Buitenlaiidsch Nieuws.
kleederen van waarde aanwezig waren, die niet zijn medege
nomen, mag men daaruit opmaken, dat de dieven alleen om
geld of voorwerpen van edel metaal waren gekomenmaar de
bu9 van den St. Pieterspenning was juist den vorigen avond
geledigd, zoodat zij zich hierin teleurgesteld zagen.
Het provinciaal kerkbestuur van Noord-Brabant heeft
na afgelegd examen onder de kandidaten tot de H. dienst
opgenomen A. Kutgers van der Loeff en J. E. van Tterson
kandidaten in de godgeleerdheid van de Leidsche Hoogeschool.
Beroepen bij de Hervormde gemeenten te Delden, Ds.
W. Bax predikant te Herkingen en te Leeuwarden Ds. B. ter
Haar, predikant te Nijmegen. Bedankt voor het beroep naar
Katwijk aan Zee, door Ds. G. de Boer, predikant te Ouder
kerk aan den IJssel.
Door den kerkeraad der Waalsche gemeente alhier zijn
de volgende predikanten op het drietal geplaatst: V. H. Guye
te Amsterdam, S. A. van Hamel te Groningen en L. Anet
te Brussel.
Naar men verneemt heeft de hoogleeraar Cobet het vol
gende antwoord gegeven op den open brief, hem door het
Leidsche studentencorps geschreven:
Mijne Heeren! De open brief, mij uit uwen naam toegezon
den is door mij met groote belangstelling en aandacht gelezen.
Hetgeen ik terstond na de lezing verklaard heb aan de com
missie door u met het zamenstellen van dien brief belast
verklaar ik thans met genoegen aan u allen.
Ik ben zeer ingenomen met den geest welken uw brief ademt
en den toon waarop uwe gevoelens daarin worden uitgesproken.
Die geest en die toon komen volkomen overeen met hetgeen
iedereen in ons vaderland, die de Leidsche akademie lief heeft
van de Leidsche studenten verwacht en verlangt.
De naam van student is in ons vaderland een eerenaam, die
iedereen verdient welke hem draagt.
Die naam zal altijd een eerenaam blijvenzoolang de vast-
gewortelde volksovertuiging zal stand houden, dat de naam
van student gelijkluidend is met geestig en edelmoedig.
Gij handhaaft waardiglijk den roem uwer voorgangers door
flink en ridderlijk uw leedwezen te betuigen, dat wel eens eene
<geestelooze spotternij en een onedelmoedige aantijging gevloeid
zijn uit de pen van hen, die als uwe tolken spraken. Daarom
maak ik van harte uwe woorden tot de mijne, wanneer gij
verklaart niets vuriger te wenschen dan met uwe professoren
tot al wat edel is en goedzamen te werken. Blijft altijd gees
tig en edelmoedig en ieder uwer hoogleeraren zal u tot die za-
menwerking met achting en genegenheid de hand toereiken
zoo als dit thans wordt gedaan door Uwen Vriend
(Was get.) C. G. Cobet.
Het Leidsche studentencorps heeft dien brief als volgt be
antwoord
Hooggeleerde Heer! Het Leidsche stud, corps heeft met ge
noegen kennis genomen van uwe missive van 26 April jl. en
verklaart zich nogmaals bereid met u dat verbond aantegaan
't welk onmisbaar is voor den bloei onzer dierbare hoegeschool.
i Het heeft uit uwe letteren gezien dat gij die eendragt op hoo-
gén prijs stelt en ze ook door daden tracht te bevorderen.
Eene uitdrukking echter in uwen brief kan niet onbeantwoord
blijven. Gij verklaart namelijk dat de tegenwoordige studenten
waardiglijk den roem hunner voorgangers handhaven door flink
'en ruiterlijk hun leedwezen te betuigen, dat wel eens een gees-
1 telooze spotternij en een onedelmoedige aantijging zijn gevloeid
uit de pen van hendie als hunne tolken spraken. Zij erken
nen dit, doch tevens moeten zij u doen opmerken dat zij die
flinkheid en ruiterlijkheid niet alleen hebben toegepast waar
het hunne feilen gold, maar ook waar zij vermeldden, welke
redenen tot rechtmatige klagten gij en sommigen uwer ambt-
genooten aan de studenten hebt gegeven.
Houd u evenwel verzekerddat ook het studentencorps ver
heugd is, dat door wederzijds eervolle en doeltreffende maat
regelen een einde gemaakt is aan een misverstanddat ge
vaarlijk dreigde te worden voor den goeden naam en den bloei
der hoogeschool.
Het stelt op hoogen prijs dat gijwiens verdiensten en ta
lenten zoo algemeen worden erkend en gewaardeerdniet hebt
geaarzeld den eersten stap te doen tot verzoening, het eerst
de hand te reiken, tot hartelijke, ja zelfs vriendschappelijke
zamenwerking.
Het zegt u dank voor die welwillende handelwijze en uit bij
deze den wenschdat voortaan de harmonie tusschen hoogleera
ren en studenten niet meer moge worden verstoord.
Namens 't Leidsche Stud. Corps.,
(was get.) L. J. van Gelein YitringaPraeses.
G. J. Pruim, Ab-actis.
De commissie die belast is geweest met het zamenstellen
van den open brief is, naar men zegt, tegen Vrijdag avond
uitgenoodigd een souper ten huize van den hoogleeraar Cobet
bijtewonenzoodat de vriendschappelijke verhouding tusschen
den hoogleeraar en het studentencorps geheel is hersteld.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woens
dag des namiddags te 5 uur 64°, des avonds te 8 uur 53°,
te 10 uur 48°. Donderdag morgen te 5 uur 46°, te 8 uur
54®, te 12 uur 61°, 's namiddags te 4 uur 58°.
Uit Petersburg wordt gemeld dat Prins Gortschakoff aan
de Russische gezanten bij de hoven Weenen, Parijs en Lon
den last heeft gegeven om bij het overreiken van het ant
woord op de nota betreffende de Poolsche aangelegenheden,
tevens daarbij te voegen afschriften der antwoorden op de
beide andere nota's. Met het doel om die antwoorden te gelijk
aan de betrokken partijen te doen toekomen, was gelast, dat
dit niet slechts op denzelfden dagmaar op hetzelfde uur moest
geschieden.
Volgens mededeelingen uit Warschau verneemt men,
dat op 29 April bij gelegenheid van de receptie aan het hof
van den grootvorst alleen de predikanten der Protestantsche
gemeenten hunne opwachting bij den grootvorst gemaakt heb
ben; de Roomsch Katholieke geestelijkheid en de Rabbijnen
zijn niet verschenen.
Overal misschien, doch bijzonder te Berlijn, heerscht
groot gebrek aan goede dienstmeiden. De eischen van haar
die er voor goed doorgaan, zijn dan ook schrikbarend hoog.
Menig zoogenaamde volmaakte keukenmeid te Berlijnheeft
zich tot wet gesteld alleen bij adellijken en hooggeplaatste
personen te dienen. Velen stellen tot voorwaarde eens of meer
malen in de week haren vrijer bij zich te mogen ontvangen
voor hem worden dan de lekkerste beetjes gespaard, de fijnste
wijn en de beste sigaren op de een of andere wijze verkregen.
Dat het zedebederf daardoor onder den dienstbaren stand zeer
toeneemt, is geen wonder. Een Berlijnsche dame, mevrouw
Fanny-Sewald-Stahr, een begaafde dichteresheeft onlangs een
nuttig en aardig werkje: Oster-briefen over dit kruis geschre
ven en is ook voornemens een inrigting tot verbetering van
den dienstbaren stand opterigten.
Zaturdag en Zondag zijn de Cipayers te Parijs aange
komen. Dit is de eerste maal, dat dit korps Algerische rui
ters naar Parijs komt. Zij trekken dan ook in hooge mate de
belangstelling der Parijzenaars. De Keizer heeft reeds op het
Carousselplein een revue over hen gehouden. De turco'sdie
in 1859 den plegtigen intogt van het Fransche leger te Parijs
bijwoonden, zullen mede, doch eerst later, naar de Fransche
hoofdstad komen.
De Fransche minister van Staat heeft der directie van
de Italiaansche opera aangekondigd, dat de Hymnes des Na
tions, van Verdi, vooreerst niet weder uitgevoerd mag wor
den. Zaturdag avond namelijk werd dat muziekstuk aldaar ge
speeldwaarin eenige accoorden van de Marseillaise voorko
men. Naauwelijks was men tot haar genaderd of een daverend
gejuich barstte onder het hoogst beschaafd publiek los, dat
gewoonlijk dezen schouwburg bezoekt en dat wei daar de Kei
zer zich mede aldaar bevond.
Dingsdag morgen legden te Parijs vele aan de herinne
ringen des eersten Keizerrijks getrouw geblevenen guirlandes
bloemkransen en ruikers van immortellen aan den voet der
kolom op de Place Vendóme neder. Het was namelijk 42 jaar
geleden dat Napoleon I op Sint Helena stierf. Te 11 uur
haaiden de overblijfselen van het oude leger hun vaandel bij
den maarschalk Magnanopperbevelhebber des Parijschen le
gers, af, en begaven zich daarmede naar de kerk der Inva-
lieden, om met de generaals en verdere officieren dier oude
legerscharen de herinneringsmis bijtewonen. Onder de talrijke
overige aanwezigen merkte men de Prinsessen Charlotte en
Gabriela Bonaparte, dochters van den Prins van Canino, en
hare kinderen op. Des middags werd in de Hofkapel op de
Tuilerien voor den Keizer, de Keizerin en het Hof een tweede
mis gevierd.
Het Fransche Hof gaat zich voor ongeveer zes weken
te Saint Cloud vestigen. Daarna begeeft de Keizer zich naar