hebben geloopen over het verduisteren van den minderjari gen zoogenaamden Hendrik van Dedemwelke te Ilyères in Frankrijk moet geboren zijn. Men meldt uit Zwolle, dd. 20 Maart: Om tot meer dere terugbekoming van den betaalden accijns op den turf te geraken had alhier eenige dagen geleden de volgende historie plaats. Zeker koopman T. alhier had tot dat einde een zeer aardig middel uitgevonden. Hij had namelijk een grooten hoop turven zeer net bijeenverzameld en gestapeld zoodanig als zulks gewoonlijk in het veld staat. Toen nu de ambtenaren kwamen om te meten, begaf een hunner zich op den gevaarlijken hoopdoch naauwelijks was hij er op, of hij stortte, te gelijk met een groote massa turven, die het bovenste gedeelte van den hoop gedekt hadden naar beneden en zat er als 't ware tusschen bedolven. Geen won der, hij kon niet weten, dat het voorwerp waarop hij zich plaatste van binnen geheel hol en ledig was. Gelukkig is de ambtenaar er met een kleinen schrik en wat bestoft afgekomen. Of de eigenaar die restitutie, welke hij veron derstelde geheel te zullen ontvangen, wel zal gekregen heb ben is niet te gelooven. Beroepen bij de Christelijke Afgescheidene gemeente te Meppel Ds. Weers van Rouveen. Gaarne wijden wij een enkel woord aan de vermelding, dat de Commissie voor de Volksvoorlezingen uit het Departe ment Leiden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen Woens dag avond hare laatste bijeenkomst hield voor dit saisoen. - 't Was voor de commissarissen, met terugblik op den ver- loopen winter, een avond van ware zelfvoldoening. Mogt me- j nigeen in den aanvang van het saisoen zich al eens bezorgd hebben afgevraagdhoe zal er in al die avonden gepaste en aangename afwisseling zijn, zoodat het publiek gaarne de bijeenkomsten zal bijwonen?" De avond van Woensdag be wees, dat die bekommering overbodig is geweest en de Com- missie ook dezen winter getoond heeft er den slag van te hebben de menigte naar het Nutsgebouw te lokken. De zaal toch was niet alleen letterlijk eivol, maar velen die in de zaal geen plaats konden vindenmoesten die in de aangren zende lokalen zoeken of zich met een staanplaats in het por taal vergenoegen. Het was, zooals voorleden jaar een recrea tieavond die nu aan toonkunst, zang en uiterlijke voor- dragt was gewijd. De muziek der schutterij voerde een schoon programma uit. Mej. hield de vergadering aangenaam bezig met het zingen van het bekende Strijklied van den heer van Heyst, daarin door een goede toonkunstenaar met de piano bijgestaan terwijl twee der Commissarissen de voordragt van een paar welgekozen dichtstukken ten beste gaven. Aan luide toejuichingen ontbrak het niet, en vooral na de over- schoone voordragt van het Strijklied, duurde het geruimen tijd eer het daverende applaudissement weder voor eenige meerdere 1 kalmte plaats maakte. 't Zou waarlijk jammer zijn hier niet de schoone dichtre gelen optenemen waarmede de Commissaris van Heyst, mede uit naam zijner mede-commissarissenden avond besloot. Een welwillende hand deed ze ons toekomen. De barre winter is voorbij En viel aan velen zuur Wij konden heet wat brandstof aan En rilden nog bij 't vuur Wij zeiden vast wel iedren dag, (Want klagen doet men graag) Alsof het nog een nieuwtje was, n Wat is dat koud van daagl" Maar was de kou voor de armoe hard Vermaak was veler deel, Dat tuigde 't Galgewater weer Bij 't vrolijk ijstafreel En 'k hoop dat niemand uit dien tijd Op 't glibberige pad Berouw heeft van hetgeen hij deed, 1 En ongelukken had! Maar ook de rustige avondstond Is waard te zijn vermeld; Wie kunst en wetenschap bemint Werd niet teleurgesteld Zoo was ook 't doel van dezen kring De ontwikk'ling van den geest; Veredling aan vermaak gepaard, Is onze wensch geweest En heeft ook de uitslag ligt gefaald Wa9 onze kracht ook kleên Wij hielden steeds de leus in 't oog: //Tot Nut van !t Algemeen I" Doch hulde en eer zij 't loon van hen Die met hun rijk taleüt Hier spraken van het Goede en Schoon Ons diep in 't hart geprent! Ja, hulde aan elk, wiens raad of daad Onz' arbeid heeft gestut! En zij hun de algemeene dank Voor 't Algemeene nut I Thans roept de lente ons weêr spoedig naar buiten Haardvuur en gazlicht, weêr eindigt uw magt, Ras zal natuur bare schatten ontsluiten, 't Schitterende zonlicht wekt leven en kracht I Wat in den sluimer des doods lag verloren Heft weêr het hoofd tot een vrolijk bestaan. Ras vangt het lied der bevleugelde koren, 't Eeuwige feestlied der schepping weer aan Ons spelt die toon weêr Gods goedheid en zegen, Rijken en armen (hun streven is één) Snellen de zomergenietingen tegen, Spoeden naar velden en dreven zich heenl Maar wat de winter op nieuw ons mogt leeren Moet niet vergaan als het gazlicht verdwijnt, 't Moge genot en verstrooijing trotseren 't Zaad schenke vrucht, al3 de zomer verschynt. Lessen der wijsheid zij mogen ons sterken Blijven ons dierbaar wat lot ons verwacht, Toonen haar invloed op woorden en werken Schenken ons kennis, en kennis is magt. Javooruitgang zij ons streven Zij de leus: //beschaving, licht 1" Door een rein en vlekloos leven Moog' een elk bewijzen geven Van besef der burgerpligt! Is de zomer weêr gekomen Vol vermaken en genot, Zij dan nooit de schand vernomen Dat men bij jeneverstroomen God in zijn natuur bespot Wie op deugd geen aandacht sloegen Kochten zich den zwaarsten druk Blijk' het tot ons zielsgenoegen Dat we ook hier één steentje voegen Aan 't gebouw van volksgeluk Welvaartdeugd in Leidens wallen 't Oog wordt nooit dat schouwspel moê, Moog' Gods gunst ten deel u vallen - En - met dezen wensch aan allen Roep ik utot weerziens" toe Na de voordragt dezer dichtregelen die zoo wel door ha ren inhoud als de krachtige wijze waarop ze werden uitge sproken op de aanwezigen blijkbaar een diepen indruk maak ten- was de heer C. C. van der Hoek, namens allen, die gedurende den afgeloopen winter de bijeenkomsten had den bijgewoond, de tolk van hun erkentelijk gevoel. Hij dankte in warme taal Commissarissen voor het genoegen aan de Volksklasse verschaft, hopende dat hunne vele moeiten en zorgen niet zonder vrucht mogten zijn geweest en er den wensch bijvoegende, dat zij gedurende den zomer nieuwen lust en kracht mogten erlangen om voor den volgenden win ter weêr nieuwe plannen te ontwerpen ten einde hunnen medeburgers nuttig te zijn. Wij vereenigen ons met dien wensch en bopen dan ook den edelen grijsaard weer voortdurend op de Volksbijcen- komsten te mogen ontmoeten. [Ingezonden.) De Gemeenteraad heeft in de vergadering van heden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 2