te Koog a. d. Zaan; Dr. J. C. Matthes, te Berg-Ambacht; J. C. Singels, te Spijk, en L. Slotemaker, te Kruisland. Beroepen bij de Ned. Herv. gemeente te Utrecht Dr. F. W. Merens te Ylissingen. Wij vernemen dat de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler het beschermheerschap goedgunstig heeft aangenomen, dat hem door het bestuur der Typographische j vereeniging Lourens Janz. Coster werd aangeboden. Voor de verkiezing van twee leden voor den Gemeen teraad zijn heden ingekomen 1ste afdeeling 320 witte en 324 blauwe stembriefjes, j 2 de ii 339 a #-339 u in het geheel 65 9 witte en 6 63 blauwe stembriefjes. In de 1ste afdeeling zijn 6 67 en in de 2de afdeeling 782 kiesgerechtigden, te zamen 1449. Wij vernemen dat op een der onlangs in den schouw burg plaats gehad hebbende bijeenkomsten van Leidsche kie zer», het plan is geopperd om niet slechts een kiesvereeni- ging te vormendie op onbepaalde tijden bijeenkomt tot het stellen van candidaten bij aanstaande verkiezingenmaar ook en vooral een kiezersvereenigingwaarvan de leden bijv. maandelijks vergaderen tot het bespreken van openbare za ken en belangenwaartoe stof en aanleiding te vinden is in de gedrukte verslagen der Gemeenteraadszittingenten einde langs dien weg ook over het gedrag en de geschiktheid der Raadsleden een zekere controle of waakzaam toezicht te hou den. - Dat denkbeeld vond veel sympathie en schijnt zich te zullen verwezenlijken. - Het was een uitmuntend denkbeeld van heeren be- stuurderen van dezen schouwburgom hier Cremer's stuk //Emma Berthold" te doen opvoeren. De volle zaal bewees 11. Maandag genoegzaam dat het publiek er óók zoo over dacht. En wie zou ook geen belang stellen in een werk van onzen geliefdkoosden novellist? Bijj den naam van Cremer denkt ieder aan zoo menig aangenaam uurhem door de lezing der Betuwsche novellen verschaft! En hoe verschillend was er over die //Emma Berthold" geoordeeldSommigen hadden er een zeer streng vonnis over uitgesproken, ande ren hadden het gunstig beoordeeld. In de eene stad werd het stuk slechts twee of drie keeren opgevoerd, in de an dere beleefde het een groot aantal voorstellingen. Hoe vreemd zulk een uiteenloopend oordeel ook schijnen moge verwonderen wij er ons minder overwanneer wij dit too- neelspel beschouwen in verband met de uitvoering, welke er aan te beurt gevallen is. Na hetgeen wij Maandag avond gezien hebben, gelooven wij dat geen tooneelgezelschap zich ooit aan dit stuk moet wagenwanneer men niet aan de geringste détails en aan de onbeduidendste rol de grootste zorg besteden kan. Wij weten helaas hoe het in dit opzicht met de meeste tooneelvoorstellingen gaatgewoonlijk wor den twee of drie hoofdrollen vrij goed, soms uitmuntend, vervuldmaar - van de rest wordt weinig notitie genomen. Op die manier gebeurt het menigmaal; dat eene treffende scène den sterksten indruk op het publiek heeft gemaakt, maar dat die indruk plotseling bijna geheel wordt uitge- wischt door de verschijning van dezen of genen onervaren acteur, die ongelukkig den lachlust opwekt! Zóó iets was echter gisteren volstrekt het geval niet. Alles sloot goed in elkan der; ieder was op zijne plaats thuis, en toonde dat hij be greep wat er van hem gevorderd werd. Waarlijk, zulk een al'gemeen juiste uitvoering is een voordeel, van hetwelk, naar onze meeniDg, het succes der //Emma Berthold" voor een groot gedeelte afhangt. AH alle stukken zóó gespeeld werden, dan zouden de Hollandsche looneelschrijvers zich on getwijfeld heel wat meer opgewekt gevoelen, om hunne krach ten te beproeven. - Ons bestek gedoogt niet, den inhoud van het stuk uitvoerig op te geven, een enkel woord moge voldoende zijn. Eene weduwe, Mevr. Berthold, woont met twee dochtersEmma, Laura en haar bloedverwantCasper Baks. Een jaar of wat geleden was er ook nog een zoon Herman Berthold, maar een naamlooze brief beschuldigde dezen van allerlei slechte streken, zoodat hy na hevige hui selijke oneenigheden naar het buitenland vertrok, vergezeld van zijn vriend Hugo, die met Emma in het huwelijk zou tre den. Casper, die vroeger reeds door Emma was afgewezen be proefde zijn geluk bij Laura, maar ook zij wijst hem af en neemt het aanzoek aan van zekeren zeeofficier, Eduard von Wisveld. Bij een feest, dat voor die gelegenheid wordt gege ven, verschijnt een vreemdeling, die door middel van een briefje Laura om eene bijeenkomst verzoekt, welke zij toestaat. Tegelijker tijd ontvangt Eduard een naamloozen brief, waarin men hem waarschuwt omtrent Laura's gedrag. Hij gaat daarop 's avonds naar de plaats in den tuinwaar de bijeenkomst zal plaats hebben, en komt juist terwyl de vreemdeling Laura omhelst. De verklaring dat die man haar teruggekeerde broe der is wordt door Eduard niet geloofden hij verstoot haar met verachting. Emma, die in het stuk Laura's bescherm engel is en over haar waaktvergelijkt den laatsten naam loozen brief met dien van vroegere jaren en ontdekt dat Casper de booze geest isdie door behendigen laster en valsche beschuldigingen het geluk van haar broeder en zus ter en van haar zelve heeft verwoest. In eene hevigesterk gekleurde scène ontmaskert zij hem, en de verschijning van haar broeder Herman brengt hem geheel van zijn stuk. In het laatste tafereel jaagt men Casper weg, en wordt de algemeeue vrede gesloten; zelfs krijgt Emma haar geliefden Hugo terug. - De auteur heeft omtrent den valschen Casper anders gehandeld dan de meeste toonneelschrijversdie hunne booswichten al in het eerste bedrijf kenbaar maken, - want tot in het 4de tafereel blijft zijn huichelachtig karakter ver borgen, en dit mag met recht een goede greep genoemd worden. Minder beviel ons het duisterehet verwardehet welk in de eerste tafereelen heerschteen waardoor men eigenlijk weinig begreep van hetgeen men zag. De schrijver heeft te veel uit het oog verloren dat men van het begin af den toeschouwer een duidelijk denkbeeld moet geven van het onderwerp, dat men behandelt. Anders vermoeit men de aandacht te zeer. Duidelijkheid en regelmatigheidook bij schijnbare verwarringzijn eerste vereischten. In dit stuk wordt men te veel door bijzaken afgeleidterwijl men te vergeefs zoekt naar het hoofdidee. De schryver van //het Pauweveerke", //het blinkende haantje" enz. zou, als hy daarop wilde letten, ongetwyfeld groote diensten aan ons tooneel kunnen bewijzenwant ook in dit stuk is de schoone en geestige dialoog dikwijls opmerkelijk. Is echter het karakter van Emma niet wat vreemd en onvrouwelijk Is het ook wel natuurlijkdat Laura aan een vreemdeling 's avonds in den tuin eene bijeenkomst toestaat? Maar genoeg, laten wy liever eindigen met te verklaren, dat wij met pleizier het lan delijk feest hebben bijgewoond, en dat wij hartelijk gelachen hebben, om den koddigen knecht Harms, die door den heer Albregt zoo goed werd voorgesteld. Groote lof aan Mevr. San- drock- ten Hagen die een uitmuntende Emma was, en verder aan Mevr. Albregt-Engelman of liever kortheidshalve aan al de overige vertooners. - Het nastukje onderscheidde zich door onschuldige scherts, en door het vlugge spel van den heer en Mevr. Albregt. Uit Paramaribo wordt ons van Februari 1866 het volgende medegedeeld: Het volgende is een officiëele opgaaf van den uitvoer over het 4de kwartaal van 1865 suiker pond. kakao 123,227 koffie katoen 31,010 melassie gall. rum en dram 14,496 vierkant hout 949 pies. De geheele uitvoer bedroeg in 1865: suiker 15,612,805 pond. kakao 661,849 koffie katoen 348,353 melassie 388,033 gall. rum en dram 35,666 kwassie hout 144,635 pond. vierkant hout 1,768 pies en 2,000 kub. voet. Uit een vergelijkende staat blijkt dat in 1864 van sui ker, kakao melassierum en dram meer, maar van koffie en katoen minder was uitgevoerd. De 2 eerste kwartalen van 186 5 waren voor de suiker- en kakaoteelt zeer ouvoor- deeligwegens de menigvuldig gevallen regens. Daaraan worden dan ook in het Gouvernementsblad de mindere in komsten in 1865 toegeschreven, de beide oppositiebladen schrijven dat aan heel andere redenen toe, zooals aan ver. n tt 11 11 11 u 11

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 2