IngezondenEenige medeleden. Binnenlandsch Nieuws. worden, dat zij iets göeds meenéti voortestaan. Maar waarom het dan niet ruiterlijk in zijn geheel getoond? - opdat het blijke, of het iets is, dat voor een gemeente aanneembaar en dienstig, dan of het in den grond slechts een soort van phi losophic is, en alzoo uit zijn aard, als alle philosophiënnooit en nergens ter wereld voor het algemeen dienstig zal kunnen zijn. Wij verlangen dus een voltooide schets, ten behoeve en gebruike »van 't algemeen" in den vorm eener confessie voor gesteld te zienen wij raden de oude partij aan met ons op zulk een schets aantedringenen de nieuwe zulk een te leve ren. Want alleen hierin is het groote struikelblok gelegen hierin alleen ligt de bronwaaruit de opgekomene beroering waaruit de tweespalt, onder welken vorm die zich ook voor doet, haren oorsprong genomen heeft en nog ontspringt. De groote menigte kan onmogelijk buiten een bepaald za- menstel van leerpunten. Zij houdt zich dus - laat het strenger of minder streng zijn - zij houdt zich aan eene confessie; maar de nieuwe partij breekt die openlijk tot den grond toe af, en werpt haar tot een puinhoop ineengeenszins bedacht op herstel van eenig deel, laat staan op in de plaats stelling van een vast ineen sluitend geheel, dat ten minste iets bruik- baarder3 zou moeten zijn dan het vorige. De nieuwe partij doet niet dan openlijk afbreken, zij ontneemt het oude ge bouw zonder een ander in de plaats te geven. Wij zeggen niets te veel. Vraag de leeken van den aanhang der nieuwe commissie maar naar hun godsdienststelsel met de gronden hunner overtuiging, en de allerschranderste eu heftigste van hen zal u zelfs niet de geringste schets van eenig positief stelsel helder en bepaald in woorden kunnen opgeven. Be hoorde men nu niet de confessie van zijn eigen kerkgenoot schap te eerbiedigenzoo lang ten minstetot dat iets uitge maakt beters, niet slechts aan de leeken in handen gegeven zou zijn, maar ook door verre de meerderheid van hen begre pen en aangenomen? Maar hoe zullen zij een stelsel kunnen aannemen, dat hun niet eens ter proeving en keuze wordt aangeboden? Dringend eischen derhalve de redelijkheid en eerlijkheiddat de grondoorzaak der oneenigheid weggenomen worde, hierdoor, dat zij, die het nieuwe, uit Duitschland af komstige elementbepaald zijn toegedaanzich afzonderen en hunne leer in bepaalde punten vaststellen en openbaar maken. Het zal dan mogen blijken, dat zij niet naar iets jagen, het geen in de praktijk misschien een hersenschim is, indien zij al een confessie zullen kunnen aanbieden. Want wordt onze raad in den wind geslagenen voldoen zij niet aan onzen billijken eischwy zullen elke redendoor hen voor hunne weigering aangevoerd, voor een bewijs van hunne onmagt houden. Voldoen zij niet aan onzen billijken eisch, dat zij ten minste dat afbreken intusschen staken en niet langer een ge- beele gemeente opofferen aan iets, waarvan het nog blijken moet, of het een hersenschim is, dan of het iets bruikbaars voor een gemeente zijdat dat twisten over nietigheden en zaken van ondergeschikt belang, waarbij het geschrijf van sommigen niet eens de kenmerken van den vereischten ernst draagt, intusschen gestaakt worde: en dat vooral geen verdere vergeefsche pogingen gedaan worden om de twee partijen bijeen te houden of te brengendaar de hemelbreede verschillend heid der twee standpunten dit ten eenenmale onmogelijk maakt. Niemand bewere nu, dat wij te veel eischen en te groote voorzichtigheid aanraden. Want gesteld zelfs, dat de Canen wel een confessie kunnen geven en dat zij er wer kelijk een geven zullenook dan nog zou men zich niets on- gerijmders kunnen voorstellendan dat de geheele gemeente of ook maar een beduidend gedeelte daarvan, zich zoo ligte- lijk zou kunnen acclimatiseren aan een element, zoo zeer ver schillend van datwaarin zij is opgevoed en opgegroeid. En is dit laatste ontegenzeggelijk waar, zoo blijkt bet ten duide lijkste, hoe zeer onverantwoordelijk de voorbarigheid Is, waar door men zich laat wegslepen en aandrijven, om de aangeno- mene confessie zoo openlijk omver te preekenzonder een andere ter proeving en keuze in de plaats gegeven te hebben. Wij herhalen dus duizendmaal onzen raad: dat de Canen zich afzonderen en hunne geloofsleer toonenwant de kerke lijke toestand hier ter stede laat slechts twee wegen voor ons open: of een spoedige vreedzame afzondering der Canen gepaard met het vast besluit van hen om een confessie voor het algemeen in 't licht te gevente zamen het dadelijk ge volg van een redelijk overlegof een gewelddadige scheuring der gemeente, het eindgevolg van den rampzaligsten strijd tusschen de twee partijendie beide haar hoofdkwartier hou den in een en denzelfden tempelwaarin de gemeente gesticht moest worden, alleen gesticht, niet gekwetst en beroofd van de voor verre de meeste harer leden grootste schat, die voor hen misschien zelfs onvervangbaar zal blijken te zijn door den inhoud van het nieuwe model van confessietot welker opstelling wij de nieuwe partij met haren geheelen aanhang oproepen om niet te zeggen dringend uitdagenten einde de gemeente te onttrekken aan het over haar hangend gevaar. Z. M. beeft benoemd tot notaris te Oude Tonge A. A. Bode, candidaat-notaris te Princenhage, in plaats van J. Schel- tus, wiens benoeming op zijn daartoe gedaan verzoek is in getrokken voorts tot lsten luit. bij het 5de reg. dragonders de 2de luits. Jhr. J. A. de Jong, van Beek en Donk. In de zitting van de Tweede Kamer van Maandag zijn de beraadslagingen voortgezet over Hoofdstuk IX der Staats-, begrooting voor 1863. Het grootste gedeelte van de zitting werd gewijd aan de behandeling van 2456 en 7be trekkelijk de cultures en art. 56 van het Regerings-reglement. Verschillende sprekers hebben daarover het woord gevoerd en nadere inlichtingen van den minister verlangdwaarop de minister bij herhaling heeft geantwoord en nieuwe verklarin gen afgelegd. Toen is de beraadslaging aangevangen over 3 (landrente), die heden Dingsdag te elf uur is voortgezet. De minister van Marine zal den Bden dezer geen audiën tie verleenen. Het is den lsten Junij juist 25 jaren geleden, dat de Hooge Raad der Nederlanden döor den toenmaligen minister van Justitie, den heer Mr. C. F. van Maanen van wege Z. M. Koning Willem I daartoe gemagtigd, plegtig werd geïnstal leerd. Van dien dag af hebben de werkzaamheden van dat hoogste rechterlijke collegie, eerst voorloopig, daarna bepaal delijk, een aanvang genomen. Het verdient vermelding, dat van al degenendie bij de zamenstelling van den Hoogen Raad optraden, de toenmalige advocaat-generaal, nu procureur- generaal Mr. G. A. G. van Maanen de eenig overgebleven is. Indachtig aan de gewigtige gebeurtenis der vestiging van Neêrlands hoogste vierschaar en tevens aan het voorrecht dat de heer van Maanen op dezen plegtigen dag mag genieten hebben de president, vice-president, de leden van den Hoo gen Raad alsmede de advocaten-generaal en griffiers bij die instelling Maandag hunne opwachting bij den feestvierende gemaakt en hem een fraai geschenk aangeboden. Diep was de heer van Maanen getroffen door dit blijk van hoogachting en vriendschap en bij de herinneringen die de dag zelve bij hem moest opwekken. Z. M. heeft Mr. G. A. G. van Maanen begiftigd met de versierselen van Groot-officier der orde van de Eikenkroon. Het geschenkdoor het collegie van den Hoogen Raad aan den procureur-generaal, bij gelegenheid van zijne 25jarige dienstvervulling bij dat collegie, aangeboden, bestond, naar wij vernemen in een zilveren opzettelijk daartoe vervaardigden gedenkpenning, aan de eene zijde voorstellende het borstbeeld van den heer Mr. G. A. G. van Maanen en aan den anderen kant voorzien van een toepasselijk opschrift ter herinnering aan de dagen van 1 Junij 1838 en Junij 1863. Ook zijn er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 2