N°. 1829.
Vrijdag 2 Februari.
A0. 1866.
Partijen en beginselen.
LEIDSCH DAGBLA
.Kf!
Deze Courant verschijnt eiken dagbe
halve Zon- en Feestdagenen kost voor
Leiden ƒ1.95, en franco per post ƒ2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke Nom-
mers Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën, 1-6 regels 0.75.
Iedere regel meer 12| Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberichten van l-4regels^.90.
Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 6 Cts. Zegelrecht 35 Cts
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 1 m.; 12 u. 41 m.; 3 u. 37 m.; 6 u. 6 m.
9 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 43 m.; 11 u. 43 m.; 2 u. 42 m.; 4 u. 45 m.; 9 u.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtend 4 u., de overige dagen5 n,; van Amsterdam (Beerebijt) naar
Leiden's namiddags te 2 uren. Des Zondags buiten dienst.
Postbusiichtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 8 u. en te 10 u. 50 m.;'s namiddags te 8 u. 35 m.
savonds te 7 n. 55 m. en op de Zondagen alleen te 10 n. 50 m. en 3 u. 35 m. 'snamiddags. Oost-Indisohe Landpost. Over Southampton
1 en 17; over Triest, 7 en 23; over Marseille, 916 en 25 van elke maand. West-Indische den 14 en voorlaatsten van elke maand.
RijUs-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uren 's m. tot 9 uren 's av. Spoorvreg-Telegraaf dagelijks van 7 u. 's m. tot 10 u. 30 m. av.
Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad onbepaalde tijden. - Burgemeester en JFethoudersMaandagen Donderdag te 11 uur.
Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uren/ - Burgemeester, dagelijks te 10 uren. - President der Commissie van Fabricage des Zaterdags van
11—1 uren. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10—4 uren. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uren. - De Gemeente- Architect
is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 121 uren.
Kantoor der Plaatselijke Aooijusen, dagelijks van 82 uren en van 4uren der in- en Uitgaande Rechten en Aooijnsen
dagelijks van 91 aren en van 36 uren; van '.Rijks Directe Belastingen, Maandag Dinsdag, Woensdagen Donderdag van 92
uren. van Zegel, Registratie dagelijks van 84 aren; van de Hypotheken en het Kadaster van 94 men.
ii.
Het kenmerkend karakter van een partijganger ligt wel
hoofdzakelijk daarindat hij een open oog heeft voor de ge
breken van zijn tegenpartij en zijn blik steeds beneveld is
voor hare goede hoedanigheden en daden. Bij een hartstoch
telijk partijganger hangt zyn oordeel in meerdere of min
dere mate af van de werking der hartstochten.
Ik verschilde ook daarin van den heer Liontoen wij te
zamen arbeidden aan de dagbladen de oude en nieuwe Grond
wet, dat onze betrekkingen tot de ondernemers niet van
denzelfden aard waren. De hoofdredacteur vindt of behoort
immers daarin te vinden zijn hoofdmiddel van bestaan zoo
hij aan die betrekking al zijn tijd en krachten moet beste
den. De heer Lion zal het willen erkennendat hij als par
tijganger in dienst stond van de party en dat mijne stelling
geheel vry was, waarvan het gevolg noodwendig was, dat
ik als medearbeider geheel kon schryven en schreef naar
mijne overtuiging. Het dagblad de Nederlander was in dien
tijd wel het voorname mikpunt voor de Grondwet, maar
niettemin behelsde het ook veeldat waar en goed en be
hartigenswaardig met myne beginselen strookte. Ik bepaalde
mij doorgaans met de bestrijding der artikelen geteekend
J. B., die het anti-revolutionair orgaan gebruikte tot open
baring van bloot anti-Thorbeckiaansche gevoelens en tot be
reiking van reactionaire bedoelingen. Alle stukken van
finantiëelen aard behoorden overigens tot mijn taak; maar
destijds was ik ook reeds een tegenstander en bestrijder van
die beginsellooze afschaffing van belastingen en die stelsel
loosheid waardoor zich ook het tegenwoordig bewind ken
merkte. De welbekende humoristische artikelenVleesch of
visch waren voor my alleen aardigniet strookende met
mijn beginsel, dat steeds was afschaffing van plaatselijke
accijnsen en verdeeling van het gebied voor belasting-heffing
tusschen het Rijk en de gemeenten met herziening van al
wat bestaat, - Met de toepassing der beginselen van den
heer G. v. P. ten aanzien van de wettelijke regeling van
het armbestuur en van het lager onderwijs was ik het on
eens omdat ikhet Staatstoezicht afscheidende van het
Staatsalvermogenvan het eerste een voorstandervan het
laatste een tegenstander was. Zelfstandigheid der diaconiën
is, even als gezindheidsscholenondenkbaar, zoolang oligar
chie in de kerk heerscht. Beide passen voor de R. Catho-
liekenmaar niet voor de Protestantendie geen invloed
hebben op het kerkbestuur. Het Staatstoezicht is heilzaam
voor de onmondigen even als het gezach van den toezienden
voogd over het beheer en bestuur van den voogd noodig
is in het belang van den minderjarige.
Niet alles wat de heer L. in de Grondwet schreefstrookte
met mijn gevoelen ik was niet als hij een partijganger of
in dienst eener partijdaarom werden ook soms mijne beschou
wingen herzien en gewijzigd, naar hetgeen men in partij
belang goeddacht. De hoofdredacteur van de Grondwet was
een Thorbeckiaan een volbloed coryphee van het met de
Aprilbeweging afgetreden bewind en daardoor de hevige be
strijder van het Ministerie dat optrad. Maar *iadat zijn hulp
en dienst, zijn ijver en zijn talent door de partij, die hij
diendeniet meer noodig werd geachtkwam er een recht
matige griefdie zich dadelijk voldoening verschafte in de
redactie van het dagblad de constitutioneeldat het opge
treden Ministerie ondersteunde tegen de partijwaarvan de
Grondwet het orgaan was geweest. En toen ook dat strijd
perk moest worden verlaten was het weder de Thorbeckiaansche
partijdie gesteund werd door de gaven en talenten waar
mede de heer L. de nieuwe Grondwet opluisterde. Voor hem
en voor de goede zaak was het te bejammeren dat dit her
rezen dagblad zoo spoedig en zoo eensklaps ophield te be
staan want het was een orgaan dat scheen te zullen wor
den de onpartijdigste voorstander van de zuivere liberale
richting, die zich de constitutioneele noemde en zich losmaakte
van al hetgeen naar Thorbeckiauisme en anti-Thorbeckianisme
zweemde, 't Is door den baron van Zuylen van Nyevelt in
1864 naar waarheid opgemerkt: ff de conservatieven zyn li«