Buitenïandsch Nieuws. gezetenen van Haaften. Naar men verneemt, zijn verschillende panden geassureerd bij de maatschappij de Jong en Comp. te Amsterdam, voor 72,000, terwijl de schade begroot wordt op 52,000; de assurantie van de te Zaandam en Loenen a/d Vecht verzekerden zamen voor f 100,000 Pre mier Bruxelles 13,000 terwijl de Tielsche maatschappij van brandverzekering slechts een schade heeft van 2500 behalve eenige herverzekeringen. Omtrent den brand vernemen wij, dat, op een daar toe gedane aanvrage reeds van wege het Departement van Binnenlandsche Zaken, tenten en matrassen gezonden zijn, om de drie honderd personen, welke tijdelijk zonder dak zijn, daaronder te huisvesten. In de nabijheid van het dorp is daartoe een geschikt terrein. Verder vernemen wijdat het gewestelijk bestuur de gemeentebesturen heeft uitgenoo- digdom inzamelingen te doen houden tot leniging van de ramp, die 60 a 70 gezinnen, voor het meerendeel behoef- tigenvan al wat zij bezaten beroofd heeft. Men leest in de bijlage tot de «Landbouw Courant": Het aantal ziektegevallen neemt, zonder dat iemand daar van de oorzaak zelfs in de verste verte kan gissen, af, mer kelijk af, rechtstreeks tegen de bepalingen in, die toestaan om mest van runderpestziek vee te ontsmetten te bewaren enz. In elk geval - de commissie van veeartsen wegens de rundertyphus kan 't zeker in 't allerminst niet helpen - de ziekte neemt, Qode zij vurig gedankt, voor 't oogenblik af, wij herhalen voor 't oogenblik. Verheugen wij ons daarin innig levendig- nog levendiger komt bij ons den wensch op dat de hooge Regeering nu hoe eer hoe beter een wet aan de Kamers aanbiedewaarbij het onteigenen van ziek vee tegen de volle waardehet afmaken en het begraven er van verplichtend wordt gemaakt. Wij meenen dat nu 't tijdstip daar is, waarop Nederland kan bevrijd worden, geheel en al bevrijd, van die schrikkelijke bezoeking. Men vernietige nu op alle punten, waar zij zich nog vertoont, te gelijk, de smetstof en begrave haar met zorg. Dan zal Nederland welhaast - ter elfder ure voorzeker - van de runderpest ontslagen zijndan zullen alle knellende banden onnoodig wordenbehalve om de stallen en weidenwaar zich ziek vee vertoond of kortelings vertoond heeft. Dan wordt de lijn van afsluiting overbodig en kunnen de militairen die haar bewaken, naar hunne garnizoenen terugkeerendan kun nen alle provinciale en gemeentelijke verordeningen worden ingetrokken - dan zal de landbouwerde veehouder zich weêr vrij kunnen bewegen. Men talme slechts niet meer. Daaromgij veeartsen en belanghebbendenvooral in de nog onbesmette provinciën, vereenigt u in een groot koor, en drukt zóó luid uwe begeerte uit dat de eenige ratio nele, op ervaring gegronde maatregel nu eindelijk, ten lan gen leste, worde uitgevoerd, dat zij 't oor bereiken van den nieuwen Minister van Binnenlandsche Zaken die in zake de runderpest zonder eenige antecedenten te dien opzichte op een geheel vrij terrein staat. Met opoffering van betrekkelijk weinige guldens kan Nederland van de runderpest-calami- teit - en wie weet voor welke groote rampen in het najaar bewaard blijven. Heden Vrijdag zijn alhier aangegeven 5 8 die aangetast en 37, die overleden zijn; of 15 aangetasten en 13 over ledenen minder dan den vorigen dag. Van den aanvang der heerschende ziekte af tot en met 15 Juni zijn aangetast 85 5 en overleden 518 personen. Heden Vrijdag zijn ter markt, aangebracht 2618 lam meren. Maandag morgen te 1 uur heeft een 2 0tal Pruisische soldaten, allen gewapend, ter gelegenheid der kermis, de grenzen overschreden en zich naar een herberg in het dorp Vaels begeven, waar zij, met elkander twistende, begonnen met de meubelen en de glazen te brekenwaarop zij hun verwoestingwerk in een aangrenzend huis voortzetten, alwaar zij de ruiten inwierpen. Niettegenstaande de krachtige tus- schenkomst der maréchaussee, bleef de wanorde voortduren zoodat de herbergier de alarmklok deed luiden. De burgers kwamen dadelijk aansnellen waarop de dapperste Pruisen na nog eenige ongewapende burgers te hebben gewond, naar hun land terugkeerdenmet achterlating van 2 sabels en 3 kepis aan de vreedzame bevolkingwier rust zijzoo tegen alle discipline inwaren komen verontrusten. Men schrijft uit de Pruisische stad Delitzsch dat de zer dagen een beschonken soldaat een burger verwond had, ten gevolge waarvan er een oploop van volk ontstond. Een officier ging een compagnie landweer halengebood op ge bruikelijke wijze volgens de wet het volk uiteen te gaanen gaf eindelijk, toen hieraan geen gevolg gegeven werd, be- vel om op het volk te schieten. De landweer evenwel zette de geweren af en verklaarde eenstemmig «niet op hunne broeders te zullen schieten." Men heeft deze zaak gesust. De feudale partij gevoelt zich niet sterk genoeg. Zoo even rukt te Itzehoe met volle muziek, dat het Sleeswijk-Holsteinsche volkslied speelt, het 2de bataillon van 't 2 5ste Rijnlandsche regement binnen. De troepen zien er, ondanks den vermoeienden marschbest uit en de soldaten zijn vrolijk en onuitputtelijk in Rijnlandsche aardigheden en grappen; men merkt dan ook over't algemeen niet het minst van een gedrukte stemming in gansch Sleeswijk-Holstein. Volgens een ooggetuige moeten de gevangenissen van Coblenz, Keulen, Dusseldorf, Wesel, Minden en Munster opgevuld zijn met soldaten van de landweeromdat zij op roerige kreten geuit of zich aan groote insubordinatie schul dig gemaakt hebben. Hij zag te Kamm een regement artil lerie passeren dat van Munster naar Halle werd verlegd en hoorde de soldaten liedjes zingendie in de hoogste mate beleedigend waren voor graaf von Bismarck en zelfs voor den Koning. Anderen riepen luide«leve Oostenrijkzon der zich eenigermate te ontzien voor de officierendie zich hielden of zij het niet hoorden. De artilleristen waren West- falersdus Katholiekenen hieruit bleek op nieuw hoe men van beiden zijden poogt den Oostenrijksch-Pruisischen oor log het karakter van een religiekrijg te geven. Voor eenige dagen overleed te Weenen de heer Julius Schwarzlid van den gemeenteraad dier hoofdstadeen man die het vertrouwen van de bevolking in hooge mate had verworven en wiens overlijden de meest algemeene deelne ming had ondervonden. Bij het regelen zijner nalatenschap heeft men tot aller verbazing ontdekt, dat hij het hem ge schonken vertrouwen op de schandelijkste wijze had mis bruikt er is een zeer groot deficit aanwezigen nu reeds weet men dat meer dan 80,000 fl., toebehoorende aan wee zen, wier vermogen hij beheerde, zijn verdwenen. Buiten dien heeft hij nog vele andere hem toevertrouwde gelden verspild zoodat het deficit zeer aanzienlijk is. Te Darmstadt had Dinsdag avond het volgende on heil plaats. Een jongman poogde in een waggon van den reeds in beweging zijnden trein te stappen. Hij struikelde, viel op de rails en werd letterlijk in tweeën gescheiden. De //Opinione" beweert, dat het bedrag der gedwon gen leening door Oostenrijk uitgeschreven, zijnde 15 0 mil- lioen fl,, nu reeds uitgegeven is ten behoeve van de geno men militaire maatregelen. Het blad voegt er bijdat de Oostenrijksche regeering reeds is overgegaan tot het in cir culatie brengen van nieuwe muntbilleten boven het wettige bedrag van 150 millioen fl. Uit het Venetiaansche verneemt men, dat overal ijve rig aan de verdedigingswerken gearbeid wordt, en met name in de lagunen van Venetië, waar o. a. staketsels gesteld worden, waarachter men tirailleurs kan plaatsen. In de zee worden torpedo's gelegd en branders toegerust. Hetzelfde ge schiedt te Pala. Men meldt uit Mexico, dat de heer Winkler, corres pondent van de Kölnische Ztg., op bevel van het Gouverne ment, uit die hoofdstad is weggejaagd en naar Europa opgezonden. Een ongeluk op den North-London spoorweg, waarby een trein aan den ingang van een viaduct gederailleerd is, tegen een wachthuis aangereden en slechts door den achter sten muur van dit gebouw gestuit is, en belet is geworden om in zijn geheel beneden op den weg neder te storten dit ongeluk schijnt een kleinigheid bij hetgeen Zaterdag nacht in den Welwyn tunnel op den Great Northern railway is voorgevallen. De beide wachters van den tunnel en een per soondie toevallig daar aanwezig was, zijn gedood. Overi gens waren de 3 treinendie daarbij in het spel waren alleen goederentreinen, en zijn, als door een wonder, alle 6 machinisten en stokers bijna ongedeerd gebleven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2