Buitenlandsch Nieuws. meters, even als andere maten en gewigtenaan den ijk /ouden worden onderworpen. Reeds in 1857 en 1859 hadden Directeuren gevolg ge vende aan de uitnoodigiughuu door de Algemeene Ver gadering der Maatschappij van die jaren gedaanverzoek schriften in gelijken geest gerigt tot Uwer Majesteits Minister van Binnenlandsche Zaken. In de laatste Algemeene Vergadering, dezen zomer te Middelburg gehouden, is dit onderwerp alweder ter sprake gebragt, en zijn Directeuren op nieuw uitgenoodigdzich met aandrang tot Uwe Majesteit te wenden, opdat een einde kome aan een toestand, die zoozeer in strijd is met onze wettelijke bepalingen omtrent de maten en gewigten die zoozeer een wanklank is bij al wat in Nederland op dit gebied is gedaan. Nederland toch mag er zich op beroemen een der eerste Staten geweest te zijndie het metrieke stel sel hebben ingevoerden nog geen twee jaren geleden heeft ons Vaderland door de invoering van den honderddeeligen vochtweger en den honderddeeligen thermometerter bepaling van het al'koholgehalte van het gedestilleerdaan Europa een navolgenswaardig voorbeeld gegeven van zijne zucht om in zake maten en gewigtenéénheid en éénvoud te ver krijgen. Directeuren behoeven voor Uwe Majesteit niet bloot te leggen, hoe treurig hierbij afsteekt de toestand, waarin de maatsbepaling verkeert, van een tegenwoordig algemeen ge bruikt artikelhet lichtgashetgeen wel is waar op eenige weinige plaatsen van ons Vaderland in Nederlandsche maat wordt verkochtmaar in de meeste plaatsen en wel in de grootste steden in Engelsche maat, en hetwelk in geheel Nederland gemeten wordt door toestellen, waarvan de za- menstelling en de wijze van werking aan de verbruikers niet alleen bijna geheel onbekend zijnmaar over wier juistheid zij niet in staat zijnzekerheid te verkregen. Directeuren wenschen niet te onderzoekenin hoeverre de gasfabrikanten van dezen on wettigen toestand tot groot geU delijk nadeel der verbruikers misbruik gemaakt hebben of nog maken; zeker is het dat de gedurige klagten der ver bruikers over de verkeerde aanwijzing hunner gasmeters eene spoedige regeling dezer zaak noodzakelijk maken, en dat ieder uitstel de moeijelykhedenaan deze regeling verbon den, vergroot, dewijl het aantal gasfabrieken en dus het aantal in gebruik gestelde ongeijkte en in vreemde maat verdeelde gasmeters, (de gasmeters met Nederlandsche maat behooren tot de uitzonderingen) dagelijks toeneemt! Sire! de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid vraagt niet iets nieuws, niet iets, waarvan de uitvoering met groote moeijelijkheden verbonden is; zij vraagt alleen toepassing en zoo noodig ampliatie van de Wet van 21 Augustus 1816, in wier 2de artikel is voorgeschreven «Na de invoering van deze Wet zal het aan niemand ge oorloofd zijnzich van andere maten en gewigten te be dienen" dan in de Wet aangewezene en by besluit van 29 Maart 1817 meer uitvoerig beschrevene, en van art. 2 van het besluit van 2 8 September 1819, hetwelk voorschrijft: //Er zullen geen nieuwe maten en gewigten uitgegeven of in den handel gebruikt mogen worden dan nadat dezelve behoorlijk zijn geverifiëerd en geijkt." Zij vraagt de hand having der strafbepalingen nopens het voorhanden hebben en gebruiken van verboden maten en gewigten (Koninklijk besluit van 18 December 1822 Staatsblad 52) en nopens de aankondigingen van prijs en hoeveelheid in andere dan wettige maten en gewigten (Koninklijk besluit van 2 April 1829, Staatsblad N°. 6). Hoewel het algemeen gebruik van lichtgas in Nederland eerst van lateren tijd dagteekent, is toch reeds voor 12 jaren de aandacht der Regering, zoowel op de ijking der gasmeters als op de toepassing van art. 2 der genoemde Wet van 1816 gevestigd geworden. In het antwoord op de bedenkingen der Commissie van Rapporteurs bij de Staatsbegrooting van 1851 leest men: //De Regering wenscht de klagten op het ijkwezen te ken nen om bij een voorgenomene revisie der Verordeningen daarop te lettenen het verzoekwaarmede de Directeuren nu Uwe Majesteit naderen vindt men reeds in het Verslag der Staatscommissie voor een stelsel vaa politiewet (Lands drukkerij 185 8), waar gezegd wordt: //Ter voorkoming van misbruik bij het leveren of gebruiken van gas, zou mis schien met goed gevolg kunnen worden bepaald dat de gas. meters, even als andere maten en gewigten, alvorens te mogen worden gebruikt, aau een ijk zullen zijn onderwor pen." Sedert dien is herhaaldelijk en van verschillende zijden zoo ook door onze Maatschappij de aandacht der Regering op dit gewigtig onderwerp gevestigd geworden helaas met geen ander gevolg dan dat de Minister van Binnenlandsche Zaken, bij resolutie van 8 February 1860, 2de Afdeeling N°. 112, te kennen heeft gegeven dat de noodige maat- regelen waren genomen tot voorbereiding van een ijk op de gasmeters, en dat hieraan, zoo spoedig als de aard der zaak toeliet, het noodige gevolg zou worden gegeven. Tot voorbereiding eener geheel nieuwe zaak is vaak een langdurig onderzoek noodzakelijk doch in een zoo zeer een voudige kwestie als deze, waar daarenboven de ondervin. ding in andere landen sedert meerdere jaren opgedaan, voor- handen is, is een omslagtig onderzoek geheel overbodig. Eene raadpleging der wetten zoo als die in België (Moni- teur 24 Juillet 1859), in Engeland (Au act for regulating Measures used in sales of gas, Cap. LXVI 13 Augustus 1859 22 en 23 Victoriae Cap. 66 pag. 421-434), in Frankrijk (Recueil Officiel des lois sur les poids et mesures par ordre du Ministre de Commerce (Paris, Imprimerie Im périale 1862) en in Saksen (Instruction iiber das Verfakren beim Aichen der Gaszahlervon 30 December 185 9) inge voerd zijn en een onderzoek naar de resultaten welke deze wetten in die landen hebben opgeleverd zijn naar het oor deel van Directeuren voldoende. Directeuren vertrouwen dat deze korte toelichting van hun eerbiedig verzoek voldoende moge zyn om Uwe Majesteit te overtuigen, zoowel van de hooge noodzakelijkheid eener re- geliug van den ijk der gasmetersals ook van het nutte- looze om door een omslagtig onderzoek die regeling te ver dagen. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maan dag des namiddags te 5 uur 42°, des avonds te 8 uur 41°, te 10 uur 41°. Dingsdag morgen te 5 uur 43°, te 8 uur 44°, 's middags te 12 uur 47°, 's namiddags te 4 uur 47°. Te Kopenhagen wordt uit vrijwillige bijdragen ge bouwd een hospitaal voor 7 80 invaliden uit den jongsten oorlog, die na hun herstel aldaar blijven wonen. Na hetgeen reeds gemeld is omtrent het officieel ge constateerde aantal slagtoffers te Calcutta, ten gevolge van den aldaar gewoed hebbenden stormschrijft de aldaar ge vestigde correspondent van den Times, dat buitendien tus- schen die stad en Diamond-Harbour ongeveer 5 000 personen daarbij zijn omgekomen. De berigtgever voegt er bij dat terwijl de Europeanen krachtige pogingen in het werk stel len tot bijstand aan de noodlijdende inlandsche bevolking, daarentegen de welgestelde inlanders zich alles behalve ge neigd betoonen om iets ten dienste der ongelukkigen bijte- dragen. Even zoo schijnt ook het gouvernement het verlee- nen van bystand grootendeels op de stedelijke autoriteiten en particulieren te laten aankomenvermits er van gouver- nementswege geen bijzondere ijver aan den dag werd gelegd. Naar men verneemt, is het naderhand gebleken dat wanneer de waarnemingen op het observatorium te Calcutta niet op een verregaande wijze verzuimd waren gewordende nade ring van den storm zeer goed had kunnen aangekondigd worden en men by tijds op maatregelen had bedacht kun nen zijn. Dit verzuim was eenvoudig toeteschrijven aan het feit, dat de waarneming van den barometer aldaar was op gedragen aan een inlander, die niet de minste notitie heeft genomen van de gestadige en aanmerkelijke daling des baro meters gedurende achttien uren vóór het uitbreken van den storm. Uit Havre wordt berigt, dat het huis Hasselbrinck en Oriot zijn betalingen gestaakt heeft. Ter aanvulling van hetgeen gemeld is nopens de on dersteuning, die de Engelsche vice-admiraal sir A. Kuper, in zijn rapport aan de regering betreffende de operation der geallieerden in, de straat van Simonoseki betuigt van het Nederlandsche escader ontvangen te hebbenkan het vol gende dienen Nadat het vuur van verscheidene vyandelijke forten tot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 2