Grondwet en Koning. Nullo heeft zeer nadeelig op zijn algemeenen toestand ge werkt. Nullo was, om zoo te spreken, zijn rechterhand. Aanvankelijk had hij het voornemen opgevat om in het be gin dezer maand naar Tresiorre te vertrekkenmet het doel om aldaar de baden te gebruikenzijn toestand ver oorloofde echter niet dat hij zich derwaarts begaf. In een Maandag gehouden ministerraad te Weenen is, naar men zegt, gesproken over de wijze, waarop ge handeld zal moeten worden met den jongen Prins Adam Sapieha, die dezer dagen te Lemberg in hechtenis is ge- nonoen. Daar hij de zoon van den land maarschalk van Gal- licie en bovendien zelf lid van den Gallicischen landdag is baart zijn arrestatie natuurlijkerwijze groot opzien. Het schijnt thans volkomen zeker, dat de jonge Prins een bevorderaar is geweest van den Poolschen opstand, hetgeen aanleiding heeft gegeven tot zijn inhechtenisneming. Uit Lemberg schrijft men over de gevangenneming van den Prins het volgende: Na een huiszoekingdie vier uur duurde, werd de Prins in zijn paleis gearresteerd. Een groote volksmenigte was inmiddels voor het paleis bijeen gekomen. De huiszoeking had op last van het gerecht plaats daar de Prins verdacht werd den Poolschen opstand kracht dadig te ondersteunen. Te gelijkertijd werd op de kanselarij der landbouw-vereeniging een huiszoeking gedaan inzonder heid op het bureau van den secretaris dier maatschappij waar de documentenwelke de schuld van den Prins moes ten bewijzen, gezocht doch niet gevonden werden. Sedert de expeditie naar Radziwilow heeft de politie in Gallicie strenger maatregelen genomen; in logementen, koffijhuizen en restauratiën wordt door haar naar legitimatie-kaarten ge vraagd, en ieder die zich niet legitimeren kan wordt in arrest genomen. Ieder Pool moet zulk een kaart bij zich dragenzelfs wanneer hij zich slechts eenige schreden van zijn woning verwijdert. De Spenersche Zeitung wijdt heden een kort, maar met warmte geschreven hoofdartikel aan de nagedachtenis van den te Coburg overleden baron Stockmar. Eerst nu de •taatsman gestorven is, verneemt het groote publiek, dat hij door zijn vriendschap met Koning Leopold van Belgie, maar ook en vooral door zijn invloed op Prins Albert van Engelandwiens leermeester hij eenmaal was en wiens ver trouwde raadsman hij bleef, een belangrijk aandeel heeft genomen in vele staatkundige gebeurtenissen van de laatste 25 jaren. Zijn huis was gedurende een lange reeks van ja ren het brandpunt, waarin zich de v/oornaamste staatsmannen en geleerden van Europa verzamelden. De baron Stockmar laat twee zonen na, de oudste is kamerheer van den Kroon prins, de andere officier bij de artillerie in Pruissische dienst; ziju overledene dochter was in der tijd gehuwd met pro fessor Hepner. - Als eene aardigheid van den Italiaanschen gezant, den heer Nigra, wordt verhaald dat hij tijdens zijn ver blijf te Eontainebleau verschillende gedichtjes heeft ver vaardigd. In een daarvan laschte hij een toespraak in aan den Vcnetiaanschen gondel, welken de keizer in der tijd liet komen om watertogljes te ondernemen voor zich en de keizerin. Italië rigtte daarbij de volgende woorden tot den gondel: Als de groote keizer zich verwaardigen zal tot u te komen en gij hem met zijne beminde wederhelft over het zacht kabbelende meer zult doen zwevenherinner hem dan aan uw vaderland, aan Venetië, dat nog altijd onder de slavernij zucht eu de armen naar den bevrijder uitstrekt; vertel hem het lijden en de hoop van de stad der Dogen die slechts op zijn woord wacht om vereeuigd te worden met het vrije koningrijk Italië. Bij de laatste wedrennen te Maistre Lafitte vatte het kleed eener dame vuur door het wegwerpen van een lucifer of sigaar, zonder dat zij bij den sterken zonneschiju zulks bespeurde. Een officier, die op het terrein dienst deedbe merkte niet zoodra het gevaar waaraan de dame was bloot gesteld of hij snelde naar haar toe en haaste zich hare kleederen zamen te drukken. De dameniet weinig ontsteld door dien onverhoedschen naar haar meening beleedigenden aanvalriep luidkeels om hulp. De omstanders in den waan dat de officier zich onbetamelijk gedroegwilden zich van hem meester maken; maar hij stoorde er zich niet aan, zette zijn werk voort totdat het hem gelukte het verder vlam vatten der kleederen te verhinderenwaarbij hij zelf zijn handen deerlijk brandde. Toen was de dwaling bemerkt en werd zijn daad luide toegejuicht. In de vorige week zat in den tuin der Tuileriën te Parijs een kindermeid op een bank met een slapend kind op haar schoot. Terwijl zij bezig was een draad in een naald te steken, kwam een raketbal van caoutchouc op haar han den neervallenwaardoor de naald ontglipte en juist in het rechteroog van het kind geraakte, met het ongelukkig ge volg, dat dit voor immer zijn oog verloren heeft. Reeds vroeger is van een Montenegrijnsche loterij ge sprokenin welke velen in Frankrijk hunne fortuin beproef den. De gelukkige aan wien nu het hoogste lot in die lo terij, ter waarde van 100,000 francs, ten deel is gevallen is een burger van Pontoise, met name Bugnet, voormalig koopmanmaar sedert ongeveer een jaar buiten zaken. Zoo dra hij vernomen had hoe gunstig de fortuin hem geweest was, heeft hij getoond te weten hoe daarvan een goed gebruik te makenwant hij stelde den maire van het kwartier Saint Germain l'Auxerrois 1000 francs voor de arme blinde kin deren ter hand, die de nommers en prijzen hadden uitge trokken. De heer Bugnet had zijn loten bij een tabakswin kelier gekocht, en nam er, na er reeds eenigen genomen te hebben, op aanhouden van het kleindochterje des win keliers, nog drie andere bij, waaronder het gelukkige was. Men zegt dat hij dit meisje ruim in de gelegenheid gesteld heeft haren gelukkigen inval nooit te vergeten. In het dorp Badhampton, nabij Bath, heeft Maan dag een vrouw, wier man, 20 jaren ouder dan zij, door ligchaamsgebreken niet in staat is den kost te verdienen, haar 3 kinderen en daarna zichzelve van het leven beroofd om te voorkomen hunne opneming en verpleging in het werkhuis; zij wierp eerst haar 6jarig dochtertjedaarna haar 3jarig zoontje in de rivier, vervolgens wierp zij er zichzelve in met haar zuigeling. Het angstgeschrei der kinderen deed wel mensohen toesnellenmaar deze konden slechts vier ly- ken uit het water halen. Adverlenliên. Heden overleed de Wel-Ed. Gestr. Heer H. VAN VALKENBURG, in leven gepensioneerd Kapitein der infanterie. K. DE JONG. H. M. DE JONG geb. v. Valkenburg. Oegstgeest, bij Leyden, 12 Julij 1863. Een fatsoenlijk JONGMENSCH, Prot. Godsd., 22 jaar oud bij de Administratie werkzaam geweest zijnde, en door toe vallige omstandigheden buiten betrek king, zoekt eene betrekking hetzij op een Magazijn of op een Fabriek. Brieven franco onder de Letters B. B. aan het Bureau van dit Blad. Door de Kiesvereeniging worden als Candidaten voor het Lidmaatschap van den Gemeenteraad bij de verkiezing op 21 July e. k. aanbevolen: Mr. II. GEVERS. Mr. J. E. GOUDSMIT. Dr. J. VAN DER HOEVEN. M. G. TEN SANDE. Mr. D. TiEBOEL SlEGENBEEIi. Mr. II. P. J. TOLLENS. Mr. K. J. F. G. KNEPPELHOUT VAN STERRENBURG. Mr. J. VAN OUTEREN. B. W. WTTEYVAALL. Leiden, 11 Julij 1863. Namens het Bestuur der Kiesvereeniging. J. VAN HEÜKELOM Jr., Voorzitter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 3