N°. 1359.
Dingsdag 26 Julij.
De Kermis.
Biniieiilandscli iNieuws.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke hom
mers Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën 1-6 regels 0.75,
Iedere regel meer 12* Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberigten van 1-4 regels/0.90.
tedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts.
i.
Een slecht land waar het niet eens kermis is in't jaar, -
zegt het Hollandsch spreekwoorden toch schijnt alles za-
men te spannen, om zoo mogelijk de kermissen afteschaffen
of althans die van jaar tot jaar te doen verminderen.
In hoeverre het noodig is een tal van kramen langs onze
grachten en markten te zien opgeslagenom allerhande prach
tige zaken ten toon te stellenzullen wij daarlatendoch
dit meenen wij te mogen zeggen, iedereen zoekt zijn dage
lij ksch brood er mede te verdienen en daarom vrede er mede.
Maar behalve die galanterie- en mode-kramen is er nog meer
dat de kermis aanbiedt en dat men niet alle dagen ziet.
Wanneer wij de Ruïne langs wandelen zien wij het paar
denspel en menigeenrekenen wijis gelukkig dat «de
Leidsche kermis, weder een paardenspel aanbiedt, want
blikken wij even terug op de kermis van het vorige jaar,
dan was die al zeer bedroevend en scheen het welof de
ondernemers van publieke vermakelijkheden geen hoógen
dunk hadden van ons publiek ofdat het hen in een
of ander nog al moeijelijk werd gemaakt. Hoe het zijwij
moeten ons altijd getroosten in wat er komt en daarom wil
len wij met onze lezers eens beschouwenwat de kermis in
dit jaar onze stad Leiden kan aanbieden.
Een paardenspel, niet waar lezers! daarvan zijn wij nu althans
zeker. Zietwij weten niet of het allen zoo gaat als onswanneer
wij daar zoo voor dat groote gevaarte staan, dan denken
wij althans eenige oogenblikken na, bij het breede en hoog
gekleurde en soms ellen lange aanplakbilletwaarop een
getal paarden van het edelste ras aangegeven wordt en
de blinkendste «namen van kunstrijders en rijderessen op voor
komen dan vinden wij daarop de Koningen der Athleten
en der grappigste clown's vermeld welke laatsten het ge
acht publiek moeten doen schateren van lagchenen dan
begrijpen wij dat hier ook de spreuk geldt: Yarietas delec-
tat, of verscheidenheid behaagt.
Meermalen gingen wij hoog gestemd naar het paardenspel en
dan bewonderden wij den moed en het geduld van de mannen
die het dikwijls zoo koppige dier hebben weten te dresseeren
dan zijn wij opgetogen geweest als wij de stoute rijders hunne
kunsten zagen vertoonen en werden wij verrukt bij alles wat
te paard of met paarden werd geleverd, maar als wij den
mensch, 't zij man of vrouw, zagen opgeofferd of blootge
steld aan het verschrikkelijkste gevaar en dat voor een hand
vol geld enzoo het heetom anderen te vermakendan
dachten wij wel eens, of nu iedereen aldaar zonder angst
of tot zijn vermaak tegenwoordig was. De heer Carré zal er
dit jaar op acht geven dat geen halsbrekende kunsten wor
den vertoond maar de gymnastiek in haren hoogsten trap van
ligchaamskracht en oefening doen kennen en op juiste waarde
doen schatten.
Behoort nu de zucht naar de kunstenarijen ook tot de
beschaving onzer eeuw? Wij gelooven het niet, maar het is
waar, dat het volk geen behagen schept, om onder oor-
verdoovend orchest-muziek een onschuldige den hals te zien
breken.
Zullen wij nu nog spreken over het al of niet bevredigd
zijn, wanneer wij het groot met gaz verlichte locaal verla
ten, och! waartoe dat, want is in het paardenspel geduld
en moed te bewonderenvoor het hart geeft het niets en
er zit in al die verrigtingen niets dat tot eenige leering
strekt. Dit alleen is zeker, dat de ondernemer zijn voorbeel-
deloozen ijver aanwendt, om voor ieder aanschouwelijk te
makenhoever de heerschappij gaat van den mensch over
het redelooze dier en wat men door oefening en inspanning
vermag, terwijl het toch zeker is, dat er veel minder kwaad
gesticht, en zedeloosheid gepleegd wordt bij het bezoeken
van een paardenspeldan bij het brooddronken en walgelijk
getierdat uit het door tijdverveling onmatig gebruik van
geestrijk vocht de openbare straat vervult.
En hiermede voor het oogenblik van het paardenspel ge
noeg. In een volgende beschouwing zullen wij het tooneel
en zoo ook onzen schouwburg in behandeling nemen.
Eberhard.
Z. M. heeft aan P. Keizer Pz. eervol ontslag verleend
als burgemeester der gemeente Zevenhuizenvoorts benoemd
bij het personeel van de geneeskundige dienst in Oost-Indië
tot officier van gezondheid van de 3de klasse, de kweeke-
lingen bij 's Rijks kweekschool voor militaire geneeskundigen
E. Rogier, W. F. H. Greup, A. H. Rombouts, L. van
der Straaten en F. P. G. van Loenen.
Aanstaanden Donderdagdes middags ten vier ure
zal Z. K. K. H. de Grootvorst troonopvolger van Rusland
in de residentie aankomen en bij den Russischen gezant den
generaal Mansourolf, afstappen en het diner aldaar gebrui
ken, waarna Z. K. K. H. zich naar HD. villa te Scheve-
ningen zal begeven.
Bij het onlangs te 's Hage gehouden vergelijkend examen
voor de betrekking van landmeter der 3de klasse werd o.
a. ook de heer J. P. Hessels van Leiden geplaatst bij de
dienst van het kadaster te Assen, bekwaam bevonden voor
de betrekking van landmeter van de 3de klasse.
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam hebben
aan de gemeenteraad ter benoeming van twee hoogleeraars
aan het Athenaeum, ingediend twee aanbevelingslijsten als:
in plaats van Prof. Mr. J. T. Buijs, de heeren en Mrs. A.
E. J. Modderman te 's GravenhageJ. Meerbeti te Nijme
gen en P. F. Hubrecht te Rotterdamen in plaats van
Prof. P. J. Veth de heeren Ds. J. P. N. Land te Amster
dam en Dr. P. de Jong te Leiden.
Men zegtdat Dr. E. Mulder gewezen leeraar aan de
scheikunde aan de opgeheven Delftsche akademie, eerlang zou
benoemd worden tot buitengewoon hoogleeraar in de schei
kunde aan de Utrechtsche hoogeschool.
Men berigt uit Utrecht, dat tot directeur der poly
technische school aldaar benoemd is de heer P. J. H. Bau-
det. Dr. Gunning had verzocht daarvoor niet in aanmerking
te komen.
De heer G. Custers, professor in de philosophie te Rol-
ducis benoemd tot provisor en professor aan het seminarie
te Roermond.
Op de 19de algemeene vergadering der Vereeniging