f 5700 wordt bestemd tot verbetering van de polderwegen onder Zegwaard Zoetermeer en Stompwijkwaardoor een geregelde en zeer bruikbare gemeenschap komt tusschen Leiden en Rotterdam langs grindwegen waarop geen tollen worden geheven; en nog een, waarbij f 8000 door de pro vincie wordt bijgedragen tot herstel der Wijker- en der Oude tolbruggen onder Voorburg. crinolines, zoo dat helpen mogt, alsdan wenschelijk ware. Leiden is niet zoo begiftigd met adellijken, dat die de voorname hinderpaal tot een ongedwongen verkeer zouden zijn, en die er zijn, 't moet van hun gezegd worden, dat zij zich weinig of niets op hun adeldom laten voorstaan. Op de afstamming van patriciërs kunnen ook niet velen roemen want hoe weinig is het aantal namen nog overge bleven die daaraan herinneren, 't Is dus alleen de aristo cratie van het vermogen, dat van oppassende ouders of bloedverwanten geërfd, of door speculatiën of spel, altijd loterij, verkregen, of door zuinigheid, ijver en bekwaam heid bijeengebragt is, dat het gezellig verkeer zou in den weg staan en veel goeds zou verhinderen. Veel goeds? gewis, men zou minder hooren van geschil en twist, minder lezen van naamloos geschrijf, minder door j achtergeklap en laster gekwetst worden; als er een plaats was, waar gelegenheid bestond tot vrije uiting van gevoelens en het bespreken van feiten en vraagstukken van den dag. Een ongezochte ontmoeting, die partijen of twistenden op een onzijdig gebied tot elkander bragt, was menigmaal een ver rassende aanleiding tot een vriendschappelijk vergelijk. En daarom is het wenschelijk dat er een gebouw of lo kaal voor gezellig'verkeer zij, ook waar men wat, ja waar men veel lectuur vindt en de leeslust wordt opgewekt en geoefend. Er zijn nog meer drangredenen tot ondersteuning van het planmaar ook daartegen bezwaren die de onvoorwaar delijke ondersteuning drukken. Binnenlandse}] JNieuws. Z. M. heeft benoemd tot 2de luit. bij het wapen der inf:bij het 2de reg., de kadets J. OtferhausJ. J. Wierts, Jhr. A. C. J. Wittert en P. Vinkhuyzen; bij het 3de reg. J. J. van Tubergen bij het 4de reg. A. F. R. Birnie, M. A. J. L. Keulemans en A. H. J. C. Telders; bij het 8ste reg. J. M. Campbell, Jhr. VV. P. Six en J. H. Bachiene; bij het wapen der kavalbij het 1ste reg. drag. E. J. Gel derman bij het 2de reg. W. E. A. Wuppermann'Jhr. W. F. H. van de Poll en J. M. Simon 3de reg., Jhr. L. J. Tindal en Jhr. L. A. R. W. baron van Ittersum; 4de reg., Jhr. A. J. Boreel de Mauregnault,- bij het wapen der artil lerie: reg. veld-art., W. A. Kuyck, P. G. van Harpen Kuy- perJ. I. C. Hinlopen en W. P. Veeren; veld-artillerie lste reg., S. A. Bisschop en A. H. van Breda; 3de reg., H. M. Engelhard, A. M. van der Lee, J. D. T>ifW. Jans, J. D. Onderwater en P. E. Boele, en 3de reg., B. Reiger J. H. van WaszinkA. Grampré MolièreJ. A. Oudemans J. A. Zonnevylle en F. Mosselrijdende art.M. J. E. Viruly van Pouderoijen en II. C. A. de Braconier van Nes; - bij het korps ingenieurs, mineurs en SappeursR. J. van MoockA. M. Polvliet, G. J. Blaauw en W. K. T. Eg- ter; - bij het leger in O.-I.bij het wapen der inf., G. D. S. A. Camphuis, A. F. Verbeek, F. Anten, H. J. N. Geels, H. E. SchoggersJhr. A. M. van der Does de BijeJ. H. Nuysink C. van VleutenJ. H. de J3ruyn J. E. W. von der Mark, W. A. A. Visser, J. C. F. Schog gers, T. J. MeisA. Backer, J. W. Stemfoort, G. J. A. Beunk A. H. Hofman en J. M. Juda, - bij het reg. O.-I. kaval.: J. B. G. Welters en L. A. van der Dussen- bij het wapen der art., B. T. Elias, C. Koels, E. A. Burnaby Rantier, F. H. Vervat, M. Burgersdijk en K. J. Julius; en bij het corps der genie en sappeurs A. J. J. Staal, J. S. Broedelet en P. L. Dumoulin allen herkomstig van de Koninklijke militaire academie. Op aanstaanden Donderdag zal de gewone audiëntie van den Minister van Finantien niet plaats hebben. De heer Winkler Prins beveelt aan de kiezers in het hoofdkiesdistrict Winschoten als kandidaten voor het lidmaat schap der Tweede Kamer aan Prof. W. J. A. Jonckbloet te Groningen Jhr. Mr. W. T. Gevers Deijnoot te 's Gra- venhage en Mr. B. Brouwer te Heerenveen. Onder de besluiten door de Provinciale Staten van Zuid-Holland 11. Dingsdag genomen is er een, waarbij een subsidie van 600 wordt verleend voor eenmaal, tot ver nieuwing van de woning van den persoon, die aan het hoofd der Kweekschool voor Zeevaart te Leiden is geplaatst; voorts eenwaarbij een subsidie uit de provinciale fondsen van Heden Woensdag zijn de beraadslagingen voortgezet en geëindigd over het plaatsen van een vuurschip nabij den Banjaard. Met 5 9 tegen 8 stemmen is aangenomen een voor stel van den heer Hein om overtegaan tot de orde van den dag, vertrouwen stellende in de zorg der regering in alles wat strekken kan tot bevordering der belangen van handel en scheepvaart. Vervolgens is met 61 tegen 4 stemmen (de HIJ. Lohnis, Hoffman, Roest van Limburg en Hein) aangenomen het voor stel tot het verleenen van een subsidie van f 300000 voor den aanleg van een haven te Scheveningen. De heer Jongkindt Coninck vestigt de aandacht op de beteekenis der voorwaarde nopens de spoorwegverbinding. Hij betreurt dat omtrent de rigting dier spoorwegverbinding niets is beslist, vooral met het oog op het aanzienlijk sub sidie, dat van de provinciale fondsen gevraagd wordt. Zon der locale belangen te willen behandelen acht hij zich ver- pligt de vraag te stellenwelke aansluiting zou het meest het belang der provincie bevorderen? De spoorweg, van Sche veningen en 's Gravenhage uitgaande, zou over Leiden en Woerden moeten loopenvooral omdat Leiden het midden punt is van den Hollandschen spoorweg, die rigting de Rijnstreek omvat en die aansluiting z. i. als de kortste en doeltreffendste verbinding moet worden beschouwd. Vooral acht hij ook de door hem gewenschte verbinding raadzaam met het oog op den aanstaanden aanleg van een vlugthaven te Katwijk. Over deze zaak hebben nog uitvoerige discussiën plaats gehad. De tegenstand was vooral daarop gegrond dat men nog niet voldoende omtrent deze aangelegenheid was ingeligt, ter wijl de heer Hein ook van oordeel was, dat Delfland in de kosten van aanleg der haven moest bijdragen. Ten gevolge van dit besluit, is de Commissaris des Konings gemagligd om den Minister van Binnenlandsche Zaken daarvan mede- deeling te doen. De 19de Algemeene Vergadering van de Vereeniging voor de Flora van Nederland en zijn Overzeesche bezittin gen zal Vrijdag 22 Julij gehouden worden te Zeijst. De Gemeenteraad van Groningen heeft aan den Mi nister van Binnenlandsche Zaken den heer Reiger, kandidaat in de rechten, voorgedragen ter benoeming als docent in de staathuishoudkunde aan het gymnasium aldaar. In het laatst uitgekomen 7de stuk van liet Tijdschrift uitgegeven door de Nederlandsche Maatschappij ter bevor dering van Nijverheid, komt een zeer merkwaardige beschou wing voor, over de haring en haringvisscherijwaarin tevens een belangrijke wenk wordt gegeven ten aanzien van een hoogstaangelegen punt en wel een middel ter voorziening in het lot van de nagelaten betrekkingen van verongelukte visschers, bestaande in het vervaardigen van netten. De kosten voor het aanschaffen der netten bedroeg jaar lijks millioenen guldens en in weerwil der groote behoefte werden de netten niet machinaal, maar door de vrouwen en dochters der visschers vervaardigd en droeg ook deze industrie bijom de welvaart der visschersfamïliën te be vorderen. Uit het verslag eener commissie van de Haagsche afdee- ling der Maatschappijin het 4de stuk van het tijdschrift voor 1862 opgenomen, bleek dat de bewerking der machinale netten en diewelke door handenarbeid verkregen waren niet het minste verschil opleverde, en dat zelfs de prijs dei- eersten duurder was dan der laatsten. Dat de eenige reden voor het toenemend gebruik van machinale netten moest ge zocht worden in het groote gemakdat er in gelegen was voor de reedersom zich de netten geheel gereed te kun nen aauschaffenwaardoor zij bevrijd werden van den last om garen aanteschaffen en uittegevenen ook van het toe- zigt op het breidendat noodzakelijk was. Dat indien er een depót te Scheveningen was, waar uit sluitend netten door handenarbeid voortgebragtwerden ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 2