Hollandsche IJzeren Spoorweg Advertentiën. GROF- en HOEFSMEDERIJ. Grof-, Hoef- en Kachelsmederij Noord-HollandscheStaats-spoorweg. igen afloop van het gevaar, waaraan hij was blootgesteld eweest. Zoodra de Koning zich had verwijderd, trad de linister voor een der geopende vensters. Er was geen spoor aB eenige ontsteltenis op zijn gelaat te ontwaren. OFFICIEEL NIEUWS. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Saterdag den 12den Mei 1866 des namiddags te twee uren. Onderwerpen1°. Benoeming van een claviger voor de hoogere burgerschool. 2°. Vaststelling van het kohier voor e plaatselijke directe belasting, 1866. 3°. Concept-verorde- ing waarbij art. 231 der Algemeene Policie-verordening ordt ingetrokken en buiten werking gesteld. 4°. Concept- aadsbesluit en verordening voor de belasting op de honden. 6° Raadsbesluit tot opheffing van het beurtveer tusschen de emeenten Rotterdam en Leyden. 6°. Voordragt tot belooning van den beambte P. de Vries. 7°. Adres van P. Tibboel, achter aan het Blaauwe hekhoudende verzoek tot vermin- ering der pachtsom gedurende den duur der veeziekte. 8°. Voordracht tot den openbaren verkoop van het woonhuis en de stalling buiten de voormalige Mare-poort. 9°. Voordragt tot onderhandsche verhuring vana. het locaal boven de ijnsburgsche-poort. b. het huis buiten de voormalige Witte- oorfc. c. het huis op de gedempte Marendorps-achtergracht. 0°. Voordragt in zake den grond waarop de korenmolen e Valk is gebouwd. 11°. Voordragt betreffende het leggen an eene brug over de Minnebroersgracht. Men zal in het laatst der maand Mei 1866 op nader te bepalen tijd en plaats in het openbaar veilen en ver- 'oopen eene florissante in volle werking zijnde eiie een goed bestaan oplevert, in eene gemeente tusschen aarlem en Leiden. Zijnde inmiddels UIT de HAND te OOP. Nadere informatiën te bekomen ten Kantore van dec Notaris j. DE CRANEte Warmond. Brieven franco. Op Dingsdag 15 Mei a. s. zal, aanvangen de ZOMERDIENST, volgens de dienstbillettenaan alle Stations en Bestelkanto- ^en verkrijgbaar Prijs 15 Cents per groot en 2 Cents per klein billet). DE ADMINISTRATEUR. en Amsterdam, 5 Mei 1866. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Oudshoorn, Overwegende, dat, volgens de verklaring van den deskundige WIJ AND MUIS, door de besmettelijke veeziekte zijn aangetast en daar aan gestorven: van JACOB MARIiNUS WERVELMAN te Oudshoorn, en vaalbonte en een grimmel Koe, oud 6 en 1 jaar; een zwart itkop Kalf, oud 2 maanden; van TEUN1S RODENBURG, te Ouds hoorn, een vaal witkop Koe, oud 2| jaar; van ARIE WOLMER- STETTte Oudshoorn, een zwartbonte Koe oud 8 jaar; van AL- BERT WERVELMAN, te Oudshoorn twee blaauwe Koeijen oud 2 jaar; een zwartblaar en een blaauwbonte Koe, oud 8 en 5 jaar; twee zwartbonte Kalveren oud 3 maandenvan JAN DEN HERTOGte Oudshoorn, een zwartbont Kalf, oud 2 maanden; van CORNELIS SNELDERWAARD, te Oudshoorn, een zwartblaar Koe, oud 2 jaar, #n een zwartblaar Kalf, oud 2 maanden. Overwegende, dat, volgens die verklaring, de onteigening van ge noemde runderen noodzakelijk is, ten einde die, ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziekte, met de huid te kunnen begraven; Oelet op de artt. 69 tot en met 72 der wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: Boven omschreven runderen dadelijk te onteigenen en na inkerving der huid, met hijvoeging van een genoegzame hoeveelheid onge- bluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen begraven, en 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Oudshoorn, den 6 Mei 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. SCHARFF Jr. J. W. RöSENER MANZ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Oudshoorn, Overwegende, dat, volgens de verklaring van den deskundige WIJ NAND MUIS, door de besmettelijke veeziekte zijn aangetast en daar aan gestorven: van GIJSBERTUS VAN ZWIETEN, te Oudshoorn, een zwart witkop Koe, oud 9 jaar; van BOUDEWIJN VAN DONK, te Oudshoorn twee zwart witkop Kalveren oud 3 maanden van JA COBUS HENDRICUS TREUR, te Oudshoorn, een vaal witkop Koe, oud 7 jaar; van JACOB MARINUS WERVELMAN, te Oudshoorn, een zwart witkop en een zwartblaar Koe, oud 8 en 1| jaar; een zwartbont Kalf, oud 2 maanden; van ALBERT WERVELMAN, te Oudshoorn twee zwartblaar Koeijen oud 7 en 5 jaar een blaauwe Stier, oud If jaar, en drie blaauwbonte Kalveren oud 4, 3 en 3 maanden; van JAN DEN HERTOG, te Oudshoorn, een blaauwe Koe, oud 8 jaar; van DIRK JACOBUS VAN WIJK, te Oudshoorn, een zwart witkop Koe, oud 6 jaar. Overwegende, dat, volgens die verklaring, de onteigening van ge noemde runderen noodzakelijk is, ten einde zeter voorkoming van ver dere uitbreiding dier ziektemet de huid te kunnen begraven Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der Wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: 1°. Boven omschreven runderen dadelijk te onteigenen en na inkerving der huid, met bijvoeging van een genoegzame hoeveelheid onge- bluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen begraven, en 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Oudshoorn, den 6 Mei 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. SCHARFF Jr. J. W. RöSENER MANZ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Oudshoorn, Overwegende, dat, volgens de verklaring van den deskundige WIJ NAND MUIS door de besmettelijke veeziekte zijn aangetast en daar aan gestorven: van ALBERT WERVELMAN, te Oudshoorn, een zwart witkop en een zwartblaar Koe, oud 6 en 7 jaar; een zwart bont en een blaauwbont Kalf, oud 2 en 3 maanden; van CORNE LIS ANKER, te Oudshoorn, een zwart witkop Kalf, oud 3 maanden; van CORNELIS BREEVELDte Oudshoorn, een zwartbont Kalf, oud 2 maanden; van CORNELIS JANSE VAN HOORN, te Ouds- hooneen blaauwe Stier, oud 15 maandeneen zwart witkop en een blaauwbonte Koe, oud 5 en 7 jaar; van BOUDEWIJN VAN DONK, te Oudshoorn, een zwartbont Kalf, oud 4 maanden; van CORNELIS SNELDERWAARD, te Oudshoorn, een zwartblaar Koe en Kalf, oud 2i jaar, en 3 maanden; van de Wed. IJ. K. Swart, te Oudshoorn, een zwartblaar Koe, oud 6 jaar; van JAN MULDER, te Oudshoorn, een zwart witkop mest-Kalf, oud 3 maanden. Overwegende, dat, volgens die verklaring, de onteigening van ge noemde runderen noodzakelijk is, ten einde zeter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziekte, met de huid te kunnen begraven; Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: 1°. Boven omschreven runderen dadelijk te onteigenen en na inkerving der huid, met bijvoeging van een genoegzame hoeveelheid onge- bluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen begraven, en 2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland, af te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Oudshoorn, den 7 Mei 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. SCHARFF Jr. J. W. RöSENER MANZ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Oudshoorn, Overwegende, dat, volgens de verklaring van den deskundige WIJ NAND MUIS, door de besmettelijke veeziekte zijn aangetast en daar aan gestorven: van BOUDEWIJN VAN DONK, te Oudshoorn, een zwarbont Kalf, oud 2 maanden; van ALBERT WERVELMAN, te Oudshoorn, een zwartbonte en een vaalbonte Koe, oud 6 en 2 jaar; van JACOB MARINUS WERVELMAN, te Oudshoorn, een zwart bonte Koe en Kalf, oud 5 jaar, en 2 maanden; van CORNELIS BREEVELD Jz., te Oudshoorn twee zwartbonte en een roodbont Kalf, oud 2 maandenvan CORNELIS KAMMERAAD, te Oudshoorn, een zwartblaar Koe, oud 8 jaar; van CORNELIS SNELDERWAARD, te Oudshoorn, een zwart witkop Pink, oud 1^ jaar; van ADRIANUS OSKAM, te Oudshoorn, een zwart witkop Kalf, oud 3 maanden; van HUIBERT VAN DOORN te Oudshoorn, een zwart witkop Koe, oud 3 jaar; van TEUN1S RODENBURG, te Oudshoorn, een zwart witkop Koeoud 7 jaar. Overwegende, dat, volgens die verklaring, de onteigening van ge noemde runderen noodzakelijk isten einde ze ter voorkoming van ver dere uitbreiding dier ziekte, mei de huid te kunnen begraven; Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der Wet van den 28sten Au gustus 1851 Staatsblad N°. 125). Hebben besloten: 1°. Boven omschreven runderen dadelijk te onteigenen, en na inker ving der huid, met bijvoeging van een genoegzame hoeveelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke diepte te doen begraven, en 2®. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te kondigen binnen de Ge meente en te plaatsen in het Leidsch Dagblad. Oudshoorn, den 7 Mei 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. SCHARFF Jr. J. W. RöSENER MANZ»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 3