Dingsdag 15 Augustus. N°. 1684. Eene nieuwe plaatselijke directe belasting. II. IDSCH Deze Courant verschijnt eiken dagbe halve Zon- en Feestdagenen kost voor Leiden 1.95, en franco per post ƒ2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën, 1-6 regels/0.75. Iedere regel meer 12J. Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regelsƒ0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 8 u. 38 ra.; 10 u. 15 m.; I u. 14 ra.; 3 u. 42 m.; 6 u. 6 m.; 9 u. 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 34 m.; 10 u. 12 m.; 11,u. 54 m.; 2 u. 51 m.; 4 n. 44 ra.; 9 en op Zon- en Feestdagen rijdt ook een trein van 's Hage naar Leiden des avonds te 10 u. 50 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige dagen, uitgezonderd des Zoudags,5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) uaar Leiden, Maandags ten 2| u. 's nam. de overige dagen 's namiddags ten 3 ure, des Zondags buiten dienst. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en.op de Nieuwstraat: 's morgens te7u.45m. en te 11 u.;'s namiddags te 8 u, 35 m. !s avonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen ten 11 u. en 3 u. 35 m. 'snamiddags. Oost-Iodisobe Laodpost. Over Southampton 1 en 17over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand.West-Indisohe den 14 en voorlaatsten van elke maand. RijUs-Telegraaf. Dagelijks geopend van 7 uur 's m. tot 9 uur's av. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 7 u. 's ra. tot 10 u. 30 m.av, Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdagte 11 uur. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van 111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. - De Gemeente-Architect Is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgeus 121 uur. Kantoor der Plaatselijke Aooijnsen, dagelijks van 82 uur en van 4—-7 uur; der In- en Uitgaande Rechten eu Accijnseu dagelijks van 91 uur en vau 36 uur; van VRijks Directe Belastingen, Maandag, Diugsdag, Woonsdag en Donderdag van 92 oor. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster van 94 uur. De meeste hoofdelijke omslagen zijn in strijd met het ver bod, in de tweede zinsnede van art. 253 der gemeentewet vervat, en het is niet een uit de lucht gegrepen opvatting als wij bewerendat bij de herziening geen goedkeuring- des Konings tot voortdurende heffing te wachten is. De Mi nister van Binnenlandsche Zakende heer Thorbeckever klaarde uitdrukkelijk het volgende: //Van mijne zijde zal ik zeer gaarne ziendat de hoof delijke omslagen op andere grondslagen worden gevestigd dan die van het personeelen zal ik gewisvoor zooveel van mij afhangt, trachten te bewerken, dat dit geschiede waar dit geschieden kan. Het zal een zeer heilzame tak van belasting zijnwaarvan de proef in de gemeenten het best en misschien alléén zal kunnen genomen worden. Zal de Re gering dat recht en die magt niet hebben Zij zal altijd het recht hebben vast te houden aan het begrip, hetgeen de wet uitdrukt, dat de grondslagen voor een redelijken maatstaf van de inkomsten der belastingschuldigen moeten te houden zijn. Beweert de Regering, de grondslagen die gij stelt zijn dat niet, welk recht zal dan aan de andere zijde bestaan, om van de Regering te vorderen, dat zij evenwel goedkeure?" De huurwaarde van een huis of van een kamer wijst wel aan, op hoedanige manier het inkomen wordt verteerd, en kan als zoodanig wel worden beschouwd als het minimum van het inkomenontelbare voorbeelden kannen bewijzen dat dit geen redelijke maatstaf isomdat niet iedereen en zeker niet op dezelfde wijze zijn inkomen verteert. En nu moge men al getracht hebben dat inkomen bij benadering te kennendoor te letten op al wat eenigermate kan open baren den voet, waarop men leeft, door te tellen de deu ren, vensters en haardsteden van het huis, te schatten den inboedel en te belasten de dienstboden en paardenbehalve de algemeen erkende moeijelijkhedenom voor ieder gezin en voor iedere localiteit een goede formule van berekening te vindenblijft altijd het onoverkomelijk bezwaar bestaandat de verteringsom niet is het bedrag van het inkomen, want de een verteert meer dan zijn inkomende ander niet de helft. Wat is dan de grondslag voor een belasting op de in* komsten? De wet van 6 Maart 1844 geeft daarop antwoord eigen aangifte der belastingschuldigen en controle van de overheid. Eigen aangifte onder aanbod van eede. Wij komen thans op een gebieddat werkelijk een doolhof is van allerlei be grippen en meeningen. Aan de eene zijde vergoding der men- sehelyke natuur, aan de andere zijde vernietiging. De ver dorvenheid of zelfzucht van het menschelijk hart baart wan trouwen in de waarheidsliefde en bij al het edele en voor treffelijke, dat een ander in den mensch vereert, want waar de mensch geplaatst wordt tusschen zijn beurs en zijn geweten, zijn eigenbelang en zijn pligt, is het moeijelijk hem op zyn woord te gelooven en daarom eischt de Overheid onderzoek en verklaring, terwijl de eed aan alle tegenspraak'een einde maakt. Onderzoek van ieders bijzonderen toestand wordt schen ding van de heiligste rechten en zulk een inquisitie past niet voor onzen tijdgelijk zij met onze zeden en gebruiken steeds in strijd was. 't Is derhalve alleen de eed, die de waarheid der verklaring bezegelt. Ofschoon we nu in een tijd leven, waarin de eed onder de dagelijksche verrigtin* gen behoort, zoodat niet zelden de vrees wordt vernomen, dat door de vermenigvuldiging der eedsafleggingen die ver- eischt worden, de waarde van den eed lijden moetzoo was en is er vooral één bezwaardat meer en meer toeneemt in uitgebreidheid en gewigt: het verschillend Godsbegrip, waar uit de eed alleen zijne waarde ontleent. De controle van de verklaringen onder aanbod van eede gedaandoor de Overheid schijnt aan dit bezwaar te moe ten te gemoet komen; maar zij is lastig, moeijelijk en toch ook onvoldoende, omdat zij hare hoofd-elementen vindt in het bezit der aangevers, Hoe men de zaak ook beschouwe, in onzen tijd is daaraan weinig waarde te hechtenwanneer men slechts kan en moet afgaan op het gewetendat geen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1865 | | pagina 1