BIJBELLE ZIIG
Adverlentiên.
Vereeniging voor Christelijke Belangen.
Lijdei^-Prediking*.
OFFICIEEL NIEUWS.
over 2 Petr. 112 enz.
Us. J. H. GUNNING Jr.,
zoek voort en liep op een groote kleêrenkast toe. Deze'kast,
waarvan de deur half aanstond, ging open en als door den
bliksem getroffen stortte M. ruggelings ter aarde, het licht
latende vallen dat hij in de hand hield. Wat had de dief
gezien? Aan een spijker der kast hing het lijk van den
man, dien hij op reis waande, en die kennelijk de reis
slechts had aangegeven om zonder opzien zyn plan tot zelf
moord te kunnen volvoeren. De ontzettende val van M. werd
door lieden in de nabijheid der kamer gehoord. Toen zij
toeschoten en hem oprichttenwas hij tot een ongeneeslijke
krankzinnigheid vervallen.
Het schijnt dat in de Zuid-Afrikaansche republiek een
soort van slavenhandel in zwang komt, die, ofschoon onder
een anderen naamschijnt neer te komen op het rooven van
kinderenten einde die voor geld te verkoopen of voor vee
in te ruilen. Op die wijze zijn verscheidene aanvoeren ge
schied van zoogenaamde ingeboekte en verlaten kinderen of
weezen die aan anderen werden //overgedaanom tot hun
21ste jaar in dienst te bleven. De regeering evenwel trekt
zich de zaak ernstig aan en er is geen twijfelof de schul
digen zullen hunne straf niet ontgaan.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op
Donderdag den 29sten Maart 1866, des namiddags te
twee uren.
Onderwerpen: 1°. Voordracht tot ontslag van een ambte
aar bij de plaatselijke belastingen. 2°. Verzoek van H. A.
an der Hart, om ontslag als ambtenaar bij de plaatselijke
elastingen. 3°. Verzoek van Mr. H. Hartogh Heys van Zou-
eveenom ontslag als onderwijzer bij het vormend onder
wijs aan hulponderwijzers en kweekelingen. 4°. Voordracht
tot voorziening in het onderwijs in de scheikunde by het
vormend onderwijs aan hulponderwijzers en kweekelingen, en
mtrent de regeling van jaarwedden. 5°. Verzoek van Dr.
Baert, tot continuatie als stads-doctor. 6°. Voordracht
ot benoeming van twee hulponderwijzers aan de openbare
chool voor minvermogenden. 7°. Voordracht tot bepaling
an den aard en het bedrag van den borgtocht van den
gemeente-ontvanger. 8°. Voordracht tot het openstellen van
de beestenmarkt voor schapen en varkens. 9°. Voordracht
tot wijziging van het raadsbesluit van 17 Maart 1845, en
adres van de wed. C. Capteynom in het genot gesteld
te worden van een gedeelte der jaarwedde van wijlen haren
Ban. 10°. Voordracht om te besluiten tot het regelen van
gemeenschappelijke zaken met de gemeente Botterdam. 11°.
Verzoek van de Nationale Zangvereenigingtot het voort
durend gebruik van de stads-gehoorzaal. 12°. Verzoek van
de Heyder en Comp., tot het leggen van een brug over de
Minnebroers gracht. 13°. Adres van J. H. Hoffmeister, tot
wijziging der voorwaardewaarop hem gemeentegrond in ge
bruik werd verleend. 14°. Voordracht tot wijziging der voor
waarden waarop aan J. C. Meysing het dempen van een sloot
is vergund. 15°. Staat van af- en overschrijving van het
Luthersche weeshuis, 186 5. 16°. Bekening van de plaatse
lijke schoolcommissie, 1 86 5.
Donderdag 29 Maart 1866 des avondsten half acht ure,
DOOR
den Heer T. M. LOOMANvan Amsterdam.
Goede Vrijdag, 30 Maart, des voormiddags ten tien ure,
DOOR
Pred. te s-Hage
ZAAL. Noordeinde.
Vrjj van de regten van zegel en registratie, ingevolge het Koninklijk
besluit van den 6 September 1865, No. 52.
BUBGEMEESTEB en WETHOUDERS van Wouhrugge;
Overwegende, dat, volgens de verklaring van den des
kundige JAN OUDSHOORN, door de besmettelijke Vee
ziekte is aangetast en daaraan gestorven van GERARDUS
RODENBERG, te Woubrugge een blaar witkop Kalf, oud
3 weken.
Overwegende, dat, volgens die verklaring, de onteige
ning van genoemd rund noodzakelijk is, ten einde het,
ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziektemet de
huid te kunnen begraven
Gelet op de Artt. 69 tot en met 72 der Wet van den
28sten Augustus 1851 Staatsblad N°. 125).
Hebben besloten
1°. Boven omschreven rund dadelijk te onteigenenen
na inkerving der huid, met bijvoeging van een ge
noegzame hoeveelheid ongebluschte kalkter behoorlijke
diepte te doen begravenen
2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Ge
deputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te
kondigen binnen de Gemeente en te plaatsen in het
Leidsch Dagblad.
Wouhruggeden 26 Maart 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
G. SWART, Wethouder.
De Secretaris
P. DE RIDDER.
Vrij van de regten van zegel en registratie, ingevolge het Koninklijk
besluit van den 6den September 1865, No. 52.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Hazerswoude;
Overwegende, dat, volgens de verklaring van den des
kundige J. E. REICHMAN, Rijks-veearts, door de be
smettelijke veeziekte zijn aangetast en daaraan gestorven:
van TEUN1S SPRUITENBURGte Hazerswoude, eene
blaauwe witkop Koe, oud zeven jaren, en een blaauwbonte
Vaars, oud twee jarenvan De Wed. CORNELIS DROST,
te Hazerswoude, eene zwarte witkop Koe, oud vijf jaren;
van JACOB VAN DORP, te Hazerswoude, een bijs wit
kop Pink, oud een jaar; een zwart witkop Pink, oud een
jaar, en zwart witkop Vaars Os, oud twee jaren van JAN
KOETSIER, te Hazerswoude, eene zwarte bonte Koe, oud
zes jaren; van KORS VAN DER POEL, te Hazerswoude,
eene zwarte witkop Koe, oud zeven jaren; van JACOBUS
RIETVELD, te Hazerswoude, een zwartbonte Pink, oud
een jaar, en een dito, oud een jaar; van GERRIT VAN
OMMERING, te Hazerswoude, eene zwarte witkop Koe,
oud vier jaren; eene zwarte bonte Koe, oud zes jaren, en
eene dito, oud zes jaren; van CORNELIS VERTEGAAL,
te Hazerswoude, eene zwarte witkop Koe, oud vier jaren;
eene dito, oud drie jaren; eene dito, oud vier jaren eene
dito, oud vijf jaren, en eene dito, oud vijf jaren; van
De Wed. SIMON HEEMSKERK, te Hazerswoude, eene
zwarte witkop Koe, oud vijf jaren; van CORNELIS VAN
TOL, te Hazerswoude, eene zwarte witkop Koe, oud drie
jaren; en eene dito, oud drie jaren.
Overwegende, dat, volgens die verklaring, de onteige
ning van genoemde runderen noodzakelijk is, ten einde die,
ter voorkoming van verdere uitbreiding dier ziekte, met de
huid te kunnen begraven;
Gelet op de artt. 69 tot en met 72 der Wet van den
28sten Augustus 1851 (Staatsblad N°. 125).
Hebben besloten
1°. Boven omschreven runderen dadelijk te onteigenenen
na inkerving der h,uidmet bijvoeging van een ge
noegzame hoeveelheid ongebluschte kalk, ter behoorlijke
diepte te doen begravenen
2°. Dit besluit onmiddelijk mede te deelen aan Heeren Ge
deputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollandaf te
kondigen binnen de Gemeente én te plaatsen in het
Leidsch Dagblad.
Hazerswoudeden 27 Maart 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
C. VAN DER VLIES.
De Secretaris,
D. VAN DEN AKKER l. 3