i 337, Donderdag 30 Junij. De Nijverheldsparttf. Al zijn we geen industrieelenal noemt men ons bij voorkeur theoristenom aanteduiden dat er alleen afgetrok ken denkbeelden bij ons wonendie zelden uitvoeriijkonze onbevoegdheid om mede te spreken onbetwistbaar maken toch kan het nimmer schadenals we onze keunis en er varing in het midden brengenwaar een strijd van mee- uingen bestaat. De hoofd-redacteur van het weekblad de Nederlandsche Industrieel behoorde ook nimmer tot een vak vau industrie en toch stelt men zijn beschouwingen op prijs. En wat geeft de grootste belangrijkheid aan de vergaderin gen der Yereeniging van en voor Nederlandsche Industrieelen, indien het niet was de voorlichting, de mededeeling, de ijverige opsporing van hetgeen voor het gebied van handel en nijverheid onmiskenbare waarde bezit, die de verdiensten van den secretaris der Yereeniging, ofschoon geen indus trieel, doen uitkomen? Waarom deze niet de kandidatuur voor het lidmaatschap der Tweede Kamer aangeboden Of is de heer Schimmelpenninck op het gebied der Nijverheid zulk een uitstekend bekwaam mensch De heer E. verzekert, dat de heer S. ook zelf industrieel is; 'tis mogelijkmaar zijn industrieel belang is welligt van geheel andere betee- kenis dan dat der Leidsche industrie. Tegenover vele groote woordendie klinken als het geluid van een ledig vat zoo als: //de vrijgevigheid maakt ons land bespottelijk by den vreemde. Hij lacht om Nederland. Hij palmt door lage aannemingen waartoe lage invoerrechten hem in staat stel len, alles in en het brood van onzen werkman wordt door den vreemde opgegeten," - valt niet veel intebrengen, als men daarop de verdiensten van den heer S. bouwen ziet. dat hij tegen de aanneming van een wet stemde, die toch door de beide Kamers der Staten Generaal is aangenomen en door den Koning uitgevaardigd. In onze eenvoudigheid meenden wijdat het beginsel der verlaging van de in- en uitvoerrechten zoo eerlijk, zoo heilzaam, zoo onschend baar was, dat er alleen sprake moest en kon zijn, hoe dat beginsel op een verstandige en oordeelkundige wijze zou worden in werking gebragt. Is dat tarief te beschouwen als een belastingwet, voor 's Rijks schatkist zorgende, dan moest liet vervallen om dezelfde reden, waarom aan de poor ten van Leiden geen hooger belasting van het vleesch mag worden ingevorderddan binnen Leiden wordt geheven en het brood ook van buiten zonder hoogere rechten kan wor den ingevoerd. Is het tarief meer in het belang der Nij verheid te beschouwen al3 een preferentie of een premie dan moet ook weder de vraag gedaan wordenof zulk een bevoorrechting billijk is? Die het tarief verdedigt, strijdt voor zijn eigen beurs; de schatkist krijgt er slechts eeu klein deel vanin verhouding tot de voordeelen die het aan de bevoorrechte takken van industrie geeft. Zulk een tarief heeft een zedeloos beginsel en is van een gevaarlijke strekking; want wat zou de toestand van Leiden's ingeze tenen zijnindien de Regering een belasting invoerde op alle koopwaren die binnen Leiden niet waren vervaardigd en aldaar werden ingevoerdindien zy bij het aanbesteden van openbare werken de mededinging van buitenaanne mers uitsloot of verhinderde? Er kwam geen fabriekmeel binnen Leiden in het belang der korenmolenaarsgeen schoenen en laarzen werden aangebragt ter wille van de schoenmakersgeen boter en kaas in het belang der melk- slijters; geen van elders komend werkman, geen verbeterde wijze van arbeid zou worden toegelaten, en de veerkracht, die leven en ontwikkeling geeft, zou ontbrekenvadsigheid en luiheid en wat daarmede gepaard gaat, zou den zedelij ken toestand ondermijnen. Het beginsel, waartegen de heer E. gekant isvan vrije invoer van alle benoodigdhedenis weldadig voor elke gemeente, en toegepast op het Rijk, ook heilzaam voor de Natie. Dat durft men ook niet tegentespreken en daarom stelt men voorwaarden en wel in de eerste plaats het stelsel vau re ciprociteit. Er is veel voor te zeggen dat wederkeerig de toe gang tusschen aan elkander grenzende rijken voor elkander en onbelemmerd moet bestaan, 't Zal zeker de bedrijvigheid en het vertier bevorderenmaar in elk geval is het voordeel aan de zijde van het Rijk dat de invoer openstelt, omdat de aanvoer overvloedig zal zijn en het algemeen bij een ruime markt goedkooper zich het benoodigde aanschaft. De koopprijs regelt zich naar vraag en aanbod naar behoefte en overvloed. Is er veel viach aan de marktzij is goed kooper, dan bij schaarschen aanvoer en ieder kan wat krijgen. Zal men nu de aanvoer van visch belemmeren en bezwaren wanneer onze Leidsche wolle goederen te Katwijk en te Noord- wijk minder aftrek vinden, dan die van Tilburg aldaar worden LEI0SCH Deze Co«rant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden f 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën 1-6 regels 0.75. Iedere regel meer 12J Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels/0.90. tedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 6 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 'sGravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 8 u. 38 ra.; 10 u. 15 ra.; 1 u. 14 m.; 3 u. 46 m.; G u. G ra. 9 u. 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 34 m.; 10 u. 12 m.; 11 u. 54 m.; 2 u. 61 m.; 4 u. 49 m.; 9 u. Op Zon en Feestdagen van 's Gravenhage naar Leiden 10 u. 52 m. 's avonds. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 8 u., de overige dagen, uitgezonderd de Zondag, 5 u.; van Arasterdam (Beerebijt) naar Leiden, Maandag 2J- u., de overige dagen, uitgezonderd de Zondag, 3 u. 's namiddags. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Niemvstraat's morgeus te 7 u. 45 m. en te 11 u's namiddags te 3 u. 40 m. 'savonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen ten 11 u. en 3 u. 40 m. 'snamiddags. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. West-Indische den 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijks-Telegraaf. Dagelijks geopend van 7 uur 's ra. tot 9 uur 's av. Spoorvreg-Telegraaf dagelijks van 7 uur's ra. tot 10 u. 30 m. av» Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur.- President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van 11l uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. - De Gemeente- Architect is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 's morgens 121 uur. Kantoor der Plaatselijke Aooijusen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen dagelijks van 91 uur eif van 36 nar; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. II.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 1