Buitenlandsch Nieuws. beroep naar Garderen door Ds. A. F. Simous te Bleskens- graaf en Hofwegen. Beroepen bij de Christelijke Afgescheidene Gerefor meerde gemeenten te Bedum Ds. A. S. Entingh te Amster dam en te Edam Ds. P. D. Bahler te Deventer. Uit Uuraqao wordt ons dd. 3 September het volgende gemeldEr worden hier sedert eenigen tijd voor zekere firma groote massa's steenkolen uit Engeland aangevoerd, die niet allen benoodigd zijn, om het eenig oorlogschip met stoomvermogen dat hier ligt (de Cornelis Dirks) en dat van tijd tot tijd een klein uitstapje maakt, er van te voorzien. Die steenkolen moeten dus voor andere eiuden dienenof het moest speculatie zijn op den misschien rijzenden prijs der steenkolen. Ik geloof echter, dat met dien aanvoer niet in verband staat het oprigten van een stoom-koren- of maïs- en houtzaagmolenwelke dezer dagen uit Amerika door een ingezeten is overgebragt en weldra zal opgerigt worden. Dat zal dan de eerste stoommachine hier ziju. En welligt zal de eigenaar er goede zaken mede doen, want ofschoon een voor het malen van maïs ingerigte molendie voor eenige jaren hier stond en werkte, en waarnaar een zeker plein nog molenplein heet, vervallen en daarna afge broken isomdat er niet genoeg mede te malen waszoo zijn echter de zaken sedert veranderdwant elk liet door slaaf of slavin de noodige maïs voor huisgebruik malen een zeer zwaar werkdat kostte dus nietsMaar nu de emancipatie er isbedanken de voormalige slaven natuurlijk om te malenof men moet ze veel betalen, De gevangenen worden ook gedwongen maïs te malen. Bovendien wordt er veel meel in vaten uit Amerika aangevoerdmaar als de reis wat lang duurt wordt dat meel spoedig ranzig, muf en zuur, en kan niet gebruikt worden. Als nu de kooplieden de maïs voortaan uit Amerika laten komen en hier malen zal er misschien nog voordeel bij te halen zijn en het meel beter wezenzoo als ook het tarwemeel voor brooddat ook uit Amerika wordt aangevoerd, in de plaats waarvan men dan het graan zelf kan laten overbrengen. Het ware te wenschendat men hier ook een machine, ai was het dan ook geen stoommachine, kon in werking brengen, om al de vuilnis der huizeuhet allervuilste er onder gerekend, te halen en wegtebrengen. Nu zitten de in woners daarmede erg opgescheept, na de emancipatie vooral. Die bij het water wonensmijten het er maar indaar hebben ze gelijk aan! het water spoelt veel af, ook de smerigste potten. Doch die niet aan het water wonen, heb ben tegenwoordig de grootste moeite om den vuilen boel weg te krijgen, daar oude vrouwen, die dat te voren, doch meestal brommende en scheldende, deden, nu hare eischen zoo hoog stellendat het schreeuwend was. Een beste kamer hebben wij hier niet; drie of vier huizen uitgezonderd, waaronder het Gouvernementshuis; het overgroot gedeelte der bevolking moet zich dus met een stilletje (akeliger denk beeld) of met een pot (nog akeliger denkbeeld) behelpen terwijl een ander gedeelte naar de moondidat isnaar de woestijn gaat, om daar nedertezittendoch niet met een sehupsken bij zichzooals Mozes aan Israël bevaltoen zij nog in de woestijn waren en ook geen beste kamers hadden.* Het zou voor de inwoners heel wat waard wezen als van Gouvernementswegezooals men ze in Holland noemt, nacht werkers aangesteld werden. En waarom zou dat hier niet kunnen Men praat hier altijd maardat kan nietdat kan niet! Waarom niet? Omdat men het niet beproeft. Zoo heeft men hier altijd nog geen straatverlichtingmaar moet als het geen maanschijn is, als in Egyptische duisternis rond dolen zich aan allerlei hindernissen en steenen die in den weg liggen stootendejaaan de landingsplaats der pontjes, aan de beide zijden der havenis een lantaarndie zeer op haren tijd worden opgestokenGisteren avond was het kwart voor 7 uur reeds donker en kwart voor achten was de lantaarn nog niet opgestoken. Vóór het Gouvernements huis branden ook twee lantaarns en een in "het fortten dienste der daar wonende officieren. Het is alsof de overige ingezetenen geen licht noodig hebben Een van die kolenschepen, waarvan ik melding maakteis vóór eenige dagen, digt bij een baai van het eiland waar het zout zou laden, geheel omgeslagen en ligt zóó, gelijk men verhaalttegen het strand zonder veel hoop op dat afge legen gëdeelt oe het te kunnen oprigten. 't Is de schuld van den kapiteindie geen ballast voor dat kleine eindje had willen innemen. De manschap is gelukkig gered. Van vergaan van schepen hoort men hier anders weinig daar de zee meestal zeer kalm is en de wind nooit tot storm aangroeit. Wèl„ zoo als ik u- meer schreef, kan het hier hevig waaijeu, en dat doet het dezer dagen nogen dat is de redendat we zoo bitter weinig regen nog gekregen hebben. Een en kele bui uitgezoaderd, blijft het verschrikkelijk droog en het gebrek aan water voor menschdier en veld wordt al groo- ter en grooter. Zoo als de vrees ook weer grooter wordt voor de pokken, die hier helaas weder, zoo als men zegt, van Porte-Cabello in Venezuela zijn aangebragt. Eenige schoeners moeten met schoone gezondheidspassen zijn aan gekomen, doch dit blijkt nu van achteren bedriegerij te ziju geweest, zoodat nu alle schepen, die van Porte-Cabello komen, aan quarantaine zijn onderworpen. De lijders zijn dadelijk geïsoleerd, zoodat het te hopen is, dat het geen epidemie zal worden en de inenting is weer begonnen. Ah nu die geneesheer, die met de behandeling der pokken be- last is, ook maar geïsoleerd werd. Doch De partij tegen het gouvernement van Falcon in Vene zuela houdt zich te Porte-Cabello altijd nog staande, 't Is een vrij wel versterkte zeeplaats met een kasteel dat de stad bestrijkt. Men wil wel zeggendat die partij door een in gezeten van hier, die er veel belang bij heeft, dat de oorlog voortduurt, met veel geld wordt ondersteund, daar zij anders al lang had moeten zwichten. Particuliere belan gen, Meneer! Daarvoor zijn wel meer menschenlevens ea staatsbelangen opgeofferd Hoogst waarschijnlijk zal in Venezuela een belaugrijke onderneming worden begonnen en wel door een ingezeten van hier, welke veel voordeel van scheepvaart en koophandel ook voor ons eiland zal aanbrengen, 't Geldt namelijk het maken van een kanaal van digt bij zee of tot de haven of het meer van Maracaïbo. Aan de zee namelijk ligt een rif of baar, welke slechts bij hoog water door schepen van 10 i tot 14 voet diepgang kan gepasseerd worden, doch dan komt men in een zeer kronkelend, ondiep water, tot aan Maracaïbo toe, hetgeen de scheepvaart zeer belemmert, daar er altijd een lood3 noodig is en er slechts bij hoog water kan gevaren worden. Dit laatste vaarwater nu zou gekanaliseerd worden over een uitgestrektheid van onder scheiden uren. Moddermoleus zouden verder worden aange schaft, om het water de noodige diepte te geven en er op te houden. De geheele onderneming wordt op 80,000 pa- tienjes, dat is f 160,000 begroot. Het gouvernement, dat daartoe eerst ongenegen waszou thans besloten hebben die onkosten voor zijne rekening te nemen. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Vrij dag des namiddags te 5 uur 5 5°, des avonds te 8 uur 52°, te 10 uur 50°. Zaturdag morgen te 5 uur 48°, te 8 uur 52°, te 12 uur 56°, 's namiddags te 4 uur 55°. Een verschrikkelijke brand heeft het stadje Ahaus (in Pruissen) Dingsdag zwaar geteisterd. Naar men verneemt zijn ongeveer 400 huizen een prooi der vlammen geworden ter wijl slechts een 20tal is gespaard gebleven. De brand is ontstaan ten huize van een kleermaker. Hoe verschrikkelijk het vuur heeft gewoed, kan men gemakkelijk begrijpen, indien men weet dat Ahaus ruim 6 uur van Hengelo i9 verwijderd en men daar de vlammen duidelijk heeft kunnen zien. Uit Enschedé schrijft men aangaande die ramp het volgende: Volgens de eerste berigten lag heden morgen (14 October), het geheele welvarende stadje, tellende 400 hui zen met nagenoeg 3000 inwoners, in asch. Slechts het slot is staande gebleven en buiten de poort een 20tal huizen. Men vermoedt dat een zinneloos meisjedat door haar ou ders alleen te huis gelatende oorzaak van het onheil is. Door de heeren van Heek en Comp. is onmiddellijk een wagen met levensmiddelen afgezonden en heden namiddag een tweede vertrokken voor rekening der gemeente. Men deelt mede, dat de Koning van Pruissen de beide burgemeesters van Keulen gevraagd heeft of zij hem konden verzekeren, dat tijdens zijn verblijf aldaar geen de monstratie tegen het bestaande regeringsstelsel zou plaats vinden. De burgemeesters verklaarden daarop, dat zij niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 2