N°. 1782. Donderdag 7 December.
A°. '180
ffle interpellatie betreffende het wetsontwerp
tot regeling der grondbelasting in
Limburg.
Deze Courant verschijnt eiken dagbe
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden 1.95, en franco per post ƒ2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke Nom-
rners Vijf Cents.
LAB.
Prijs der Advertentiën, 1-6 regels 0.75.
Iedere regel meer 12}. Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberigten van 1-4 regels/0.90,
Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Cts, Zegelrecht 35 Cts
Spoortreinen van Leiden naar 'a Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 1 m.; 12 u, 41 m.; S u„ 37 ra.; 6 u. 6 m.;
9 n, 6 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 43 m.; 11 u, 43 m.; 2 u. 42 m.; 4 u„ 45 m.; 9 u,
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige dairen, uitzesonderd des Zondags, 5 n.; van
Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, Maandags ten 2}. n. 's nam, de overige dagen 's namiddags ten 3 ure, de» Zondags buiten dienst.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 8 u. en te 10 u. 50 m.;'s namiddag» te 3 u. 35 m.
javonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen ten 10 u. 50 ra. en 3 u„ 35 m,'s namiddags. Oost-Iadisohe Landpost, Over Southampton
1 en 17 over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. West-Indische den 14 en voorlaatsten van elke maand.
RijUs-Telegraaf. Dagelijks geopend vau 8 uur 's m. tot 9 uur's av. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 7 'sm. tot 10 u. 30 ra. av.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandagen Douderdagte 11 uur.
Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - President der Commissie aan Fabricage des Zaturdags vaa
111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. De Gemeente- Architect
is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 12 1 uur.
Kontoor der Plaatselijke Aooijnsen, dagelijks van 82 uur en vau 4<1 uur; der In- en Uitgaande Aeobten en Aooijnsen
dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Diugsdag, Woensdag an Donderdag van 92
unr. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en bet Kadaster van 94 uur.
De Tweede Kamer heeft besloten dat wetsontwerp te be
handelen of aan de orde van beraadslaging te stellen
dadelijk nadat het wetsontwerp tot vaststelling der middelen
voor de dienst van 1866 zal zijn afgedaan. Tot zulk een
besluit zou zij ook hebben kunnen komen zonder een voor
afgaande interpellatie van de Regering; want naar ons oor
deel heeft die interpellatie geen doel getroffen en is het nog
onzeker of het wetsontwerp al dan niet zal worden verde
digd uu het ministerie zich het lot daarvan niet aantrekt
en zeer waarschijnlijk het gevoelen deelt van het lid der
Tweede Kamer, de heer van Heukelom die verklaarde: /rik
wil mij over de wet zelve niet uitlaten iu zekeren zin is de
aanneming of de verwerping my onverschillig."
De heer van Goltstein heeft zijn interpellatie kortelijk toe
gelicht, Het waf eenvoudig de vraagdie hij reeds vroeger
gedaan heeft, en hij wenschte dien stap te rechtvaardigen
ten aanzien van hendie meenen dat dit ontwerp meer spe
ciaal tot den Minister van Finantiën behoort. Spr. was van
meening, dat dit ontwerp, na al het gebeurdeniet aan den
Minister van Finantiën maar aan de Regering behoort. Hij
behoeft niet te wijzen op den teederen aard van het onder
werp, gelijk die het geval is met elk onderwerp tot ver
booging der grondbelasting. Hy werpt een blik op de ge
schiedenis, de voordragt en aanbieding in 1862 de talrijke
adressen, de wederindiening in 1863; de toenemende agi
tatie in Limburg; de taal aldaar gevoerd, die soms hevig,
ja schier oproerig was; de partiële verkiezing te Roermond
en het manifestweg met het ontwerp en weg met den Mi
nister Betz; de daarop gevolgde interpellatie van 12 Mei
1864, de wederindiening van het ontwerp en het ontslag
van den Minister van Finantiën, Dit is wel genoeg ten be-
tooge, dat het ontwerp niet van eenvoudigen aard is, en
niet op een Ministermaar op het gebeele kabinet berust.
Daarenboven de plaats van den Minister van Finantiën is
slechts tijdelijk vervuld. Het is du3 rationeel aan de Rege
ring te vragen, of het ontwerp gehandhaafd wordt of niet.
En het antwoord daarop moet nu en niet later gegeven wor
den. Alle personele consideratie moet men daarbij op zijde
zetten. Het 19 een erkend feit, dat dit ontwerp herhaaldelijk
tot een wapen bij de verkiezingen is gebruikt, zoowel van
de zijde der oppositie als wel van de kandidatener moet
een einde aan de zaak komen, men moet niet meer denken
in Limburg dat de uitslag der verkiezingen invloed op de
indiening of de intrekking van een wetsontwerp kan hebben.
Wederom staat aldaar een verkiezing voor de deur, en uit
alles wat men verneemt, ziet men dat in Limburg, met
deu val van den Minister van Finantiënde vrees voor de
wederindiening der grondbelasting schijnt te verdwijnen. Die
onzekerheid moet weggenomen wordenzoowel in het belang
van de waardigheid der Kamer als in dat van Limburg en
voornamelijk in dat van de Regering. Hij vraagt dus: »is
de Regering voornemens de verantwoordelijkheid der weder
indiening op zich te nemen Handhaaft d» Regering het
ontwerp
Het antwoord der beide Ministersdie het woord voer
den was in zoover ontwijkend, dat de beslissing dadelijk
aan de Kamer werd gelaten zonder dat de meening der Re
gering was geopenbaarddie eerst later bleek in deze woor
den i/de Regering heeft de zaak der grondbelasting in Lim
burg steeds beschouwd als een zaak, die den Minister van
Finantiën aanging er is steeds verschil in het kabinet ge
weest, of niet, in verband met een meer algemeene herzie
ning, dit ontwerp van verhooging van grondbelasting moest
worden voorgedragen," Zoo die verklaring juist is, waar
aan wij niet twijfelen, al mogt in het Bijblad van de Ne-
derlandsche Staats-Courant daaraan een anderen vorm zijn ge
geven dan i3 het antwoord der Regering toch eeuigermate
in strijd met hare houding, of wij vergissen ons zeer ten
aanzien van het begrip van homogeniteit in of verantwoor
delijkheid van het Ministerie.
Het bedoelde wetsontwerp heeft een onderwerp van over»