De rechtbank had dus eerst moeten onderzoekenof er een onzedelijke omgang van de adressante met den predikant ▼an Rijn bestond, en, zoo ja, of daarvan door openbare handelingen bleek. Het is een bekende zaak, dat de laster gemakkelijk ver spreid wordt en steeds heftiger en boozer zich doet hooren. Wie daarop iemand wilde veroordeelenzou het grootste on recht begaan. Van wien de laster, die de adressante en den predikant van Rijn vervolgt, is uitgegaan, is voor haar geen geheim. Maar zoowel de adressante als de heer van Rijn hebben daarop altijd het «hony soit qui mal y pense" toegepast, en er zich ver boven verheven gevoeld. Het zoude trouwens niet moeijelijk vallen een aantal getuigen te brengen, die door dien laster zich nimmer hebben laten misleiden en die zich aan den omgang van de adressante met den predikant van Rijn nimmer hebben geërgerd. Doch het geheele punt kan en moet hier verder buiten eenige rekening worden gelaten, daar het blijkbaar rust op een onjuiste opvatting der wet. De Nederlandsche wetgever kent aan het openbaar gerucht, al ware het nog zoo algemeen geen bewijskracht toe: art. 1903 B. W. ad Ilum. Het komt hier dus aan op den aard der betrek king, welke tusschen de adressante en den predikant van Rijn heeft bestaan. Die betrekking is ontstaan door de ongeveinsde hoogach ting, die adressante hem om zijns werks wille toedraagt. Zij dagteekent niet - gelijk wordt voorgewend - sedert het overlijden van den veelgeliefden echtgenoot der adressante, maar reeds nagenoeg van de komst van den predikant van Rijn te Zwolle, ruim 5 jaren geleden. Reeds tijdens het le ven van adressante's echtgenoot waren de predikant van Rijn en zijn echtgenoote huisvrienden van de adressante en haren echtgenoot; èn toen in Junij 1859 adressante's echt genoot ernstig ziek werd, bezocht de predikant, zeer naar den wensch des overledenenhem dagelijks twee of drie maal. Het was op zijn uitdrukkelijk verlangen, dat de pre dikant den ganschen nacht, waarin hij gestorven is, aan zijn sponde vertoefde. Stervende beval hij de adressante aan den predikant aan hem stak hij kort voor zyn dood het laatst de hand tot afscheid toe. Wat de predikant van Rijn in die weken voor de adres sante en haren dierbaren echtgenoot geweest is, kan adres sante hem nimmermeer vergelden. Dat is dan ook toen door den heer N. Pruimers, schoonvader der adressante, zeiven erkend in een brief, die nog wel in het bezit van den pre dikant zijn zal. De adressante behoeft hier niet uitteweiden over de om standigheden die hebheu medegewerkt om haar van liever lede meer van haren schoonvader, den heer Pruimers, te vervreemden en aan den voor haar zieleleven gezegenden en geheiligden omgang met den predikant van Rijn en zijn gezin te verbinden. Het zij genoeg, dat de adressante voor God en haar geweten kan verklarendat haar omgang met den predikant van Rijn altijd eerbaar en Godvreezend ge weest is, als van een geestelijk kind met zijnen vader in Christus. Hoe meer de adressante zich intusschen vervreemd ge voelde van den heer Pruimers, terwijl zij behoefte had aan leiding en raad, ook in sommige maatschappelijke aangele genheden en vooral in de opvoeding van haar eenig dier baar kindlag het in den aard der zaakdat zij haren vriend, den predikant, in wien zij een onbepaald vertrouwen stelde, en in wiens gezin zij zich geheel als te huis gevoelde, raadpleegde cn te hulp riep. Hij leidde vaak hare huisselijke godsdienstoefening; hij stelde haar in staat een Zondag school te openen hij was haar raadsman bij armenbezoek maar tevens wist hij op ongedwongen toon, met vaderlijke toegenegenheid, zich met het dochtertje der adressante be zig te houden het kind met onschuldige scherts te verma ken en ook daardoor de levensvreugde van de adressante en van haar kind te verhoogen." Vervolg en slot morgen). Te Freeburg is den 29sten December 11. na een lang durig lijden overleden onze voormalige stadgenoot Dr. S. Miiller, gepensioneerd lid der natuurkundige commissie op het eiland Java. Wij vernemen, dat bet terrein, gelegen over Zeerust te Scheveningen is aangekocht door den heer Goldsmit c. s. met het voornemen óm aldaar stalling en remise te laten bouwenbeuevens een hotel van den eersten rangalles in verband met de aanteleggen railroute. Wanneer dit berigt bevestigd wordt, dan schijnt het almede zoo veel besproken plan der railroute, eindelijk toch eens een begin van uit voering te gemoet te zullen gaan. Uit de derde lijst der ingekomen bijdragen ter op- rigting van een nationaal gedenkteeken voor November 1813 blijkt, dat ontvangen is uit de Gemeente Rijnsburg f 7,30 Valkenburg f 16,10, Noordwijkerhout f 20, Leiderdorp 84 en Hazerswoude ƒ95. Zondag in den loop van den avond werd brand ont dekt in het Waalsche weeshuis te 's Hage die weldra bleek te zijn ontstaan in het vertrek bewoond door de ruim 83- j irige weduwe Postbrand, geb. Wolff, die zich reeds te bed bevond. De directeur trachtte haar nog te redden, maar zij is spoedig overleden. Geen brandwonden bekomen hebbende schijnt zij te zijn gestikt. Spoedig waren daar ter plaatse de opperbrandmeester en diens adjunct, de heeren H. H. van Gogh en J. Schroot. De aanwezige brandspuiten hebben geen water behoeven te geven. Maandag nacht was de rivier de Waal vol drijfijs. De gierpont bij Arnhem is weggenomen. De nachtpost op Utrecht kon niet overkomen. Te Rotterdam is de vaart voor zeilschepen geheel op gehouden en voor stoombooten zoodanig belemmerd, dat zij slechts met de grootste moeite zich een weg kunnen banen. De rivier de Maas heeft zich voor Delftshaven reeds vastgezet, zoodat alle scheepvaart gestremd is. Op de Drent- sche hoofdvaart is ook wegens de vorst de scheepvaart ge heel gestaakt. Te Eede werd Zaturdag morgen te 6 uur, aan den Zijdelingen- of Graaf Jansdijk, die daar de grensscheiding uitmaakt, in een sloot, met den elleboog boven water, het lijk gevonden van B. M., een welgesteld landbouwer, ge huwd en vader van 3 kinderen. Het misbruik van sterken drank, in genoemde grensgemeente vrij algemeen op Zon- en feestdagenschijnt de oorzaak geweest te zijn vau dit treu rig voorval. Uitslag der Verloting van Kunstwerken van de Kunst- kronijk gehouden in het openbaar te 'a Graven hage, in het Venduhuis der Notarissen, op Dingsdag den 5den Januarij 1864, ten overstaan van den Notaris C. J. van de Watering. NJ. 1492. J. Greven te Utrecht, Aurora 1864. 78. D. van Franckenhuijzen te MontfoortJ. J. L. ten KateDe Middelaar Gods. 1093. W. Overdeiinden te Eiikhuizen, P. F. van Wijngaerdt, Een schalksch Damesfiguurtje. 1631. J. Schoonman te ZutphenJ. J. L. ten Kate, De Middelaar Gods. 1550. A. van der Veen Oomkens te Wageningen, C. K. Leickert, Schilderij, Een Strandgezigt. 453. C. J. vau Leeuwen Cz. te Woerden, Holland Jaarboekje 1858-1863. 1619. J. Schoonman te ZutpbenEversenSchilderijEen Wmtergezigt. -325. S. E. van Nooten te Schoonhoven, Aurora 1864. 1321. L. J. Verhoeven te 'sHage, E. Verveer, Schilderij, De Rijles. 1107. F. Kleeuwens en Zoon te Goes, Geen Nederland zonder OraDje. 17 77. Jac. Hazenberg te Leiden, Een Inktkoker. 1416. F. A. Kramps te Hoorn, Geen Nederland zonder Oranje. 106. H. C. A. Thieme te Nijmegen, SteuerwaldKunstpraatje. - 2034. P. M. Bazendijk te Rotterdam, Een Bloementafel tje. 1600. J. Schoonman te Zutphen, J. Kneppelbout, Geschriften.—. 1235. J. van Bentum en Zn. te Gouda, Aurora 1864. 2020. B. L. van Dam te Kampen J. J. L. ten Kate De Middelaar Gods. 1730. J. J. A. de Charro te 's Hage, Geen Nederland zonder Oranje. 5 72. F. H. Brinkman te Amsterdam, Hetzelfde. 2106. W. L. Okhuyzen te Amers foort, Hetzelfde. 771. Joh. Roem te Alkmaar, J. G. Smits, Schilderij, Een Dorpsgezigt. 1693. D. J. Wilterdink te Deventer, Steuerwald, Een kunstpraatje. 442. P. Hui- singh te Winschoten, Hetzelfde. 955. A. van Wassenaar te DelfshavenAurora 1864. 1851. B. Eisendrath te Am- sterdam, Een Penanttafeltje. 1185. J. van Bentum en Zn. te Gouda, J. J. L. ten Kate, De Middelaar Gods. - 1242. J. van Bentum en Zn. te GoudaJ. G. SmitsSchil derij, Een Dorpsgezigt. 518. C. E. Chivat te Zierikzee A. van der Hoop, Gedichten. 668. Ipenbuur en van Seldam te Amsterdam, Arentine H. Arendsen, Schilderij, Een Bloemstuk. 1471. J. van Egmond Jr. te Arnhem

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 2