Dingsdag 12 Julij.
N°. '1347.
Plan ter bebouwing en aanleg der Ruïne.
LEIDSCH MliBl
Deze Couraut verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke Nom-
rners Vijf Cents
Prijs der Advertentiën 1-6 regels 0.76.
Iedere regel meer 12{ Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberigten van 1-4 regels ƒ0.90
Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen var
genootschappen 6 Cts. Zegelrecht 35 Ctf.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 8 u. 38 m.; 10 u. 15 ra.; 1 u. 14 m.; 3 u. 46 m.;
6 u. 6 m. 9 u. 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 34 m.; 10 u. 12 ra.; 11 u. 54 m.; 2 u. 51 m.; 4 u. 49 m.; 9 u. Op Zon
en Feestdagen van 's Gravenhage naar Leiden 10 u. 52 m. 's avonds.
Stoomboot vau Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige dagen, uitgezonderd de Zondag, 5 w.; van
Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, Maandag 2J. u., de overige dagen, uitgezonderd de Zondag, 3 u. 's namiddags.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoeufabriek en op de Nieuwstraat's morgens te 7 u.45m. en te 11 u., 's namiddags te 3 u. 40 m.
'savonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen ten 11 u. en 3 u. 40 ra. 'snamiddags. Oost-Iadisohe Landpost. Over Southampton,
I en 17; over Triest, 7 eu 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand.West-Indische den 14 en voorlaatsten van elke maand.
RijUs-Telegraaf. Dagelijks geopend van 7 uur 's m. tot 9 uur 'sav. Spoorweg-Telegraaf dagelijks vau 7 uur's m. tot 10 u. 30 m. av.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maaudag en Donderdag ta 11 uur.
Commissie van FabricageWoensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur.- President der Commissie aan Fabricage de3 Zaturdags van
I Ii uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. - De Gemeente-Architect is te
spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 12 1 uur.
Kantoor der Plaatselijke Acoijusen, dagelijks van 81 uur eu van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen
dagelijks van 91 unr en van 36 uur; van 's Rijks Direote Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92
nar. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.
I.
//Wie is er, die zich de rampwelke de Stad Leiden
door het springen van een schipgeladen met buskruid
't welk zichzonder eenig waarschuwend teekenzonder
iemands weten, in het Eapenburg geplaatst had, in den
avond van den 12den Januarij 1807 getroffen heeft, zonder
aandoening herinnert?" Het open plein der Ruïne tusschen het
Rapenburg, de Garenmarkt, de Raamsteeg en de gedempte
KoepooiHsgracht beslotenis het overblijfsel van de verwoes
ting door dien ramp aangerigt. En toch was er reeds spoedig
na het noodlottig tijdstip plan tot herbouwingwant op last
van Koning Lodewijk werd door den Minister van Binnen-
landsche Zaken bij een advertentie, geplaatst in de Koninklijke
Courant, een premie uitgeloofd van duizend gulden voor de
best gekeurde teekening en een ontwerp der herbouwing. Geen
van de ingekomen plannen werden goedgekeurd; maar op
deu 14den November 1807 werd een generaal ontwerp tot
herbouwing der vernielde wijkdoor de heeren J. van Wes
tenhout, voormaals kapitein-ingenieur, J. T. Thibault, ar
chitect des Konings, en A. van der Hart, directeur van
de Stadsgebouwen te Amsterdamvervaardigddoor den
Koning goedgekeurd. Het ontwerp van herbouwing zelf was
van groote uitgebreidheid en volgens hetzelve werd op het
verwoeste terrein door den Koning niet minder verlangd dan
1°. de opbouw eener Koninklijke academie en bibliotheek
2°. kazernen voor duizend man infanterie; 3°. kazernen en
stallingen voor duizend paarden4°. twintig a dertig huizen
tot logering van fatsoenlijke lieden, waarvan tien of twaalf
voorzien van stal en koetshuis; van welk een en ander de
kosten op f 2,000,000 geschat werden. Geen wonder, dat
bij de omstandigheden, waarin het Vaderland reeds in den
jare 1808 en vervolgens verkeerde, zulk een aanzienlijke
uitgave zwarigheden ontmoette. Gebrek aan benoodigde geld
middelen gaf dan ook spoedig de natuurlijke aanleidingdat
het werk eerst flaauwelijken naderhand geheel nietvoort
gezet werd en zich bepaalde tot eenige uitgravingen en om
heiningenen naar mate de toestand van 's Lands finantiën
bij alle wisselingen en omwentelingen, door welke in vol
gende jaren het Vaderland zoo deerlijk geschokt werd,
zich meer en meer ongunstig bevond, verdween eindelijk
alle hoop op werkelijke herbouwing.
Toen het bleekdat noch door het landhetwelk de er
ven die het verwoeste terrein uitmaken, had aangekocht,
voornamelijk met oogmerk om op hetzelve een akademisch
gebouw te stichtennoch door de stad of particulieren het
zelve tot aanbouw van stedelijke gestichten of particulieren
woningen gebezigd werd, is bij besluit van den Prins, Al
gemeen Stedehouder des Keizers, van den 29sten December
1810 N°. 11 bepaald, dat het vermelde terrein van stads
wege zoti worden geëmploijeerd tot het aanleggen van plant
soenterwijl hetzelve tevens zou kunnen verstrekken tot een
geschikte paradeplaatszoo voor het garnizoen als voor de
gewapende burgermagt, voor welke vergunning de stad aan
een jaarlijksche recognitie, ter somma van f 5 0 ten behoeve
van het Rijk zou onderworpen worden welke recognitie in
1840 is afgekocht en de grond van 's Rijks domeinen op
de Stad is overgedragen.
En nu reeds een aanzienlijk deel in de laatste jaren met
sierlijke gebouwen is bezet en weder een geregelde straat
langs het Rapenburg en de Langebrug het vroeger open plein
heeft ontvangen, ligt het toch geheel in den geest der oor
spronkelijke bestemming van het effen gemaakte terrein der
Ruïnedat het groote plein ook wordt herbouwd en elke
aanvraag, om dat overblijfsel der verwoesting te verfraaijen
en te herscheppen tot een aangenaam en aanzienlijk gedeelte
der stad, met welgevallen mag worden ontvangen en met
een zekere mate van vooringenomenheid beoordeeld; in elk
geval gezorgd, dat het nuttige met het aangename van pas
vermengd, niet worde uit het oog verloren.
Maar //wie zal de wensch afkeuren," zoo lieten de hee
ren Kluit en Wenckebach zich op den 21 sten December 1832
uit, //dat spoedig (mogt het nog zijn onder den thans le
gerenden Doorluchtigen afstammeling van Hem die ruim