N°. 1447.
Zaturdag 5 November.
1864.
Binnenlandsch Nieuws.
J*
Deze Courant verschijnt eJken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke Nom
mera Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën 1-6 regels 0.76,
Tedere regel meer 12J Cts. Geboorte-, hu
welijks-en doodberigten van 1-4 regelsƒ0.90.
Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 1 ra.; 12 u. 51 m.; 3 u. 46 m.; 6 u. 6 m.,
9 u. 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 44 m.j 11 u. 43 n.; 2 u. 56 m.; 4 u. 49 m.; 9 u.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige dagen, uitgezonderd des Zondags, 5 u.; van
Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, dagelijks ten 2 u. 's namiddags, des Zondags buiten dienst.
Postbusiigtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'sraorgens te 8 u. en te 10 u, 50 m.; 'a namiddags te 3 u. 45 m.
'«avonds te 8 u. en op de Zondagen alleen ten 10 u. 50 m. en*3 u. 45 m. 'snamiddags. Oost-Indïsohe Landpost. Over Southampton,
1 en 17; over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maaud. West-Indische den 14 en voorlaatsten van elke maand.
Rijks-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur 's ra. tot 9 uur 's av. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 7 u. 30 m. 's ra. tot 10 u. 30 m. av.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur.
Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van
111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. - De Gemeente- Architect is ta
ipreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 12 1 uur.
Kantoorder Plaatselijke Aocijusen, dagelijks van 8—2 uur en van 4—7 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Aooijnsen
dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van '«Rijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92
uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 9 4 uur.
- In de zitting der Provinciale Staten van Zuid-Holland
van Donderdag is het reglement op de wegen en voetpaden,
nadat nog verschillende sprekers het woord hadden gevoerd
met algemeene stemmen aangenomen.
Vervolgens is behandeld het rapport der commissie, be
noemd in de vergadering van den 14den Julij, ten einde
onderzoek intestellen naar al hetgeen zoo uit een staatsrech
terlijk oogpunt als anderzints kan worden geacht in verband
te staan met de posten op de begrooting in uitgaaf voor
kerkelijke subsidiën. Het eerste punt der conclusiedat die
post op de prov. begrooting bij voortduring daarop zullen
worden uitgetrokken, is aangenomen. Het tweede punt, dat
in ieder bijzonder geval, na ingewonnen voorlichting en prae-
advies van heeren Gedep. Staten, ter beoordeeling en beslis
sing der vergadering zal worden gesteld welk subsidie aan
iedere bijzondere gemeente zal worden toegestaan is mede
aangenomendoch in zooverre gewijzigd op voorstel van hee
ren Gedep. Staten en door de commissie aangenomen, dat
de Gedep. Staten de beschikking over de subsidien, welke
op de begrooting van 1865 zijn uitgetrokken, nog zullen
behouden. Dit geheele 2de punt werd bestreden door de
heeren van Hoogstraten, Vernède en Hoogendijk, en in het
breede verdedigd door het lid der commissieden heer
P. F. Hubrecht. Het werd aangenomen met 42 tegen 22
stemmen. Het derde puntdat de subsidie aan Hervormde ge
meenten kan worden verleend, onverschillig of het thans nog
bestaande Prov. Reglement op het beheer der kerkelijke goe
deren al dan niet in die gemeenten is ingevoerd, is door
de commissie ingetrokken.
De vergadering is verdaagd tot Woensdag a. s. ter verdere
voortzetting barer werkzaamheden.
In de najaarszitting der Prov. Staten van Friesland
hebben Gedeputeerde Stateneven als die van Noord-Hol
land, voorgesteld in de leening van 5 millioen voor den
Noord-Hollandsch Friesschen spoorweg geen aandeelen te ne
menmaar in eens af een subsidie van ƒ150,000 uittebe-
talen bij de exploitatie van den weg.
Het door de algemeene vergadering van den 27sten
October 11. met 97 tegen 5 stemmen overgenomen prae-advies
der hoofdcommissie tot de nu aan Z. K. H. den Prins-
Voorzitter onderworpene eindbeslissing, aangaande het te
kiezen model voor het in 't Willemspark te 's Gravenhage
opterigten monument, luidt als volgt:
De hoofdcommissie tot oprigting van een Nationaal Ge-
denkteeken voor November 1813, enz-, in aanmerking ne
mende: dat door de uitgeschrevene prijsvraag werd verlangd
//een gedenkteekenals een nationale hulde van liefde en
dank aan de grondleggers van Nederlands herstelling, en
aan Nederlands eersten souvereinen Vorst en later eersten
Koning, wiens onverwijld, manmoedig en beleidvol optre
den hem den welverdienden eernaam verwierf van Neder
lands hoofd en redder;" dat het feit, dat vereeuwigd moet
wordenis dat onverwijld optreden dadelijk gehoor geven
en voldoen aan de roeping van het Nederlandsche volk, dat
zich los worstelde uit de banden der vreemde overheersching;
en dat de gebeurtenis, die gevierd moet worden, is: //de ge
lukkige hereeniging van het Nederlandsche volk met het
stamhuis van Oranje," - is der meening toegedaan, dat
menom daaraan te voldoen zich moet opsluiten binnen
den kring der denkbeeldentoestandenbegeerten en be
hoeften van November 1813; en de handelingen en hande
lende personen voorstellen zooals zij zich toen vertoonden.
Daaraan heeft zij de beide bekroonde onderwerpen, N°. 2]
en 23, getoetst, en daarby is het haar voorgekomen, I. ten
opzigte van het eerste, gemerkt NO.: dat, ofschoon het ver
vaardigde model zeer aanmerkelijk verschilt van de teeke-
ning, die ter mededinging ingezonden en bekroond werd,
dit daarom niet buiten aanmerking behoeft te blyven, dat
dit model: 1°. arm is aan vinding, vermits het een navol
ging blijkt te wezen van het gedenkteeken, in Engeland,
ter eere van den Prins-gemaal, opgerigt; 2°. te veel is te
zamengesteldonderscheidene gebeurtenissen van later tijd
vak aanduidt, maar het voorgevallene in 1813 niet uit
sluitend doet uitkomen3°. geschikt zou kunnen worden ge
acht om, aan het einde der regering van Koning Willem I,
te worden opgerigt ter vereering der weldadendoor hem
aan zijn volk geschonken, maar niet kan dienen om te her
denken de redding-aanbrengende weldaad die hij door zijn
dadelijk voldoen aan de roeping van de Nederlanders, die
zich weder tot een volk in Europa verhievenbeweesen
de verwachtingen die hij daardoor deed geboren worden
4°. dat de taak die de Prins van Oranje in die dagen vol-