gezindten hadden zich in het kerkgebouw verèenigd om nog
maals de laatste Evangelie-verkondiging aan te hooren van
een leeraar die bij velen in liooge achting stondwegens zijn
gemoedelijken omgang en oprechte liefde die hij zijn ge-
meentenaren toedroegen ongetwijfeld volgen hem hunne
beste wensehen en zegeningen naar zijn nieuwe gemeente te
A msterdam.
Uit Delfshaven meldt men dal 11. Zondag avond üs.
N. Ostiberoepen naar Hattemvoor eene buitengewoon
groote menigte, zijne afscheidsrede, naar aanleiding van
Hand XX, vers 32, en wel deze woorden: //En nu be
veel ik u Gode."
De openbare brief van Dr. A. Pierson aan zijn laat
ste gemeente verdient de belangstelling van iedereentot
welke godsdienstige gezindheid of kerkelijke richting hij ook
behoort. Voor ieder is daarin veel te vinden, dat tot ern
stig nadenken opwekt en behartigenswaardig is, ofschoon er
ook overvloedig stof tot grondige kritiek voorhanden is.
Hoogst opmerkelijk zooveel vereenigd te vinden wat van ta
lent, kennis en gemoedelijkheid getuigt, - vooral in een
man, wiens opvoeding en vorming geschiedde onder een
atmosfeer van orthodoxe en vrome beginselen. Dat kleine ge
schrift van Dr. Pierson bovendieu uitmuntende door keurig
heid van stijl wensehen wij in handen van ieder die de
ernst des "levens waardeert en van zijne persoonlijke verant
woordelijkheid voor hetgeen hij gelooft en hoopt overtuigd is.
De tot voor korten tijd onder Abcoude-Baambrugge
gewoond hebbende heer J. F. A. M. Witsen baron Straal
man, op 17 Augustus 11. te 's Gravenhage overleden, heeft
bij testamentaire beschikking aan de burgerlijke gemeente
Abcoude, vrij vau het regt van successie en andere lasten en
kosten, gelegateerd vier huizen en Erven, in het dorp Ab
coude gelegenonder bepaling dat deze huizen door het
Gemeentebestuur ten eeuwigen dage zullen moeten worden
beheerd, en dat van de huuropbrengst elk jaar 250 moet
worden besteed om aan de armen der gemeente Abcoude-
Baambrugge winteruitdeelingen te doeu op zoodanige wijze
als het tijdelijke Gemeentebestuur zal raadzaam oordeelen.
Ook is een legaat, groot f 500, vrij van successie en kos
ten door bovengenoemden heer aan de algemeene armen
aldaar en eene gelijke som aan de algemeene armen van
Abcoude-Proostdij vermaakt.
Zaturdag 11. is de verzameling van handschriften van
Mr. W. Bilderdijk, bevattende 19 8 nommerswaaronder de
gouden medaille van de Leidsche Maatschappij van Letter
kunde, aan verschillende koopers verkocht voor f 463,7 5.
De arrondissements-rechtbank alhier heeft op heden
uitspraak gedaan in de zaak van Prof. Stuffken c. s. tegen
Jhr. Mr. J. N. van Puttkammer c. s. en bij een uitvoerig von
nis de eisch der eerstgenoemden tot overgifte van het be
heer der kerkelijke bezittingen van de Nederduitsch Hervormde
gemeente te Leiden ontzegd, met veroordeeling in de kosten.
De Gemeenteraad heeft heden Dingsdag, de behande
ling der gemeentebegrooting voor 1866 voortgezet, nadat
eerst op nieuw in stemming was gebragt, waarover in de
vorige vergadering de stemmen hadden gestaakt, art. 84
betreffende het afbreken van de Rijnsburgsche poort, waar
voor zich thans 11 leden vóór en 12 tegen verklaarde zoo
het plan is verworpen.
Art. 8 6 (onderhoud van gebouwen) lokte een woorden
wisseling uit over de kosten van onderhoud van deu Burg
en de fonteinen tusschen de HH. Hartevelt, de Moen en
de Fremeryterwijl de heer van der Hoeven de behoefte
deed gevoelen aan een beter ingerigt locaal in plaats van
de Stads-Gehoorzaalde post is daarop met 20 tegen 3
stemmen aangenomen, volgens het voorstel der commissie
van Financiën, met eene vermindering van f 102 5. Art.
86 voor dag- en weekloonen der werklieden werd aange
nomen met 21 tegen 2 stemmen, nadat een voorstel van
den heer Meerburg, om het weekloon der opperlieden van
de straatmakers van f 4,60 te brengen op f 5 met 16
tegen 7 stemmen was verworpen. Bij Art. 89 werd door
den heer Hartevelt opgemerkt, dat door de afschaffing der
plaatselijke accijnsen de toelage van f 600 aan het Inva
lidenhuis moest wegvallen; de heer YVltewaall deelde
den oorsprong van de toelage mede en stelde voor die
voor 1 86 6 nog (e behouden. Met 20 tegen 2 stemmen
werd dit art. aangenomen.
Bij art. 92 voor kosten van toezigt en invordering der
plaatselijke belastingen werd door den heer Hartevelt ter
sprake gebragt het personeel der beambten van den ontvanger
waarop is bepaald dat na 1 Mei 1 866 daaromtrent door HH.
Burgemeester en Wethouders een voordragt zal worden ge.
daan Art. 93 betreffende de vergoeding aan het Rijk voor
de invordering der gemeente-opcenten werd aangehouden,
Bij art. 95 bezoldiging der agenten van politie werd door
de HH. Tollens, van Outeren Hartevelt en Holtz op eeue
krachtige wijze aangedrongeu op eene verhooging der jaar
wedde met 100, de heer de Moen stelde die verhooging
voor op f 50, de heer de Fremery bestreed die voorstellen
op grond der afwezigheid van den heer Burgemeester, waarop
de heer Stoffels diens gunstige gezindheid deed kennenzoo
dat de verhooging tot f 100 met algemeene stemmen werd
aangenomen. De heer le Poole stelde zich in de bres voor
deu torenwachter bij art. 97, tengevolge waarvan zijn voor
stel tot verhooging van diens wedde met f 50 werd aan
genomen met 21 tegeu 2 steramen. De heer Hubrecht zich
vereenigd hebbende met het voorstel der commissie van Fi
nanciën werd art. 101 wegens bezoldiging van de brand
weer met een vermindering van f 488 aangenomen. Bij
art. 107 werd besloten de leden der plaatselijke genees
kundige commissie met 1 November eervol te ontslaan met
dankzegging voor de bewezene goede diensten. Art. 111
werd vermeerderd met f 200 voor de verhoogde bezoldiging
van den leeraar voor de natnurlijke historie. Op art. 121
vereenigde zich de heer Hubrecht met het voorstel tot ver
mindering met f 1600 voor een schoeijing langs de Bin
nenvestgracht terwijl de heer Scheltema in bedenking gaf
de geheele post uit de dienst van 1865 te vinden.
Art. 123 (geneesmiddelen voor de armen) werd met 500
verminderd en art. 127 (Verpleegkosten van zieken) met 500,
terwijl volgens de vastgestelde begrootingen het bedrag der
subsidiën aan de Godshuizen met f 1900 werd verminderd
en onder art. 131 een subsidie van f 510 voor de Israë
litische armen werd uitgetrokkeu. Bij art. 137 (pensioenen
en wachtgelden) vereenigde zich de groote meerderheid ooet
het voorstel der commissie van Financiën oui het wachtgeld
aan de ambtenaren der plaatselijke accijnsen te berekenen
naar den diensttijd en werd het voorstel van Burg. en Weth,,
dat op den leeftijd rustten, met 19 tegen 3 stemmen
verworpen, zoodat dat art. tot f 13382,26 werd uitge
trokken.
Alsnu tot de behandeling der inkomsten overgaande, kwam
bij art. 4 de heer Scheltema voor zyn beginsel uit ten aan
zien van het plaatselijk belastingstelsel. Hij betoogde het nut
van de heffing van ééne directe belasting in plaats van
gemeenteopcenten op de personele belasting en den hoofde-
lijken omslag, die onder twee verschillende vormen bij twee
verschillende ontvangers de belastingschuldigen lieten beta
len 175 opcenten van de personele belasting. Hij schetste
het voordeel en het belang van ééne belasting op billijke
grondslagen gevestigd en verklaart zich bereid om met cij
fers te bewijzen de onbillijke verhouding, die tusschen den
aanslag in de personele belasting en het verteringsvermogen
bestond. De HH. Hartevelt en de Fremery spraken in den
zelfden geest, en werden door de HH. de Moen en Krantz
beantwoord, die op de provisionele beffing van 5 0 opcenten
op de personele belasting voor 1 866 aandrongen, waar
mede zij zich vereenigdenzoodat daartoe met 19 tegen 2
stemmen werd besloten. Volgens het voorstel der commissie
van Financiën werd met gelijke stemmen besloten de ramiüg
van het gemaal eu van het gedistilleerd voor ieder met
f 2000 te verhoogen terwijl bij art. 12 den heer Tollens
de heffing van een have- en liggeld aanprees en daarin een
billijke vergoeding zocht voor de kosten van onderhoud der
wallen, waaraan ook de doorvarende vaartuigen zouden wor
den onderworpen. - De HH. de Fremery en Wttewaall be
streden dat beginsel waardoor de handel zou worden be
lemmerd en waarvoor nimmer de goedkeuring der hooge
Regering zou worden verkregen. De heer de Moen daaren
tegen verlangde uitbreiding der heffing van het bestaand
haven- en liggeld, ook zelfs in overeenstemming inet de
heer Tollens, doch zag bezwaren in de kosten van surveil
lance. De verdere artikelen van het II Hoofdstuk der in
komsten werdeu daarop aangenomen en de verdere behande
ling verdaagd tot Woensdag ten 2 ure.