Buitenlandsch Nieuws. gen van Mr. J. M. de Kempenaer, mevr. douairière van j Eekgeb. baronnesse van Haersolteen den heer W. L. i van Eekop verzoek des eischersgeschrapt zijn van de 1 rolle der arr.-rechtbank te Arnhemzoodat deze zooveel gerucht makende zaak nu geheel geëindigd is. In de Maandag te Rotterdam gehouden algemeene vergadering van heeren oprigters der Nieuwe Handels-So- cieteit het Leesmuseumis door de voorloopige commissie medegedeeld dat het getal der leden reeds tot ver boven de 100 geklommen is, en zich bereids weder een aantal nieuwe leden tot deelneming hebben aangesloten. Dien ten gevolge is de zaak gevestigd en het bestuur benoemdzoo dat Rotterdam zich weder in een nieuwe onderneming mag verheugen. Sedert het Steurgat beneden Werkendam open is neemt de zalmvangst te Woudrichem buitengewoon toe. In den nacht van Zaturdag op Zondag 11. zijn 36 zalmen waarbij eenige van ruim 3 0 pond gevangen. De prijs is thans 90 cent per pond. In den nacht van Zondag op Maandag 11. is op een noodlottige wijze op de Schelde verdronken de schippers knecht A. v. B., van Werkendam; doch hoe dit ongeluk is ontstaankan met geene zekerheid worden gezegd daar de ongelukkige eerst later gemist werd. Men vermoedt, dat A. v. B. bij het ophalen van het anker van voor de boeg, bij ongeluk overboord is gevallen en verdronken. Hij was een braaf en oppassend jongelingdie zijn ouden vader zoo veel mogelijk ondersteunde. Den 14den Januarij 11. heeft te Batavia een geluk kig zeldzame gebeurtenis plaats gehad. Er is namelijk een moordaanslag gepleegd op Jhr. Mr. Junius van Hemert. Tijdens hij zich in de koffijkamer van den schouwburg be vond, moet een sinjo, vroeger als bediende bij hem werk zaam een pistoolschot op hem gelost hebben dat den be doelden pérsoon mistemaar een schampschot in den arm van den kastelein bezorgde. De aanleiding tot die misdaad moet nog niet in 't ware licht zijn verschenen. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dings- dag des namiddags te 5 uur 45°, des avonds te 8 uur 42°, te 10 uur 39°. Woensdag morgen te 5 uur 39°, te 8 uur 36°, te 12 uur 47°, des namiddags te 4 uur 51°. De stoomboot Gouverneur van Ewijck die door de Deensche kruisers was in beslag genomenis - volgens den Haagschen correspondent van den Précurseur - Zondag 11. weder vrij gelaten. De lading is te Trauemunde ontscheept dewijl de Deensche autoriteiten van Korsoer geweigerd had den de uitklaring naar Kiel aautenemen en het gevaar om zich naar laatstgenoemde plaats te begeven te groot scheen. Men verneemt tevens, dat ook de Oostenrijksche gezant bij het Deensche hof, aan zijn Nederlandschen ambtgenoot, den heer Rochussen de belangen zijner landgenooten heeft op gedragen bij zijn vertrek uit Kopenhagen. Om iets te doen, zijn thans de Pruissen bezig den Leeuw van Idstedt, opgerigt ter herinnering aan hen die in 1848 in de verdediging van hun vaderland tegen de Duitschers gevallen zijn, te vernielen. Reeds hadden zij aan menige aardigheid op den Idstedter //Kikvorsch" lucht ge geven thans hebben zij hem kop en staart afgehakt en zal eerlang de romp volgen. Weldra zal het nu ook de beurt zijn aan het sierlijk aangelegde kerkhof, indien men dien naam kan geven aan de zamengevoegde rotsblokkendie daar zijn bijeengebragt en in wier spleten op marmeren platen de namen der gesneuvelden vermeld zijn. In de nabij heid van den doodenrots verheft zich in een heuvelwaar onder het overblijfsel rust van hendie bij Bilschau en Oversee zijn gevallen. Dat alles zal weldra verdwenen zijnWelk een indruk dit op het Deensche volk maken moetlaat zich ligt be grijpen. Een achterblijver van een Pruissisch regement achtte zijn leven niet zoo kostbaar voor zijn vaderland, om het niet aan de Denen te willen gunnen en hun tevens het ge noegen te verschaffen van een //eiendomligen" (eigen) ge vangen te hebben. Toen een Pruissisch parlementair de naamlijst en rangen van de Deensche krijgsvangenen te Duppel kwam brengen, zeide men hemdat men reeds wist hoe goed de Deensche krijgsgevangenen het hadden. //Men zou op dezelfde wijze de Pruissische behandelen." Zij hebben er nu al drie, zegt de berigtgeverde achterblijver is een en twee roode hu- zaren maken de trits kompleet. Misschien mag er nog hier of daar een gegrepen zijn, maar zeker ie het dat zij de Deensche kroon op geen groote onkosten jagen. Dat bluffen van den Duitscher die spot omdat de zwakke defensive partij geen gevangenen heeft gemaakt uit het sterk offensive leger, vindt een pendant in het verhaal van een ander correspondent die zijn landgenooten hoog prijst om de milddadigheid door hen jegens arme hongerige Deen sche vrouwen aan den dag gelegd. Alles hadden de Denen aan die ongelukkige ontnomen Die barmhartige reddende Duitschers! Een tamboer, die een weeken, gemoedelijken brief aan zijn ouders schrijft, schijnt ook zoo doordrongen van de edele daden zijns volks, dat hij uitroept: //Neen! God zal een Pruissisch tamboer niet verlaten 1" - zou een Deensch trompetter zooveel minder aanspraak hebben op de bescher ming der Voorzienigheid. De Deensche dagbladen inzonderheid Berlingske Ti- den Folkebladet en Faedrelandet zijn vol artikelen die van de verontwaardiging van Denemarken over Engelands hou ding getuigen. Laatstgenoemd blad geeft den raad, dat men van de vlaggen en banieren met het Engelsche wapen waarmede, bij gelegenheid van het vertrek van de Prinses Alexandra naar Engelandde huizen versierd waren hem den voor de soldaten zal maken. De Prinses van hare zijde heeft, met haar echtgenoot zameneen som van 100, zegge 1200 gulden aan de gekwetste soldaten gezonden. De Engelsche vereeniging on der lord Clauricarde zond daartoe reeds 1000. De hertog van Augustenburg moet door de huldi gingskomedie, waartoe hij zich geleend heeft, bij Pruissen in ongenade zijn gevallen, terwijl hij bovendien ten eene- male 's Konings gratie heeft verbeurd door zijn aansluiting bij de middenstaten. Voortdurend blijven de berigten uit Gallicië veront rustend luidenen de regering moet reeds instructiën aan graaf Mensdorff hebben toegezonden om eerlang doortastende maatregelen te nemennaardien zij de bewijzen in handen zou hebben dat de Poolsche opstandelingen wel verre van den strijd optegevener veeleer naar streven die ook tot de naburige landen uittebreiden. Men spreekt ook van on derhandelingen tus8chen Oostenrijk, Pruissen en Rusland, en van een nieuw Heilig Verbond. Intusschen wenscht de Geueral Correspondenz dat men de strengere maatregelen die in Galicië genomen zullen wordenniet als een inschik kelijkheid voor Rusland aan zal merken. Den 21sten Februarij stierf te Rome don Pio Braschi- Onesti hertog van Nemi, die met afwijking van het gewone gebruik niet door den adel ten grave werd gebragt. Hij stierf op zijn 6 0ste jaar. Ofschoon een neef van den Paus en bij zijn meerderjarigheid in het bezit van een millioen scudistierf hij zoo arm dat zijn schuldeischers met de helft hunner pretentiën moesten genoegen nemen. Om hem voor volslagen armoede te bewaren had de paus hem voor eenige jaren den titel van brigade-generaal gegevenhoe wel hij van het krijgswezen niet de minste kennis had. De St. Pieterspenning heeft in 1863 opgeleverd ruim 730,000 frs., terwijl men berekend dat in hetzelfde jaar nog 200,000 frs. gegeven zijn ten behoeve van de Pause lijke loterij; bovendien is nog voor 400,000 frs. deelgeno men in de Pauselijke leening. Een te Parijs ontvangen schrijven uit Athene, van 20 Februarij 11., zegt dat aldaar groote ontsteltenis ontstaan is op het vernemendat een man uit het Noorden van Grie kenland met een rottingdegen gewapendin hechtenis is genomen, terwijl hij pogingen tot het verbreken van sloten deed ten einde in de vertrekken des Konings doortedrin- gen. Hij was door de wacht aan den procureur des Konings overgeleverd en ofschoon het raadsel nog onopgelost bleef, geloofde men dat Z. M. aan een poging tot moord ontsnapt is. Ook was men in de Grieksche hoofdstad misnoegd ge worden door het gerucht dat het eindelijk ontvangen maar nog niet openbaar gemaakt verdrag wegens den afstand der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 2