Binnenlandse!] Nieuws. eerbiedig verzoeken dat het den Gemeenteraad van Leiden moge behagen het voorstel door de Heereu du Rieu c. s. gedaan te verwerpen en het voorstel gedaan door de Raads commissie bestaande uit de heereu van der Boon Mesch, Lisman en Huyser in nadere overweging te nemen, doch in elk geval geen hoofdelijken omslag in te voeren dan zoo ge ring mogelijk bij volstrekte noodzakelijkheid, tot suppletie van andere belasting. 't Welk doende enz. Z. M. heeft benoemd bij het wapen der infanterie bij het 1ste regement, tot lsten luitenant (naar ouderdom van rang) den 2den luitenant G. Blaauw van het corps. Men verneemt, dat Z. K. H. Prins Alexander, tweede zoon des Koningsdie heden Vrijdag den ouderdom van 14 jaren heeft bereikt, aan boord van Zr. Ms. fregat Adolf Hertog van Nassau, een reis zal ondernemen naar de Mid- dellandsche Zee. In verband met de reeds door de regering gegevene voorschriften zijn de verschillende inspecteurs over het loods wezen dezer dagen door den Minister van Marine aange schreven, om bij het binnenkomen van schepen of stoom- booteu uit Engeland, wanneer aan boord dier vaartuigen vee is ingescheept, daarvan dadelijk kennis te geven aan de plaatselijke autoriteiten; zullende die schepen niet verder mogen worden opgeloodst, dan nadat die autoriteit daartoe magtiging zal hebben verleend. De algemeene commissie van liquidatie der zaken be treffende de voormalige wees- en momboirkamersgeves tigd te 's Gravenhageroept successivelyk door middel der Staals-Courant allen op, die vermeenen op gelden of gelds waarden van de voormalige wees- en momboirkamers af komstig recht te hebben. Ter meer algemeene bekendwording dier oproepingen is aanvankelijk door Gebroeders Belinfante te 's Gravenhage en later door dezen in vereeniging met H. J. van Kesteren te Amsterdam, eeu werk uitgegeven getiteld: Wetgeving betreffende de nalatenschappen vroeger door de wees- en momboirkamers beheerd benevens een lijst van die kamers en hare keuzen gevolgd door de officiële oproepingen der erfgenamen, met een voorrede van Mr. Dav. H. Levyssohn Norman, advokaat bij den Hoogen Raad der Nederlanden te 's Gravenhage. Ter voorkoming van nadeel voor gerechtigden, uit den bij art. 10 der wet van 5 Maart 1 852 (Staatsbl. N°. 45 vast- gestelden termijn voor de aanmelding kunnende ontstaan) wordt hun herinnerddat in het tweede vervolg van genoemd werk de oproepingen voorkomen van de nalatenschappen afkomstig van de voormalige weeskamers te Monnikendam, Edam, Haarlem, Amsterdam (1ste reeks), Dirksland en Leiden, (1ste reeks). Deze allen worden thans door voormelde algemeene com missie van liquidatie beheerden vervallenbij niet opvor dering, onherroepelijk aan den Staat, als: Monnikendam na 21 November 1 865 Edam na 22 December 1865 Haarlem na 28 Januarij 1866 Amsterdam 1ste reeks, na 1 Maart 1866 Dirksland na 14 Junij 1866 en Leiden lste reeks, na 1 November 1866. Op de tentoonstelling van pluimgedierten, bloemge wassen en tuinvruchtendie dezer dagen te 's Gravenhage in het gebouw der Teekenacademie wordt gehoudenis o. a. aan onzen stadgenoot, den heer W. C. de Saintoegekend een zilveren medaille als lste prijs voor .20 bloeijende struik rozen, en na plaats gehad hebbende loting om den lsten prijs, een bronzen medaille als 2de prijs voor 20 bloeijende Fuchsia's op stam; een zilveren medaille en f 5 als lste prijs voor 20 bloeijende Fuchsia's van de nieuwste soort; en een bron zen medaille als lste prijs voor de grootste meloen op de tentoonstelling. Nadat een hevige stortbui was gevallen toen de troe pen der bezetting van de residentie, grenadiers, jagers, dragonders, artillerie en schutterij, Donderdag den togt naar Scheveningen met een talrijke stoet wandelaars maakten werd het weder bijzonder gunstig, zoodat de plegtigheid in de open lucht met ontblooten hoofde aan hetScheveningsche strand door Z. K. H. Prins Frederik werd verrigt. 't Was een treffend gezigt die menigte op het duin en langs het 9tranddie versierde pinken op de kalme zee; maar ook den geliefden Vorst bij een zoo zeldzame plegtigheid op een tot ernst en aandoening stemmenden dag, blijkbaar in een ernstige stemming, toch met een kalme ziel. Het eerste gedeelte van zijn toespraak betrof een verslag van de ver- rigtingen der Hoofdcommissie, meer bepaaldelijk gerigt tot de aanwezige leden der plaatselijke commissiën. Wat daarop volgde had betrekking tot het stichten der Gedenknaald, waarbij lof werd toegebragt aan de ontwerpers en bewerkers, en twee bijzonderheden werden medegedeeld die wij gaarne opnemen. Het werk is bij nacht bewaakt door Arie van der Toorneen der weinige zeelieden nog in levendie in de moeijëlijke tijden met de pinken naar en van Engeland be- rigten en van daar herwaarts met levensgevaren krijgsvoor raad hebben medegebragt. - In een reeds vóór nu 5 0 jarea door Ambrosius Justus Zubli, (de vader van den Haagschea predikant E. A. Zubli en destijds ontvanger te Leiden) ver- vaardigd dichtstuk in drie zangen onder den titel//Neder land verlost, A°. 1813," vindt men daar, waar hij den dag van 3 0 November bezingt, deze dichtregelen: O Dag door God bereid! o Heil, door God beschoren! Uw nagedachtenis ga nooit bij ons verloren. Rigt een gedenkzuil op aan 't Scheveningsche strand En grift daarop in goud//God redde Nederland." En toen werd de Gedenknaald onthuld en schitterden die woorden //God redde Nederland" aan de eene en //het dankbaar Vaderland" aan de keerzijde; maar lieten ook vreug degejuich en kanonschoten fanfares en hoera's zich hooren. Toen vervolgde Z. K. H. zijn taak en eindigde met harte lijke toespraken en daaronder een woord dat herhaald mag worden in elk vaderlatidschc gezin: //het Nederlandsch Volk mag van zich getuigen wat op deze Naald geschreven staat. Moge het dat getuigenis ten alle tijde van zich kunnen ge ven en den Almagtige eeren en erkennen als zijn God en Redder, dan zal het wat ook in de toekomst voor on3 ver borgen ligge, Nederland immer wel gaan." De waarnemende burgemeester van 's Gravenhage beant woordde die rede op een waardige wijze, waarvan wy ook dit alleen kunnen opnemen van uitstekend belang voor allen die het hoorden en niet hoorden //Als ons oog zich zee waarts wendt, daar over die onmetelijke ruimte, van waar eenmaal hulp en redding kwam opdagen - die ruimte die het zinnebeeld der eeuwigheid is, dan wordt onze geest meer tot de ernst dezer feestviering gestemd en wij eerbiedigen in hetgeen, wat zich over een tijdvak van 50 jaren, voor onze oogen voordoetde hand van den Almagtige die het alles beschikte en gebood. In die overtuiging geven wij ook deze Gedenkzuil gerust aan het nageslacht over, wel vertrouwende dat, zoolang dit gedenkteeken een waarheid aan de wereld zal verkondigen Gods zegen ook op onze Gemeente en op ons Vaderland zal blijven rusten." Aandoenlijk was de taal der dankbaarheid, die den ge liefden Vorst van de lippen vloeide en die zich nog meer dan in woorden uitdrukte in de stevige en herhaalde hand drukken tot den geachten Collot d'Escury die zich in tranen ontlastte toen de Vorst den 24slen Augustus 93 jaren geleden den geboortedag eens geliefd vaders noemde. Maar die droef heid werd gelenigd door de herhaalde kreeten der hem om gevende menigte: //leve Prins Frederik leve Prins Frederik leve Prins Frederik!" En daarmede was de plegtigheid nog niet afgeloopen. Z. K. H. begaf zich gevolgd door de Hoofdcommissie en den Gemeenteraad van 's Gravenhage naar de tribunewaar zich HIT. KK. HH. de Prinsen Alexander en Hendrik staande de plegtigheid hadden bijgewoond. Hij sprak hun toe en geleidde hen verder naar de estrade voor de Gedenknaald. Hij wees hun op de woorden die er op gegrift waren en las hun nog eenige regelen voor uit de toespraak die hij in zijn handen had. En gewis die taal van den oudsten telg van het Huis van Oranje, nog in leven, zal op het manne lijk hart zoowel als op het jeugdig gemoed niet zonder ge- zegenden indruk blijven. Een lauwerkrans was aan het ijzeren hek rondom de Ge denknaald geplaatst, gehecht, door de afdeeling Amsterdan de Vereeniging het Metalen Kruis, waarvoor Z. K. H. den danl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1865 | | pagina 2