Buitenlandsch Nieuws.
bevestigd, dat de tegenwoordige inrigting der meeste gymna
sia waar evenzeer de oude als de nieuwe talen onderwezen
worden, stof tot vele en velerlei bedenking oplevert. Een jongen
van 14 jaar - zoo niet jonger - moet daar de lessen bijwonen
van en het werk maken voor de docenten in het grieksch,
latijn, geschiedenis, fransch, engelsch, duitsch, vaderlandsche
taal- en letterkunde en wiskunde. Elk van die docenten, na
tuurlijk voor zijn vak ijverende, tracht bij den knaap alle vlijt
en inspanning voor zijne lessen optewekken. Veronderstelt nu
waarde lezers, dat de knaap behoort tot die soort, waarvan
het meerendeel is geformeerd gewordentot de middelmatige
en ik behoef u niet te laten raden, hoe hij, alles trachtende
te verrigtenalles gebrekkig volbrengt. Maar hij worstelt de
vijf of zes schooljaren door, hij komt op de akademie, en,
in plaats van dadelijk met zijn vak-studie een aanvang te
mogen maken, moet hij nog een paar jaren propaedeutische
collegien bijwonen. Heeft hij tot de enkele uitstekende leer
lingen van het gymnasium behoord dan gewis zullen hem die
propaedeutische collegien aantrekken is hij te rekenen onder
de middelmatige, hij zal het eerste jaar een ruim genot van
de studenten-vrijheid maken, niets uitvoeren, en letterlijk de
kunst leeren en op groote schaal beoefenen, de kunst van
niets doen. Aan het einde van zijn tweede jaar, ligt van een
derde, sukkelt hij zijn propaedeutisch examen door, komt tot
zijn vak-studie, maar hij komt er met flaauwen lust, gewend
om niet te werken dan in hoogen nood en het blijft sukke
len, sukkelen tot den einde. Daarbij komt nog een ander groot
kwaad; de meeste jongelieden beginnen de hoogeschool te be
zoeken op den leeftijd van 18 jaar; dat is een leeftijd waarop
men niets minder ontberen kan dan leiding en toezigt. Maar
daar de hoogescholen zeker niets minder geven dan leiding
en toezigt, is het getal van hen, die op jeugdigen leeftijd,
buiten het ouderlijk opzigt geplaatst, verkeerde wegen leeren
betreden buitengewoon groot. Geen faculteit kan minder toe
zigt op de studenten uitoefenen dan de lilterarische; het ge
tal van hare studenten is daartoe veel te groot; alzoo blijft
de student, juist in den tijd, dat hij het dringendst aan toe
zigt, leiding en opwekking behoefte heeft, eigenlijk geheel aan
zichzelven overgelaten. Is de jonge mensch een persoon van
buitengemeen veel aanleg en bekwaamheid, dan zal het ge
vreesde kwaad geen plaats vinden; doch de meerderheidja
de overgroote meerderheid is middelmatig, en op dien grond
mag men helaasde stelling voordragendat een verbeuzeld
leven bij sommigen de bedroevende vrucht van het verblijf op
de Akademie is, alleen daardoor, dat zij er te jong en te on
bedreven aangekomen zijn. Indien het mogelijk ware, een
naauwkeurige opgave van bet getal en de hoedanigheid der
personen, die in de eerste studiejaren, dus in de propaedeuti
sche, in zedelijken zin verongelukken, te verkrijgen, het zou
blijken, dat men zich van de gevaren, aan die jaren eigenaar
dig verbonden, geen verkeerd, geen te ongunstig denkbeeld
vormt,
De daar gemaakte opmerking is zoo algemeen bekend,
dat men met bevreemding vragen zal, hoe ik daarop nog de
aandacht mijner lezers vestig; ik zou het niet gedaan hebben
indien ik niet een afdoend geneesmiddel kende. De hervorming
onzer gymnasiën en een andere regeling der akademie-studiën
schijnen mij volledige redding te beloven.
Na de plaats gehad hebbende regeling van het lager onder
wijs en de te verwachten hervorming van het middelbaar on
derwijs, worde het gymnasium wederom een zuiver zoogenaamde
latijnsche en grieksche school, waar de scholier onverdeeld al
de jaren, die hij haar bezoekt, al zijnen tijd alleen aan de
beoefening der oude talen en de daarmede naauw verwante
hulpwetenschappen wijdt.
Zoo als het nu is en met de regeling der lessen aan de
hoogescholen en met de gesteldheid van de gymnasiënmag
het niet voortduren; een verandering en verbetering moet tot
de wenschen van alle behoorendie hun vaderland liefhebben.
Ons vaderland beeft er het grootste belang bij, dat de hooge
scholen bloeijen maar die bloei bestaat alleen in het intellec-
tuële leven, dat van haar uitgaat; het kan, het mag de vraag
niet zijn, of er vele jongelieden de akademie-steden bezoeken
die door de verteringen welke zij maken aan de burgers voor
deel verschaffer maar of van daar recht bekwame mannen in
de maatschappij uitgaan door wier arbeid die maatschappijhoe
wel ongeletterd en ongeleerdde wetenschap leert hoogachten."
Zondag hebben de Japannezen een bezoek gebragt ten
huize van den beer Burgemeester alhier, en heden Maandag
zijn zij met rijtuig naar den Haag gereden. Het is te wen
schen dat weldra een einde kome aan de onbescheidenheid,
waarmede een talrijke menigte zich voor het hotel de Zon op
de Breedestraat vereenigt, en aan de grofheden, die gepleegd
worden in een plaats, dat de zetel der beschaving niet zelden
wordt genoemdwant in het oog der vreemdelingen zou Lei
den dien naam niet verdienen.
Gedurende de maand Mei zijn op de Zwem- en Badplaats
Rijnzigt buiten de Morschpoort 1566 baden genomen. De bad-
inrigting op de Bloemmarkt blijft gedurende de zomermaanden
open. Vrijdag is zij door de jonge Japannezen bezocht.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur-
dag des namiddags te 5 uur 59°, des avonds te 8 uur 55°,
te 10 uur 55". Zondag morgen te 5 uur 54", te 8 uur
57", te 12 uur 64°, 's namiddags te 4 uur 66°, te 5 uur 64°,
te 8 uur 60°, te 10 uur 58°. Maandag morgen te 5 uur 55°, te
8 uur 61°, te 12 uur 62°, 's namiddags te 4 uur 65°.
Uit Rome meldt mendat het hoog gerechtshof der
consulta den 29sten Mei in eerste en laatste ressort het be
ruchte proces van Venanci, Fausti, enz., in behandeling heeft
genomen. De zaak is echter in één zitting niet afgedaan. Nog
schrijft men dat den vorigen dag iets heeft plaats gehedhet
welk geen Romein zich herinnert gezien te hebben. De Paus
is namelijk te voet van de plaza del Popoio tot aan de plaza
Colonna door den Corso gegaan en wel des avonds ten zeven
uur, wanneer die wandelplaats het drukste wordt bezocht.
Uit Madrid wordt berigt, dat er aldaar een partij libe
rale Roomscben zijn, die de vervolging van Matamoros als
een schande voor Spanje en voor de Katholijke godsdienst
beschouwenzij waren woedend over het eerste vonnis en zijn
zelfs niet voldaan met het gewijzigde. Een Spaansch blad
merkte op, dat Rusland, Frankrijk, Oostenrijk, Rome, En
geland, Griekenland, Turkije, Japan; China, Amerika enz.
vrijheid van godsdienst geven, maar Spanje niet.
De Fransche Moniteur maakt de nieuwe wet op de douanen
openbaar. Zij is geheel in overeenstemming met de liberale
beginselen die het gouvernement ook in de handelsverdragen
met Engeland, Italië, Zwitserland en Pruissen heeft. De in
voerrechten op het vee en bet geslagte vleesch worden aan
merkelijk verlaagd, even als op de melk, de boter, de honig,
de vruchten en groentenkoffij en olie en alles wat met de
voeding van het volk in verband staat. Ook wat den handel
en de industrie betreft, verwacht men veel goeds van het
nieuwe tarief. De metalen, de beenderen, ivoor, hout, huiden
in een woord alle grondstoffen zullen in het vervolg tot veel
lager prijzen kunnen verkregen worden.
Met betrekking tot de testamentaire bepalingen van den
aartshertog Maximiliaan d'Este, die verbazende schatten bezat
verneemt men nog het volgende: Behalve aan zijn bedienden,
die alle ruim door den erflater zijn bedacht, heeft hij zeer
groote legaten gemaakt aan kerken en geestelijke gestichten.
Als zijn opvolger in de waardigheid van grootmeester der Duit-
sche orde, noemt men den aartshertog van Wilhelm, zoon
van den aartshertog Albert, geboren 21 April 1827. Gedurende
de laatste weken zijns levens was de aartshertog zeer ernstig
ziek. Eensklaps hielden die verschijnselen op; de patient ver
klaarde, dat hij zich zoo versterkt en gezond gevoelde, dat
hij een wandeling in het park van zijn kasteel nabij Ebenzwier
gelegen wenschte te maken betgeen natuurlijkerwijze dermate
werd ontraden, dat hij van zijn voornemen afzag. Hij vorderde
hierop, dat hem een stevig ontbijt zou worden voorgezet. Naau-
welijks had hij hiervan met smaak een goed deel genuttigd,
toen hij zich op raad zijns geneesheers te bed begaf en schier
plotseling overleed.
Volgens de Londoner Review moet de scheikundige Gan-
nal te Toulon diamanten uit kolen vervaardigd hebbendoor
dien hij phosphorus, water, zwavel en kolen eenige maanden
lang tegen elkander liet reageren. Hij bekwam 20 kleine kri9-