Binnenlandse!) Nieuws.
Nationale Nijverheid, die in de Kamer, gelijk aangetoond
en genoeg gebleken is, geen enkele vertegenwoordiger be
zit en kiest liever een flinken industrieel met een helder
hoofd en een warm hartdan dezulken van wien u niet meer
bekend is dan dat zij vau hooge geboorte of meester in de
rechten zijn. Volk en Vaderland zullen er voorzeker wel bij
varen En kan het dan noodig zijn te wijzen op het belang,
dat het hoofd van den Gemeenteraad van de fabriekstad
Leiden een uitnemend geschikt orgaan en advokaat voor de
Leidsche industrie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal
zijn zal. te meer, al? men niet vergeet, dat de heer Siegen-
beek vermaagschapt en verwant was en nog is aan Leidsche
industrieelen
Misschien zijn er, die uit zekere, welligt ovevdrevene
soms ook gekunstelde bezorgdheid vreezen dat de ijverige
waarneming van het burgemeesterschap lijden zal onder de
drukke en moeijelijke taak van het lidmaatschap der Tweede
Kamer. Jaren achtereen waren de burgemeesters van Utrecht,
Enkhuizen Deventer, Dordrecht enz. leden der Tweede Ka
mer en menige burgemeester van een plattelandsgemeente,
die moeijelijker kan vervangen worden zat nog in 's Lands-
raadzaal. Afstand tusschen Leiden en 's Hage is niet zoo be
duidend dat daaruit bezwaar zal ontstaanterwijl het bezit
van een ijverig plaatsvervanger in den oudsten wethouder bij
tijdelijke afwezigheid den geregelden loop van zaken verzekert.
De ijver en de trouw waarmede de heer Siegenbeek de
verschillende betrekkingen vervultdie hij bekleedtstrekken
tot waarborg dat hij, is het noodig, in het algemeen be
lang een keuze zal doenwelke plaatsen hij zou moeten ver
laten om door anderen te laten bezetten wanneer de gelijk
tijdige waarneming hinder oplevert..
Wij laten aan elk onbevooroordeeld en onpartijdig gemoed
het oordeel over van de gronden waarop wij voor het dis
trict Leiden boven den heer Schimmelpenninck, wien tot eenig
vereischte gesteld wordt: belangstelling in het Christelijk Na
tionaal onderwijs en omtrent wien de heer Groen van Prin-
sterer zelf nog twijfel voedt, of hij tot de antirevolutionaire
rigting behoort, onze stem tot lid der Tweede Kamer van de
Staten-Generaal zullen uitbrengen voor den heer
Mr. DANIEL TIEBOEL SIEGENBEEK,
Burgemeester der gemeente Leideu.
Z. M. heeft aan den kapitein Jhr. H. P. C, G. van der
Hoeven, van het 6de reg. inf., op verzoek, eervol ontslag
uit de militaire dienst verleend.
De Minister van Oorlog heeft ter kennis van het le
ger gebragt, dat het den Koning heeft behaagdbij onder
scheidene besluiten1°. Te benoementot ridder der mili
taire Willemsorde van de 4de klasse, den majoor der in
fanterie bij het leger in Nederl.-Indië K. G. Fritzenthans
met verlof hier te lande, en zulks ter zake van zijn gedrag
bij de expeditie op de noord- en zuidoostkust van Cerarn
gedurende de maanden September, October, November en
December I860 tot kommandeur der orde van den Nederiand-
schen Leeuw: den onlangs gepensioneerden generaal majoor
F. van Heurnvan het korps ingenieurs, mineurs en sap-
peurs, laatstelijk chef van het bureau der geüie bij het de
partement van oorlog; 2°. dat door den kanselier der beide
orden vergunning is verleend tot het dragen van twee Pruis-
sische medailles, als een voor werkelijke dienst, gedurende
de jaren 1848/49 en de andere voor negenjarige trouwe
dienst: aan den trompetter G. F. Weissvan het regement
veld-artillerieen van de Pruissische medaille voor trouwe
dienst, gedurende de jaren 1848/49 en van de Badensche
medaille voor het bijwonen der veldtogten in 1849: aan
den soldaat J. W. J. Tappeser, van het koloniaal werfdepot,
bestemd voor de dienst in Oost-Indië.
Tot Adjudant bij het 3de bat. 4de reg. inf. te Gouda
is benoemd de lste luitenant P. L. H. M. B. D. Kraal
van genoemd korps.
De lste luit. H. Beijerman van het reg. rijdende
artillerie te Arnhem is daarbij tot instructeur benoemd.
De Eerste Kamer heeft heden Dingsdag de aan de
orde gestelde wetsontwerpen meest zonder discussie aange
nomen.
De verslagen der commissiën van rapporteurs der Eer
ste Kamer en de Memorie van beantwoording der Minister-
over verschillende wetsontwerpen zijn gunstigbehalve die
betreffende het wetsontwerp tot regeling van het onderwijl
in de Indische taal-, land- en volkenkunde en dat tot nadere
bekrachtiging van een artikel der concessie voor het kanaal
door Holland. Verschillende leden keurden minder goed dat
die regeling van het onderwijs niet wordt behandeld te ge
lijk met een algemeene regeling van het hooger onderwijs
welke zoo lang reeds als hoogst weuschelijk wordt geacht.
De aanwijzing eener akademiestad als zetel dezer instelling
keurden zij ook minder goed; zij vreesden, dat de eigen,
aardige plaats welke dit ouderwijs tusschen hooger en mid
delbaar onderwijs inneemt, juist in een akademiestad aan
leiding zal geven tot botsing, zoowel tusschen de hoogleera-
ren als tusschen de studenten onderling. De Ministers van
Binnenlandsche Zaken en van Koloniën deelen die bezwaren
niet. Wat de concessie voor het kanaal door Holland betreft
was de meerderheid der leden verrast door de verklaring
der Begering, dat de wijziging der concessie ook zonder
tusschenkomst der Staten-Generaal had kunnen worden be
krachtigd. De algemeene indruk was, dat nu de waarheid
wordt gestaafd van veel wat vroeger was voorspeld, ten
aanzien van misrekening, onzekerheid en teleurstelling van
het plan.
Uit 's Gravenhage wordt gemelddat aldaar in goed
onderrigte kringen het gerucht in omloop is, dat de heer Betz
eerlang als Minister van Finantiën zal aftreden en vervangen
worden door den heer van Bosse.
De Kiesvereeniging //Vaderland en Koning" te 's Hage
heeft met 55 van de 56 stemmen (zijnde één blanco), en
de Kiesvereeniging //Vrijheid en Orde" met algemeene stem
men tot kandidaat voor het lidmaatschap van de Tweede
Kamer geproclameerd Mr. J. P. P. baron van Zuylen van
Nyevelt, oud-minister van Buitenlandsche Zaken.
Maandag is voor den Hoogen Baad behandeld de
zaak van C. Voorn, requirant van cassatie tegen een vonnis
der arrondi8sements-rechtbank te Leiden, waarbij hij, met
vernietiging van een vonnis van het kantongerecht te Al-
pheu, is veroordeeld met vier andere personen, allen met
den requirant arbeiders aldaar, ter zake van het op twee
plaatsen afgraven van een dijk of kade, dienende tot keering
van zee-, rivier- of boezemwater, en wel van den Hoogen
Bijndijken zulks zonder vergunning van Dijkgraaf en Hoog
heemraden van Bijnland. De kantonrechter had de beklaagden
van alle rechtsvervolging ontslagen en daarbij aangenomen
de verdediging, dat zij gehandeld hadden als arbeiders in
dienst en op uitdrukkelijkeu last van hunnen meester, ge
lijk uit diens verklaring als getuige a décharge nader was
geblekenterwijl zijniet bekend met de ten deze toepas
selijke keur, geheel ter goeder trouw en biootelijk als de
werktuigen van den eigenlijken daderhunnen meesterhad
den gehandeld. De rechtbank echter nam de verantwoorde
lijkheid der beklaagden aan op grond van den regel, dat
een ieder geacht wordt de wet of wettelijke verordening te
kennenen vermits het aan de beklaagden door hunneu
meester gegeven bevel die verantwoordelijkheid niet kon
wegnemen. De heer advokaat Mr. Dutry van Haeften heeft
voor den beklaagde een middel van cassatie voorgsteld en
outwikkeld, hoofdzakelijk gegrond op de stelling, dat de
requirant niet was de eigenlijke dader van het feit, maar
eenvoudig als het werktuig, waarmede de overtreding was
volbragt, was te beschouwen. - Den 14den Jnnij aanst.
zal in deze zaak door het Openbaar Ministerie conclusie wor
den genomen.
Nog is behandeld de zaak van P. J. Dingemans, requi
rant van cassatie tegen een arrest van het provinciaal ge
rechtshof in Gelderlandwaarbij hijter zake van moedwil-
ligen manslag, is veroordeeld tot een tuchthuisstraf vau 20
jaren. Men zal zich herinneren, dat de veroordeelde, naar
aanleiding der door zijn wettige huisvrouw voorgenomen
echtscheiding, haar op een vreesselijke wijze, ook blijkens
zijn bekentenis met bijlslagen, met groote krachten geweld
toegebragt, van het leven heeft beroofd. Tegen het veroor-
deelend arrest heeft de advokaat des requirants, de heer
Mr. D. Léonals middelen van cassatie aangevoerd en ont
wikkeld: 1 schending van art. 434 en 43 8, in verband
met 427 en 428, van het wetboek van strafvorderingdoor
o. a. als deskundigen te hooren twee getuigenzonder dat