N». 1563. Woensdag 22 Maart. A°. 1865f Kritiek. A-f LEIDSLH DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden f 1.95, en franco per post fïB0 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mer» Vijf Cents. Prijs der Advertentiën, 1-6 regelt/0.7S. Iedere regel meer 12| Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels/0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Ct*. 51 m.; 3 u. 46 m.; 6 u. 6 na., Spoortreioeu van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 1 m.; 12 u. 9 u. 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te" 8 u. 44 m.; 11 u. 43 m.; 2 n. 56 m.; 4 u. 49 m.; 9 u. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag oehtends 4 u., de overige dagen, uitgezonderd des Zondags, 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden dagelijks ten 2 u. 's namiddags, des Zondags buiten dienst. Poatbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat:'s morgens te 8 u. en te 10 u. 50 m.; 's namiddags te 3 u. 45 m. 'savouds te 8 u. en op de Zondagen alleen ten 10 u. 50 m. en 3 u. 45 m. '«namiddags.Oost-Indische Landpost. Over Southampton 1 en 17 over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9 16 en 25 van elke maand.West-Indisohe den 14 en voorlaatstenwan elke maand. RijUs-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur 's m. tot 9 uur's av. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 7 u. 30 ra. 's ra. tot 10 u. 30 m. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandagen Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks t 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van 111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. - De Gemeente-Architect is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 121 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijusen, dagelijks van 82 uur en van 47 uur;der In- en Uitgaande Reobten en Aeoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 's Rijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdagen Donderdag van 92 uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 8—4; van de Hypotheken en het Kadaster, van 9—4 uur. IV. Wij kuauen veilig de betwiste punten van §8 tot §22 laten rustenwant de heer Z. erkent zelf zijne vergissingen en beroept zich tot zijn verdediging steeds op de borderel len, die hij ook bij herhaling als onvoldoende tot het vel- len van een rechtvaardig oordeel aanmerkt, 't Zij genoeg, dat wij er op wijzen, hoe ouvoorzigtig het was, om op zulke stukken beschuldigingen vau ernsligen aard te bouwen. Het beginsel van den heer Z was hoogstberispelijkwant hij liet zich door onedele hartstogten vervoerenom voorttegaan op den heilloozen weg, waarop hij eenmaal uit wrevel een schrede bad gezet. Zijne wapens waren onedel en de mijn tegen de gemeente commissie aangelegd is verkeerd gespron gen hij heeft zich daardoor zedelijk vernietigd, want nu kan hij niet anders, dan honderde malen erkennen dat hij zich vergist heeft. Zijns geheele brochure is zijns ondanks met zulke betuigingen geïllustreerd, die hij in ééne uitdruk king had kunnen zamenvatten, waardoor hy als een eerlijk belijder van begane dwaliug met betuiging van berouw in d« schatting van duizenden zou zijn gerezen. Wat hij bij 22 redeneert bewyst weer vau zijne onbekend heid met de zaakwaarover hij oordeelt. Hij kon en moest weten, dat de kamerbewaarder der gemeente-commissie reeds iu 1828 tegelyk met doodgravers enz. was aangesteld door het stedelijk bestuur tot opziener der stedelyke begraafplaat senop een bezoldiging van f 00 's jaars en dat eerst in 185 9 daarin wel verandering is gekomen, maar toch het beheer nog altijd wordt gevoerd krachtens een stedelijk re glement van 1838. Wat hij bij 23 aanvoert wegens dienstvermenging is toepasselyk op elk beheer van eenigen omvang en nog op elke gemeenterekening, waarbij natuurlijk moet verantwoord worden, wat by het sluiten der vorige rekening nog onbe taald was. 't Komt er alleen op aan dat duidelijk blijkt, dat en hoe het onbetaalde is verantwoord. Wy zouden nu kunnen eindigen want de heer Z. erkent ook zijn vergissing ten aanzien der punten van 24 tot 3 0. Het doet tot de zaak niets af en toedat hy uitvoerig de oor zaken van zijn vergissing mededeelt; genoeg is het, dat hij verklaart zich te hebben vergist. Ken vreemde zaak evenwel treffen wij aan bij §29 op bl. 61. //De Gemeente-commissie deelde den 4den Maart 1860 aan de Laurillards-commissie mede, dat zij gelden te kort kwam. Nu bood een lid der gemeente aan, om 4000 te veranderen in een renteloos voorsehot van 8000. Met andere woorden de geldschieter zou de 4000 vrijwillige bydragen van de Gemeente-com- missio ontvangen en daarvoor 8000 in de plaats geven in het renteloos voorschot." De heer Z. meent, dat de Ge meente-commissie dat aanbod had kunnen aannemen zonder in strijd te komen met de voorwaarde der geldleening. De heer S. maakt die zaak duidelijk, wanneer hy schrijft: //Die som van 4000 werd aangeboden, mits de Gemeente-com missie daarvoor gaf aandeelen van 8000 in bet renteloos voorschot, aflosbaar by uitloting. Voor dat aanbod bedankte de Gemeente-commissie, omdat zij het even voordeelig aohtte voor den geldschieter, die ƒ4 000 gaf en daarvoor 8000 zou terug ontvangenals nadeelig voor de flnantien der Gemeente-commissie. Zij zou immers 8000 schuld maken voor een ontvangst van ƒ4000." Met andere woorden dus zou de Gemeente-commissie naar het oordeel van den heer Z. hebben mogen uitgeven ƒ8000 in aandeelen van het ren teloos voorschot, waarvoor zij slechts ƒ4000 of 50 pCt. zou ontvangen en, terwijl zy dus erkende 8000 te hebben ontvangen, om bij jaarlyksche uitlotingen terug te geven, werd er 4000 minder in ontvang gebragt. De heer Z. laat in het midden of dat aanbod uit den boezem der Laurillards- commissie is voortgesproten; maar zeker is het, dat Dr. L. zulke practijken streng zou hebben veroordeeld. Men treft hier een sterksprekend bewijs aan wat «r te wach ten zou zijn van het beheer eener nieuwe Gemeente-commissie, waarin een invloedrijk lid zitting heeftdie van den voor zitter Prof. Stuffken een openbaar getuigenis kreeg van oa»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1865 | | pagina 1