N°. 1838. Dinsdag 13 Februari. A°. '1866. Binnenlandsch Nieuws. LEIDSCI DAGBLAD. Deze Courant'verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagenen kost voor Leiden 1.95, en franco per post ƒ2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën, 1-6 regelsƒ0.75. Iedere regel meer 12 J Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberichten van l-4regels^.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 1 m.; 12 u. 41 m.; 3 u. 37 m.; 6 u. 6 m. 9 u. 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 43 m.; 11 u. 43 m.; 2 u. 42 m.; 4 u. 45 m.; 9 u. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtend 4 u., de overige dagen5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, 's namiddags te 2 uren. Des Zondags buiten dienst. Postbusliohtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 8 u. en te 10 u. 50 m.j's namiddags te 3 u. 35 m. 'savonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen te 10 u. 50 m. en 3 u. 35 m.'snamiddags.Oost-Indische Landpost. OverSouthampton, l en 17over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 26 van elke maand.West-Indische den 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijks-Telegraaf, Dagelijks geopend van 8 uren 's m. tot 9 uren's av. Spoorvreg-Telegraaf dagelijks vaD 7 u. 's m. tot 10 u. 30 m. av. Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uren. -Burgemeesterdagelijks te 10 uren. - President der Commissie van Fabricage des Zaterdags van 111 uren. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelyks van 104 uren. - Thesaurie, dagelijks van 102 uren. - De Gemeente- Architect is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 121 men. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 82 uren en van 4—7 uren;der In- en Uitgaande Rechten en Aooijnsen dagelijks van 91 aren en van 36 uren; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag Dinsdag, Woensdagen Donderdag van 92 uien. van Zegel, Registratie dagelijks van 84 uren; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uren. Z, M. heeft benoemd tot burgemeester der gemeente Stad Hardenberg C. J. van Riemsdijk, secretaris dier ge meente; der gemeente Renswoude W. H. Imminksecreta ris dier gemeente; der gemeente Drunen J. F. Jansen, se cretaris dier gemeente; der gemeente Schoonhoven J. J. Groe- neveldt, en der gemeente Heilo en Limmen P. L. Wentholt, secretaris dier gemeenten. Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der registratie en do meinen te Raalte Jhr. C. A. van Geusau, thans te Kortgene en in diens plaats Mr. P. J. Paetscommies ter directie te Amsterdam. Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der Directe be lastingen en accijnsen te Wilnis c. a., den heer J. A. van Vliet, thans te Wijchentot ontvanger der in- en uitgaande rechten te Caberg den heer N. J. H. Schelfhoutthans 3de klerk bij 's rijks entrepot te Rotterdam; tot ontvanger der directe belastingenin- en uitgaande rechten en accijnsen te Termunderzyl c. a. den heer J. J. van Raab van Can- steinthans ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Genten tot ontvanger der directe belastingen en ac cijnsen teWijhe, den heer E. H. Scheidius, thans adjunct commies bij het Departement van financiën. Bij Koninklijk besluit is goedgekeurd de verordening tot heffing eener plaatselijke directe belasting te Arnhem, ten gevolge waarvan zal worden geheven 3 van een inkomen van 500 tot 900 6 12 26 45 80 125 //175 250 n ii 900 1500 n 1500 2500 u ii n 2500 4000 4000 I, H 6000 h 6000 10000 N 10000 15000 15000 n 20000 20000 ii 30000 en verder 100 meer voor elke 10,000 tot een maximum van ƒ1000 voor een inkomen van ƒ100,000 en daarboven]; alles naar eigen aangifte der belastingschuldigen. De Staats-Courant deelt verschillende stukken mede, betreffende het gerezen verschil van gevoelen tusschen de aftredende en aanblijvende Ministers, over de invoering der strafwetgeving in Oost-Indië. Zij bestaan uit: 1°. een rap port van den Minister Fransen van de Putte van 5 De cember 1 865 2°. een van den Minister Olivier van 10 December; 3°. een van den Minister Thorbecke van 23 Ja nuari en 4°. een van den Minister Fransen van de Putte van 24 Januari 1866 allen aan Z. M. den Koning. De Minister Fransen van de Putte beroept zich op het gevoelen van de rechtsgeleerdenaan wie de samenstelling van het ontwerp is opgedragenen op het oordeel van den Raad van State. De Minister Olivier wijst op de volgende punten ffl°. dat in 1862 door den Raad van Ministers als be ginsel werd aangenomendat de invoering van het Indisch strafwetboek niet anders kon geschieden dan bij de wet; 2°, dat, met het oog op dat besluitde ondergeteekende bij missive van den 12den Juni 1862, N°. 134, den toen- maligen Minister van Koloniën uitnoodigde, om het door de commissie geleverd ontwerp met Memorie van Toelichting, waarbg van een tegenovergesteld beginsel was uitgegaan in dien zin te doen wijzigenen dat de toenmalige Minis ter van Koloniën zich met dat denkbeeld heeft vereenigd 3°. dat, ten gevolge van dit een en ander, in de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van den 9den December 1862 die door aide Ministers, met uitzondering alleen van den Minister van Oorlog, werd bijgewoond, door den ondergeteekende uitdrukkelijk is verklaardu dat de Re- geering van oordeel wasdat de zaak niet bij besluit maar bij de wet moest worden geregelden 4°. dat dan ook bij het gemeeenschappelijk rapport van den 3den Juni 1863 (waaraan door den Minister van Ko loniën zeiven bij nu uitgebracht rapport is herinnerd) aan Uwe Majesteit de redenen werden ontvouwd, die de be hoefte aan wettelijke regeling moesten doen aannemen. De ondergeteekende, hoezeer gaarne elk ander gevoelen eerbiedigende, heeft dan ook geene vrijheid gevonden om zijnerzijds een gevestigde en geopenbaarde overtuiging prijs te geven. Maar bovendien kon, naar zijn meening, na het vroeger besluit van den Ministerraaden na de verklaring van Regeeringswege aan de Vertegenwoordiging afgelegd, de zaak niet meer op de door zijn ambtgenoot voorgestelde wijze, buiten den Raad van Ministersom, worden afgedaan. Van daar, dat hij zich verplicht achtte bij missive van den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1866 | | pagina 1