N°. 1157.
A°. 1863.
Binnenlandsch Nieuws.
LEIDSCH DAGBLAD.
Üoie Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden 1.95, en frauco per post 2.80
in de drie maandeu. Afzonderlijke Nora-
mers Vijf Cents.
Prijs dor Advertentiëu 1-6 regel» 0.76,
Iedere regel meer 12j Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberigten vau 1-4 regels ƒ0.90.
Tedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam eu Botterdam te 10 u. 4 m.; 12 u. 54 m.; 3 u. 59 m.; 6 u. 9 m.;
9 u. 8 m.; naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 46 m.; 11 n. 46 m.; 3 u. 5 m.; 4 u. 52 m.; 9 u. 3 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige dagen uitgezonderd de Zondag 5 u.: vam
Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, dagelijks uitgezonderd de Zondag 2 u. 's namiddags.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat's morgeus te 8 u. en te 11 u., 's namiddags te 3 u. 45 m.
'savouds te 8 u. en op de Zondagen alleen ten 11 u. en 3 u. 45 m. s namiddags. Oost-Iadische Laudpost. Over Southampton,
1 en 17; over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand.
Rij Us-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur '3 ra. tot 9 uur 'sav. Spoorvreg-Telegraaf dagelijks van 8 uur 's ra. tot 10 u. 30 ra. av.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur.
Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van
111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesauriedagelijks vau 102 uur. - De Gemeente- Architect is U
spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van '3 morgens 12—1 uur.
Kantoor der Plaatselijke Aocijnsen, dagelijks van 8 1 uur en van 3 6 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen
dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van s Rijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag vau 92
uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 8—4; van de Hypotheken en het Kadaster, van 9—4 uur.
Z. M. heeft benoemd tot 2den luit. kwartiermeester bij
het korps mariniers den sergeant adspirant-kwartierm. J. Allot.
Met genoegen kan men mededeelendat de gezond
heidstoestand van H. M. de Koningin langzaam in beterschap
toeneemt.
In de zitting van de Tweede Kamer van Woensdag
heeft de heer Heydenrijk zijn voornemen te kennen gege-
om vóór de begrooting voor Buitenlandsche Zaken te stem
men; maar hij heeft echter eenige vragen en opmerkingen,
als: 1°. de Limburgsche anmestie. Zijn we daarmede een stap
verder gekomen Spr. brengt dit in verband met het votum
van onzen gezant te Frankforten meent dat de Limburg
sche zaak niet genoeg van de Luxemburgsche is afgeschei
den 2°. welk vooruitzigt bestaat er op de regeling der
vordering ten laste van Luxemburg? 3°. het handelstractaat
met Frankrijk. Dit is een zaak van overwegend belang. Hij
acht het adres van den heer Regout afdoende en steekhou
dend waarin geklaagd wordt over onze mildheid jegens
het buitenlandzonder dat die ons wederkeerig wordt be
wezen. Spr. vraagt of er vooruitzigt bestaat om spoedig tot
een gewenscht einde te geraken 4°. de studiebeurzen in
België. Is er te dien aanzien van onzen kant iets bij de
Belgische Regering gedaan, en zoo ja, met welk gevolg?
en 5°. het tractaat met Pruissen nopens den sluikhandel.
Dat heeft veel bezwaren in voor de grenssteden. Spreker
wenschte te weteu of, na er onderhandellingen over de
aansluiting der spoorwegen worden gevoerdeenige gunstige
verandering in dat opzigt is gekomen.
De heer Wintgens geeft de redenen op, waarom hij tegen
deze begrooting zal stemmen. Vooraf maakt hij een paar
opmerkingen; 1°. betreffende de consulaire rechtsmagt. Hij
keurt het af dat aan een sectie van den Raad van State de
bewerking van deze zaak is opgedragen, en meent daarin
het bewijs te zien dat de Minister zelf zijne taak te moei
lijk vindt; 2°. wijst hij op het kanaal van Panama, waarbij
wij meer belang hebben dan bij het Suez-kanaal. Reeds Ko
ning Willem I had pogingen in het werk gesteld om deze
zaakin het belang van onzen kolonialen handeltot stand
te brengen. Het is van gewigt dat wij bij deze zaak geen
stille toeschouwers blijven.
De reden evenwelwaarom hij in de tegenwoordige om
standigheden geen vrijheid vindt om zijn stem te geven aan
de begrooting voor Buitenlandsche Zakenput hij voorna
melijk uit den tegenwoordigen toestand van Europa. Er zyn
toch op dit oogenblik quaestiën aanhangig van het allergroot
ste belang. Hij wijst b. v. op de zaak van Sleeswijk-Hol-
stein en de uitnoodiging van Frankrijk tot bijwoning van
het vor8ten-congres. Hij zou in die omstandigheden verlan
gen dat de leiding onzer Buitenlandsche Zaken (behoudens
alle achting voor den persoon des Ministers)wierd opge
dragen aan iemand van meer ervaring dan deze Minister.
Spr. heeft toch in de zaak der Poolsche nota niet dien tact
gevondendie bij uitnemendheid vereischt wordt in het be
heer der Buitenlandsche Zakenmaar veeleer gemis aan het
noodig beleid.
De heer Storm van 's Gravesande moet ookbehoudens
alle achting voor den Minister, verklarendat hij geen re
den tot vertrouwen heeft. Niet van onbekwaamheid integen
deel, de Minister heeft meermalen blijken van bedrevenheid
gegevenmaar wel wegens gemis aan ervaring en overhel
ling tot aansluiting aan de politiek van Frankrijk. Hij mag
het Vaderland niet blootstellen aan verwikkelingen die daar
uit kunnen voortvloeijen. Daarom stemt hij deze begrooting
af. Hij gelooft ook dat de zaak van het Maastractaat niet
goed behandeld is en noemt de Poolsche Nota een groote
politieke fout. Kleine Staten moeten voorzichtig zijn en zich
niet mengen in de aangelegenheden van het buitenland. Ten
slotte wijst ook hij nog op het gebeurde met het Zwitser-
sche tractaat. Als hij dus tegen het Hoofdstuk stemtdan is
het om daardoor bepaald uittedrukken dat hij geen vertrou
wen in den Minister stelt.
Heden Donderdag heeft voor het Provinciaal Gerechts
hof in Zuid-Holland, onder voorzitterschap van den heer
Mr. J. A. Philipse, de behandeling plaats gehad van de
zaak van C. de K. en T. v. d. L., laatst woonachtig te
Zwammerdam, beschuldigd van moedwillige brandstichting
in een gebouwwaarbij niet te voorzien wasdat eenig
menschenleven in gevaar kon worden gebragt. In deze zaak
zullen twintig getuigen gehoord worden. Het OpenjjaAFlUfi'-s,
nisterie is daarbij waargenomen door den advoc^t-geftgjaal<^Vv
den heer Mr. Terpstra, terwijl ambtshalve
opgetreden Jhr. Mr. M. W. C. de Jonge.