N°. 1221 Zaturdag 13 Februarij. A". I Uk der Botervaten. LEIDSCH ■fer De*e Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor heiden ƒ1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs dor Advertentiën 1-6 regels 0.75. Iedere regel meer 12J Cts. Geboorte-, hu- velijks- en doodberigten van 1-4 regels/0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 4 m.; 12 u. K4 m.; 8 u. 59 m.; 8 u. 9 mi; 9 u. 8 m.; naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 46 m.; 11 u. 46 ra.; 3 u. 5 m.; 4 u. 52 m.; 9 u. 3 m. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 8 u. en te 11 u., 'a uamiddags te 8 u. 45 m. 'savonds te 8 u. en op de Zondagen alleen ten 11 u. en 3 u. 45 m. 'snamiddags. Oost-Indisoho Landpost. Over Southamptoa, 1 en 17; over Triest, en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur 's m. tot 9 uur 's av. 8poorweg-Telegraaf dagelijks van 8 uur'i m. tot 10 u. 30 ra. ar. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeetter en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. 'Burgemeesterdagelijks te 10 uur.- President der Commissie van Fabricage des Zaturdags vaa 111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. - De Gemeente'Architect is t« spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 12 1 uur. Kantoor der Plaatselijke Aocijusen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Aooijasen éaka van 9—1 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur. vau Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. III. Te Delft bestaat een ijk op het boter vaatwerk. Art. 1 der daartoe betrekkelijke plaatselijke verordening luidt aldus «De boter zal in geene andere vaten ten openbare verkoop ter markt of aan de waag worden gebragt dan in de zoodanige, die vervaardigd zijn overeenkomstig en voldoende aan de be palingen dezer verordening." Reeds ongeveer 3 jaren geleden werd door een voorstan der van den ijk daartegen bezwaar gemaakt. «Met zulk een uitsluiting wordt te kort gedaan aan den vrijen handel en de concurrentie, maar daarom zie ik niet in de onmogelijk heid, om de gelegenheid tot het laten ijken van het vaat werk opentestellenzonder de overtreding van een verbod. De markt blijft vrij en toegankelijk voor ieder en allen in dien men slechts alle vaten waar ook geijkt en ook alle on- geijkte vaten toelaat. Dan ontstaat niet de minste belemme ring maar wel zal het belang van het algemeen bevorderd worden en de landman, die ongeijkte vaten ter markt brengt, wordt in zijn vrijheid niet te kort gedaan, maar wel in zijn bedrog gestuit door het niet kunnen afzetten van zijn waar. Indien met inachtneming van deze voorwaarden een ijk kan worden ingesteld ('t geen ik geloof), dan zal deze belang rijke aangelegenheid een in het algemeen belang gewenscht einde hebben." Wanneer wij de ervaring van de laatste jaren raadplegen, dan schijnt het niet te baten, of in de waag geijkte en on geijkte botervaten worden toegelaten, want onder de wer king van den onverpligten ijk zijn de klagten toegenomen zoodat verlangd werd een verpligte ijk, omdat de onver- pligte geen doel trof, die daarom dan ook is afgeschaft. Men zou immers weder tot het afgekeurde stelsel terugkeeren indien men niet streng en onder strafbedreiging verbood in het Boterhuis de boter in andere dan geijkte tonnen ten verkoop aantebieden? Men heeft dat vroeger ook zoo begrepen, maar juist daarin hetzelfde bezwaar ontdekt. «Alles wat de toepassing van den verpligten ijk vermag lost zich daarin op, dat de koopers gelegenheid worde gegund van overheidswege tegen bedriegeiijke kunstgrepen der verkoopers te worden gevrij waard. Men wenscht den verkooper in de onmogelijkheid ge steld te zien zich van te zwaar of van oud onzuiver vaat werk te bedienen. Dien wenseh te bevredigenachtte men noch mogelijk noeh raadzaam. Onmogelijk, daar de onder vinding leerde dattijdens het bestaan van het provinciaal reglement, de kunstgrepen tot verzwaring der vaten niet waren afgesneden en dit kwaad evenzeer aanwezig was. On raadzaam daar aan de koopers de beste gelegenheid ver bleven is het tegen te gaan, door zich bij de eerste ont dekking niet lauger van den oneerlijken verkooper te bedienen en anderen voor den zoodanigen te waarschuwen. Treedt de overheid tusschenbeide dan kan dit door geen ander mid del dan hetwelktegeu den oneerlijken gerigtden eer lijken tevens aan banden legt en in zijn vrijheid van han delen belemmert." Dat middel nu zou zijn de invoering van een verplig- teu ijk, in allen deele gelijk aan die te Delft, om het doel te bereikenverzekering van gewigt en het goede soort van hout. Het is intusschen zeer opmerkelijk, dat juist de algemeeue en innige overtuiging van de ondoeltreffendheid van den ijk in de provinciën Noord- en Zuid-Holland heeft geleid tot intrekking van het provinciaal reglement daarop. Wij willen de motiven tot die intrekking nog eens lezenom de waarde van het geneesmiddeldat men wil aanwendente kunnen schatten. Binneiilaiidsch Nieuws. Men verneemt, dat Z. M. tot officier der orde van de Eikenkroon heeft benoemd de heer A. Langrand Dumon- ceau te Brussel. In de heden Vrijdag gehouden zitting van den Hoo- gen Raad (burgerlijke kamer) is door den advocaat-generaal Gregory conclusie genomen in de zaak van J. J. Verbrugh c. s. tegen de Hervormde gemeente te Lienden. Gelijk men

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 1