dier zaakwat het huis zelf betreftreeds voldongen is la
ter een proces ingesteld door J. C. Meijer, tegen den bur
gemeester van Rotterdam en daarbij ook een vordering tot
schadevergoeding ingesteld wegens den afbraak van den kel
der, verhuurd geweest als bierkelder, en van het pothuis
beiden tot gemeld huis behoord hebbendeen ter zake van
den last tot ontruiming van een en ander. Èn de afbraak èn
het bevel tot ontruiming werden beschouwd als onrechtmatige
daden en daarop werd de eisch tot schadevergoeding gegrond.
Be Rotterdarasche rechtbank heeft die vordering echter af
gewezen. Op het hiervan ingesteld liooger beroep evenwel
heeft Maandag het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland
hoofdzakelijk beslist, dat ten deze werkelijk had plaats ge
had een onrechtmatige daad, immers een gedwongen ont
eigening zonder inachtneming der wettelijke formaliteiten
daarstellende aantasting en ontneming van iemands eigendom
waardoor het gemeentebestuur de grenzen zijner bevoegdheid
heeft overschreden. Met vernietiging van het vonnis, is de
eisch dan ook toegewezen met uitzondering echter voor zoo
veel die betrekking heeft op de ontruimingde schade nader
te bepalen bij staat.
Voorts zijn voor gemeld hof in appèl gevoerd de pleidooi-
jen in de zaak van de heeren de Jong en Comp. als direc
teuren der onderlinge Brandwaarborg-Maatschappij voor ge
bouwen gevestigd te Amsterdam, appellanten, tegen den
heer A. E. Maas, lid van den Gemeenteraad te 's Graven -
hagegeïntimeerde. In eersten aanleg was de geïntimeerde,
toen gedaagde, door de Maatschappij gedagvaard tot vol
doening eener som van f 894,75 verschuldigd voor aandeel
in den buitengewonen omslag wegens brandschade noodza
kelijk geworden door den noodlottigen brand te Enschedé
op den 7den Mei 1862 voorgevallen, en zulks met de kos
ten der in-mora-stelling, en met de renteu sedert dien dag
tot de volle voldoening toe ad 6 pCt. 'sjaars, met verdere
veroordeeling van den gedaagde in de kosten. De rechtbank
van 's Gravenhage heeft, bij vonnis van 9 Januarij 11., in
overeenstemming met de van zijde des toen gedaagden op
geworpen exceptie, en overwegende dat krachtens de ten pro-
cesse overgelegde overeenkomst van partijen, het onderwer-
pelijk geschil aan de beslissing van arbiters moet worden
overgelaten- zich onbevoegd verklaard om van de dooi
de toen eischers ingestelde vordering kennis te nemen en
deze in de kosten veroordeeld. Op het hiervan ingesteld ap
pèl door de Maatschappij de zaak Maandag behandeld zijnde,
is voor de appellante opgetreden Mr. J. W. Tydeman van Am
sterdam en voor den geïntimeerde Mr. A. de Pinto van 'sHage.
Het provinciaal gerechtshof van Gelderland heeft bij
arrest van jl. Zaturdag Hendrica Kelderman, ter zake van
vergiftiging van haren man veroordeeld tot de straffe des
doods.
Uit het verslag van de algemeene vergadering van be
stuurders der Maatschappij tot bevordering van welstand,
voornamelijk onder landlieden gehouden te Nijmegen den
5den Junij 11. blijkt, dat de Ring 9, bestuurder Prof. Rau-
wenhoff 8 leden verloor en slechts 37 nog teldeRing 39
bestuurder de Heer P. Muller 2 leden verloor en 13 telde;
terwijl de Maatschappij in het geheel 154 verloor, 27 won
en nog 2330 leden telt. Het fonds bedroeg op 15 April
1863 f 632,650,34 benevens f 2000 2^. pCt. Nationale
Werkelijke Schuld.
Naar men verneemt, hebben heeren curatoren van het
Athenaeum Illustre te Amsterdam dezer dagen hun ontslag
aan burgemeester en wethouders aangevraagd.
Donderdag 11. overleed te Bennekom de Ed. Gr. Achtb.
heer A. van Daalen ridder der orde van den Nederl. Leeuw
en lid van de Gedep. Staten der provincie Gelderlandin den
leeftijd van 52 jaren; een man van groote bekwaamheid en
die een uitstekenden ijver in die betrekking aan den dag heeft
gelegd. Hij laat een weduwe na die nu ten tweeden male het
verlies eens echtgenoots betreurt, daar zij vroeger met den
te vroeg gestorvenbij velen nog in gezegend aandenken
gebleven Mr. I. P. T. Cau, advokaat en armverzorger te
Leidenwas gehuwd.
Te Katsevier, in Zeeland, is 11. Zaturdag de boeren
hofstede van Taselaar afgebrand. Dit is reeds de derde maal
in den tijd van 14 jaren, dat die hofstede afbrandde; laat
stelijk was zij den llden September 1863 geheel door brand
vernield.
Met genoegen voorzeker zal men vernemen dat de
heer Carpierdirecteur van de Fransche opera te 's Hage
die er in mogt slagen den heer Rogereerste tenor van
de groote opéra te Parijs, voor een paar voorstellingen al
daar te engageren het voornemen heeft met dien heerte
gader met eenige andere artisteneen kunstreis naar de
voornaamste steden onzes lands te doen. Onder bedoelde
artisten behoort de jeugdige de Graanwiens wegslepend
kunstvermogen in den afgeloopen winter de bewondering
van het publiek zoo zeer heeft opgewekt; Mile. Vroonen,
eerste zangeres aan den Kon. Franschen Schouwburg te 's Hage,
waarbij zij ongemeenen lof inoogstte, en de pianist, de heer
Faubelom zijn keurig spel met zooveel onderscheiding be
kend. De concertenwelke deze artisten in onderscheiden
steden zullen gevenzullen door een zeldzame vereeniging
van uitstekende talenten ontwijfelbaar de algemeene belang
stelling in hooge mate opwekken, vooral daar zij, gelijk wij
vernemen, als volks-concerten zullen worden ingerigt, ten
einde een ruime gelegenheid te openen dat een talrijk pu
bliek een edel kunstgenot moge smaken. Naar men verze
kert, zal het gezelschap o. a. de steden Amsterdam, Rot
terdam, Arnhem, Leiden, Dordrecht, Middelburg en Haarlem
bezoeken.
V
In jaren werden zoo vele haringen niet gevangen in
de Zuiderzee als ditmaal. Zij worden thans bij millioenen
aangevoerd en verkocht de 220 a 240, zijnde een tal, voor
den geringen prijs van tusschen de 7^ en 10 cents, en
evenwel maakt die vangst voor de visschers een zeer goede
rekening. De zee nabij de haven van Hoorn is zoo vol ha
ring, dat de scheepvaart soms daardoor belemmerd wordt;
de schepen kunnen door de haringen niet voortkomen.
Als een voorbeeld van de menigte dier visschen, verhaalt
een visscher, die 16 netten uitgelegd had, dat hij tot zin
kens toe geladen was bij het ophalen van slechts 8 netten
zoodat hij de overigen moest laten staan tot den anderen
dag; en zooals het in die streek is, moet het ook in an
dere streken van de Zuiderzee zijn.
Ds. F. C. A. Pantekoek nam Zondag avond afscheid
van de Hervormde gemeente te Schiedamhij had daarbij
tot tekst gekozen Phil. II: 5. Naar men verneemt, zal Ds.
Pantekoek den lOden dezer, des avonds, in de Oudekerk
te Amsterdambevestigd worden door Ds. K. F. Ternooy
Apèl, en den 13den des avonds in de Nieuwe kerk aldaar
zijn intree doen.
Beroepen tot predikant bij de Hervormde gemeente te
Hendrik-Ido-Ambacht Ds. W. Mense te Voorthuizen en te
Serooskerke Ds. J. H. Gravenstein te Loon op Zand.
Het eenjarig onderhoud van de kazernenstallen en
magazijnen te dezer stede is door het Dep. van Oorlog toe
gewezen aan den heer P. van der Kamp alhierals minste
inschrijver, voor de som van f 4,480.
In de fabriek van de heeren J. J. Krantz en Zn. is
door onvoorzigtigheid de hand van een voller in het werk
tuig gekomen en zoodanig gekwetstdat diens hand is moe
ten worden afgezet.
Men verneemt, dat door Zijne Excellentie den gou
verneur-generaal van Neêrlands Indië concessie is verleend
voor den aanleg van een spoorweg voor goederen-vervoer
(sijsteem Stieltjes) van Malang naar Pasoeroeanmet zijtak
ken naar verschillende ondernemingenen wel aan de heeren
Eschauzier c. s.
De Java-Bode meldt het volgendeMen verzoekt ons
medetedeelendat dezer dagen alhier een scheikundig on
derzoek heeft plaats gehad van tarlatan van een mooije licht
groene kleur, 't welk hier voor dameskleederen wordt ver
kocht. Dit scheikundig onderzoek heeft aan 't licht gebragt
dat deze stof geverwd is met het zoogenaamde Scheele's groen
of arsenikzuur koper, een zwaar vergift, dat volgens Gra
ham's Otto in Pruissen om deszelfs doodende eigenschap ver
boden is.
Naar men mededeelt, is het aan de onvermoeide po
gingen van het comité tot oprigting van een Planten- en
Dierentuin gelukt een geschikt terrein aantekoopen op Men-
teng, van Radhen Saleh.
In het lokaal der Handelsvereeniging te Batavia, ligt
een monster prachtige katoen, gekweekt van het zaad door
nu wijlen den heer van der Grinten op een reis in de Dayak-
landen ontdekt en te Batavia aangeplant.