commissie voor het ontvangen verzamelen en verzenden van voorwerpen uit Indië, bestemd voor de al- gemeene Parijsche tentoonstelling van 1867 L. J. W. de Waal, dir. der prod, en civ. magaz., en P. C. van Ooster zee, pres. van de factorij der Ned. H. M.; bij de commis sie bedoeld bij art. 1 van het besluit van den Gouv.-Gen. van Ned.-Indië, van 8 Mei, 1866 n°. 8: tot lid, tevens pres., E. N. Nieuwenhuyzenlid in den raad van Ned.- Indiëtot lid, tevens seer., Mr. W. Stortenbeker Jr., hoofd- comm. ter algem. secretarie; tot leden, A. B. Cohen Stuart, ambt. voor de Jav. taal- en letterk.; C. T. Deelemanciv. ing.; Mr. J. van Gennep, adv. en proc. bij het hoog ge rechtshof van Ned.-Indië; S. F. Groen, cand. in de lette ren en wijsbegeerte; K. F. Holle, adv. voor inl. talen; G. A. de Lange, oud geograph. ingenieur; P. J. Maier eerste apoth. bij den mil. geneesk. dienst; Dr. J. A. C. Oude mans, hoofd-ing. van den geograph. dienstDr. L. W. G. de Roo, conrector aan het gymnas. Willem III; Dr. C. L. Vlaanderenchef van het scheikundig laboratorium aan het bureau van het mijnwezen te Buitenzorg en Mr. W. T. D. Yssel de Schepperchef van de afd. stat. ter algem. secre tarie. Bij afzonderlijke dagorderszoo in Indië als in Ne derlandis o. a. eervol vermeld de kapitein H. G. de Grijs, die zich heeft onderscheiden bij de gevechten in de Wester- afdeeling van Borneo gehoudengedurende de maanden April, Mei en Augustus 1864 en April en Mei 1865. In het algemeen overzicht van het //Nieuw Bat. Han delsblad" lezen wij dd. 14 Mei het volgende: Het is een slechte tijd voor den handel. Er zijn weder twee Europeesche handelshuizen gefailleerddie van de hee ren Charles en Elliot, en bovendien een aantal Chineezen. De duurte en schaarschte der rijst werken het debiet van den kleinhandelaar tegen en deze ziet zich daardoor builen staat om aan zijne verplichtingen jegens den groothandel te voldoen. De toestand is ver van opwekkend. Gelukkig be looft de gunstige rijstoogst van dit jaar eenige verbetering. Heden Woensdag zijn aangegeven 7 personen als door de cholera aangetast en 8 als overleden. In het geheel dus aangetast 1200 en overleden 796 personen. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woens dag des namiddags te 6 uren 64°, des avonds te 8 uren 5 6°, te 10 uren 54°. Donderdagmorgen te 5 uren 5 6 te 8 uren 61°, 's middags te 12 uren 64c, 's namiddags te 4 uren 67°, Men beweert dat de Koning van Pruisen het opper bevel zal aanvaarden over al de troepen, dat is over het vereenigde BoheemscheSilezische en Saksische legeren het opper-kommando zal blijven voeren totdat de oorlog is ge. eindigd. Er is op nieuw een hevig gevecht tusschen de Prui sen en de Oostenrijkers geleverden wel nabij Miletin of Horzitz, ten noorden van Königgratz en ten noordoosten van Jozephstadt, dat is in de nabijheid van twee der geduchtste vestingen in Bohemen. Het gelukdat tot dusverre de Prui sische wapenen volgde, heeft hen ook bij deze gelegenheid niet verlaten, althans volgens de overeenstemmende telegra fische berichten van Pruisische zijde, die tot nu toe alleen hiervan melding hebben gemaakt, iets hetgeen genoeg is om te denken, dat zij in de hoofdzaak juist zijn. Volgens die berichten nu heeft het gevecht niet minder dan 8 uren geduurd en hebben alle 8 Pruisische legerkorpsen aan den strijd deelgenomendie verschrikkelijk nuoet zijn geweest. De overwinning der Pruisen wordt gezegd schitterend te zijn. Men kan dus veilig aannemendat op nieuw duizen den op het slagveld zijn gebleven. Ofschoon de bevelvoerende generaal in Mentz had be loofd dat de scheepvaart op den Rijn geenerlei belemmering ondergaan zouis toch herhaaldelijk het verkeer boven Co- blentz gestoord geworden op grond dat daarmede de Bond- genooten van krijgsvoorraad enz. werden voorzien. De mili taire bevelhebber heeft nu een sleepboot van een Frankfort* sche maatschappijde //Paul van Vlissingenmet een kanon en 5 0 man gewapend om daarmede het vervoer van oor- logscontraband te beletten. Het schip ligt intusschen nog rustig in de haven van Mentz. De communicatie wordt bijna uitsluitend onderhouden door Nederlandsche stoombooten. In Noord-Duitschland tracht men naar het schijnt van Pruisische zijde het denkbeeld ingang te doen vindendat Oostenrijk het op de onderdrukking van het protestantisme heeft gemunt. Een Amsterdammer, die dezer dagen voor familieza ken in de Rijnprovincie wezen moest, drong niet zonder moeite van Frankfort, waar hij eerst geweest was, tot Bin- gen door. Daar had hij zijn intrek genomen in den Weis- sen Ross," en achtte zich veilig door het bezit eener per missie van de Hessen. Des avonds hoort hij de trom roeren, ziet soldaten over de brug trekkenen verneemt van den kellnerdat de stad Pruisisch is geworden. Met eenige moeite krijgt hij nu ook een permissie van den Pruisischen bevel- hebber om in de stad te vertoeven. Den volgenden nacht wordt hij wakker door geweerschoten in de straat, en ver neemt dat de stad weder Hessisch iswaarop hq zich weer rustig te bed legt, in afwachting dat de stad weder Prui sisch zal worden. De inwoners van Bingen gedroegen zich als hij. Van het gevecht bij Trautenau en de uitwerking der Zündnadel-geweren schrijft de //Pr. Ztg." op gezag van een Pruisisch ooggetuige: //Men gaf op 800 schreden afstands vuur, dat een vernielende uitwerking had; de grond was wit van de Oostenrijksche uniformen. De Oostenrijkers maak ten zich daarop gereed om den aanval met de bajonet te doen. Wij lieten ze tot op 150 schreden naderen en gaven, in strijd met het reglement, in plaats van uit twee, uit drie gelederen vuurhet eerste gelid wierp zichevenals in de tijden van Frederik den Groote gebeurde, op de knieën. De Oostenrijkers stoven door ons vuur uit elkanderen wat niet gevallen was haastte zich terug te keeren. Wij legden ons doodelijk vermoeid in de koornvelden neder, en ieder, behalve de schildwachtengaf zich aan den slaap over. Plot seling werd alarm geslagen daar de vijandelijke artillerie in aantocht was. Nauwelijks waren wij opgestaan en hadden wij onze geweren genomenof wij werden met een moorddadig kartetsvuur begroettengevolge waarvan ik gewond werd. De onzen slaagden er evenwel in om de Oostenrijkers, na dat zij de gevallenen hadden uitgeplunderd, terug te slaan. Uit Weenen wordt gemeld dat de Keizer van Rus land den Keizer van Oostenrijk geluk heeft gewenscht met de overwinning bij Custozza. De Russische gezantgr^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2