Binnenlandse^ Nieuws.,
moeten. Ons komt het toch zeer opmerkelijk Voor, dat se
dert het verslag der raadszittingen meer uitvoerig en volle
dig aan het licht brengtwat de raadsleden zeggen en
waarop hun stem rust, het publiek een maatstaf tot een
billijke beoordeeling heeft en dat oordeel niet zonder invloed
zal blijven op de verkiezingen. Maar terwijl we eindigen
met een oprechten gelukwensch aan al de herkozen raadsleden
en de hoop voedendat zij de nieuwe benoeming zullen aan
nemen mogen we toch niet nalaten de toepassing te maken
dat elk raadslid, die deze betrekking met ijver en trouw
waarneemt en in zijn houding en woorden toont, dat hij de
raadsplaats waardiglijk vervult, geen hatelijkheden of per
soonlijkheden debiteertmaar als een eerlijk en vroed man
het belang der gemeente voorstaat, aanspraak heeft op al-
gemeene achtingen ook op het vertrouwen der ingezetenen
rekening maken kan.
—i- Woensdag heeft Z. K. H. Prins Hendrik, als een
vernieuwd blijk van HD. warme belangstelling in de Delft-
sche tentoonstelling van oudhedennaar Delft afgezonden
een Vorstelijk pronkstuk van aloude beeldhouwkunst, zijnde
een zeer kostbare spiegel in verguld gesneden lijsten
daaronder een wit marmeren tafelblad, op een rijk verguld
en met beeldwerk versierd voetstukzijnde een en ander
afkomstig uit het voormalig Prinselijk lustslot te Honds-
holredijk.
Men berigtdat Koning Leopold heeft benoemd tot
kommandeurs der Leopoldsorde de heeren J. Z. Mazel en
Mr. A. Uyttenhovenoud- en nieuw benoemd secretaris
generaal bij het Departement van Buitenlandsche Zaken
tot officier Mr. C. Ie Clercq, referendaris bij dit Departe
ment; en tot ridders de heeren H. P. F. Hooft, inspecteur
van het loodswezen, en H. A. Verniers van der Loeff,
hoofd-administrateur bij het Departement van Finantiën.
Donderdag werd voor het provinciaal gerechtshof van
Zuid-Holland de volgende zaak behandeld. Hendrikus Vij
zelaar, oud 46 jaar, was reeds 13 jaar ten kantore van de
heeren kassiers R. Mees en Zonen te Rotterdam als kan
toorbediende met de strikste naauwgezetheid en eerlijkheid
werkzaam. Op den 7den Februarij 11. des avonds laat nog
ten kantore dier firma zich bevindende, vond hij op een
ongewone plaats twee zakken met geld, inhoudende 1000,
liggendie hij met zich mede naar huis nam. Toen nu den
volgenden dag de kas van den vorigen dag werd opge
maakt en het bovengemelde daaraan ontbrakherinnerde
zich een andere bediende, dat hij verzuimd had de beide
zakken met geld op de daarvoor bestemde plaats neder te
leggen. Er werd gezocht, maar niemand wist het geld te
vindenook niet de beschuldigdedie zich eveneens onledig
hield met zoeken. Het vermoeden viel echter al spoedig op
hem en men meende, dat hij die zakken moest weggeno
men hebben. Ten eerste omdat hij den vorigen avond onder
de laatsten behoordedie op het kantoor warenmaar vooral
omdat een dienstmeid hem dien vorigen avond vóór zijn
Vfijrtrek nog met geld had hooren rammelen. Van daar dat
een der heeren Mees hem bij zich liet roepen en hem zeide,
dat hij zich dadelijk gereed moest maken om gezamenlijk
met nog een anderen kantoorbediende naar zijn woning te
gaan om bij hem huiszoeking te doen. Zoo gezegd zoo ge
daanmaar aan zijn woning gekomen, liep de beschuldigde
vooruit en in allerijl de trappen op. Alstoen door de an
deren gevolgd, hoorde een hunner hem met geld ramme
len, alhoewel men boven komende, eerst na lang zoeken
de vermiste zakken in zijn bed onder de dekens verborgen
vondwaarin men vermoedde dat zij een oogenblik te voren
door den beschuldigde waren neder gelegd. Hiervan werd
aan de justitie kennis gegeven en dientengevolge de beschul
digde gearresteerd.
Het zonderlinge van de zaak is nu echter, dat de besch.
zoowel door de heeren Mees, als door de overige bedien
den en door ieder die hem van nabij kent, wordt gehou
den voor iemand niet alleen van een zeer bekrompen ver
stand maar bovendien voor een zeer menschenschuw en
eenzelvig wezen, dat in vele opzigten aan een krankzinnige
doet denken. Ten bewijze hiervan voert men aan1°. dat
hij zelden of ooit met iemand sprak2°. dat hij zich ge
durig stond te kleeden en gebaren maakte voor een witten
muur, even alsof er een spiegel hing, 3°. dat hij telken
male op het kantoor in het bijzijn der overige bedienden
zich uit- en aankleeddeen 4°. dat hij de trouwe gewoonte
had omvóór hij zich des avonds naar bed begaf al zijne
kleederen uit de kast te halen en die zorgvuldig af te
borstelen.
Van daar dan ook dat de rechter-commissarisna van
een en ander kennis bekomen te hebbenzich verpligt achtte
het oordeel van deskundigen over den besch. in te roepen
waartoe werden benoemd de heeren Le Roy en Vrolik, bei
den med. doet. te Rotterdam. Zoowel toen als ook thans
gehoordbleek het resultaat van hun onderzoekdat zij bij
den beschuldigde, dien zij herhaaldelijk in de gevangenis
hebben gadegeslagenniets bespeurd hebbenwat het ver
moeden van krankzinnigheid zou bevestigenmaar toch wel
kunnen constaterendat hij het volmaakte vrije gebruik van
zijne verstandelijke vermogens mist, waardoor hij.niet geheel
en al moreel verantwoordelijk voor zijne daden kan gesteld
worden.
De beschuldigde erkent de zakken met geld medegenomen
te hebben naar zijn woning, doch alleen met het doel om
te voorkomen dat een der andere bediendendie ze niet
behoorlijk weggeborgen haduit dien hoofde daarover be
rispt zou wordenen dat het zijn stellig voornemen was die
zakken met geld weer naar het kantoor terugtebrengen.
De advocaat-generaal Mr. van Maanen was echter van
oordeeldat de besch. moest worden schuldig verklaard aan
diefstal bij nacht in een bewoond huis, gepleegd door een
loonbediende ten nadeele zijns meesters, en veroordeeld tot
een tuchthuisstraf voor den tijd van minstens vijf en hoogs
tens tien jaren.
De advocaat van den beschuldigdeMr. W. O. van der
Linden, trachtte echter te betoogen: 1°. dat een der ver-
eischten van diefstal in deze ontbrak, namelijk de arglist en
2°. dat in elk geval de schuld aan den besch. niet toere
kenbaar was.
Het hof heeft heden uitspraak gedaan en hem schuldig
verklaard aan diefstal bij nacht in een bewoond huis door
een loonbediende jegens zijn meester gepleegden hem
met toepassing van verzachtende omstandighedenveroor
deeld tot één jaar correctionele gevangenisstraf.
Uit 's Hertogenbosch wordt gemeld, dat Woensdag
tusschen 4 en 5 uur de kogel uit het ligchaam van Mgr.
Zwijssen is verwijderd. De operatie is geschied door de heel
meesters Dekkers van 's Bosch en Landman van Helvoirt.
De patient heeft haar met de meeste kalmte doorgestaan
zij is met den gunstigsten uitslag bekroond en alle gevaar
voor het leven van den kerkvoogd schijnt geweken, 't Schijnt
geen gewone kogel te zijn geweest, maar een langwerpig
rond stuk lood, misschien door den dader zelf gegoten. De
sluipmoordenaar is nog niet ontdekt.
Woensdag namiddag tusschen 3 en 4 uur barstte te
Wijk bij Duurstede een zwaar onweder los, vergezeld van
hevigen regen en hagelbuijen. De bliksem sloeg in een hooi
berg even buiten de stadmaar door de werking der brand
spuiten was men den brand spoedig meester.
Woensdag 6 Augustus aanstaande zal in het bosch
van Wolfheeze bij Arnhem een godsdienstige meeting in de
open lucht worden gehoudennamelijk een algemeen evan
gelisch nationaal zendingsfeest. Een twintigtal sprekers zul
len aldaar optredenwaaronder genoemd worden de predi
kanten Gunning van 's HageTheesing van Rotterdam Gil-
demeester van Utrecht, Brandt, Hel wig en Schwartz van
Amsterdam. Een buitengewone trein zal de deelnemers aan
voeren; aan het hoofd der commissie met de leiding van
het feest belast, staat Ds. Heldring van Hemnfen. Men
rekent op 2000 deelnemers.
In de heden gehouden zitting der Provinciale Sta
ten van Zuid-Holland is, na goedkeuring der begrooting
van kosten van het provinciaal bestuur van Zuid-Holland,
voor zooveel het rijksbestuur is, voor 1864, in beraadsla
ging gebragt, het plan tot het aangaan eener geldlee-
ningten laste dezer provincie, ter bestrijding der kosten
van droogmaking der plassen beoosten Rotterdam. Na eenige