2de luit. bij de dd. Schutterij te Leiden, en in diens plaats
benoemd de sergeant C. M. J. W. van Alphenvoorts be
noemd tot kantonrechter te Vollenhove Mr. C. J. vanMarle,
advocaat te Oldemarkt; tot plaatsvervangend kantonrechter te
Heerlen Mr. A. J. Sassen, burgemeester dier gemeente; tot
procureur bij de arrondissements-rechtbank te Brielle Mr. P.
van Andel, advocaat aldaar; tot president der arr.-rechtbank
te Assen Mr. D. H. Westra, thans rechter en tot president
der arr.-rechtbank te Amersfoort Mr. A. N. J. van de Poll
thans rechter.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal is thans op reces
gescheiden. Men verwacht intusschen dat dit recesmet het
oog op de ontwerpen van kolonialen aard die behandeld moe
ten wordenniet lang zal duren.
De audiëntie van den minister van Marine zal op Vrij
dag a. s. niet plaats hebben.
Z. M. de Koningdiep bewogen met den treurigen toe
stand der weduwe, wier man onlangs te's Gravenhage, bij het
ontladen van marmeren bladen zoo jammerlijk is overleden
heeft haar een geldelijken onderstand doen uitreiken. Evenzoo
heeft Z. M. aan de vrouw, wier man bij diezelfde gelegenheid
zware wonden heeft bekomen en die nog in het burgergasthuis
wordt verpleegdeen gratificatie toegekend.
Woensdag jl. werd voor het provinciaal gerechtshof te
Arnhem de zaak behandeld van de erven van den heer Ver-
brugh tegen den Kerkeraad van Lienden.
Genoemde heer V. hadgelijk men weetbij testamentaire
beschikking, het grootste gedeelte van zijn vermogen vermaakt
aan den kerkeraad der gemeente Lienden, onder voorwaarde
dat voor dat geld een tweede predikantsplaats zou worden
vervuld en binnen het jaar een orthodox leeraar zou wordea
beroepen. Genoemde kerkeraad vroeg dientengevolge in 1859
toestemming aan Z. M. om dat legaat te mogen aanvaarden,
waarop afwijzend beschikt werd. Later echter wendde de kerke
raad zich op nieuw tot Z. M. met hetzelfde verzoek en daarop
werd toen gunstig beschikt. Met die beschikking konden
echter de erven van genoemden heer V. zich niet vereenigen
en stelden uit dien hoofde een rechtsvordering invoorname
lijk steunende op de meening, dat Z. M. de Koningna een
maal afwijzend te hebben beschikt op zijn besluit niet meer
zou kunnen terugkomen.
De procureur-generaal zal 15 April a. s. in deze zaak con
clusie nemen.
De Utrechtsche palmmarkt was dit jaar weder talrijk be
zet met aldaar ter verkoop aangebragte paardenwaaronder
bijzonder ieders aandacht trok de fraaije lOjarige bruine hengst
van den heer Amersfoordt te Haarlemmermeer. Goede prijzen
zijn besteed en veel handel is gedrevenvoor Fransche en
Duitsche rekening.
Heden Dingsdag middag tegen half een ure vergaderden
de opgeroepen inzenders van voorwerpen bij de Londensche
tentoonstelling van 1862 in het locaal van de Eerste Kamer
der Staten - Generaalwier gewone inrigting voor de tegenwoor
dige bestemming eenigzins veranderd was. Voor het bekende
levensgroote afbeeldsel van Z. M. Koning Willem II zaten de
heeren Ministers, terwijl de Minister van Binnenlandsche Za
ken een weinig meer vooruit plaats nam aan een daartoe ge
stelde tafel, waarop de medailles en eervolle vermeldingen
waren nedergelegd.
De minister van Binnenl. Zaken de heer Thorbecke opende
hierop de plegtigheid met de volgende woorden
//Mijne Heeren
Wij zijn ter eere van onze nijverheid en van onze Holland-
sche kunst te zamen gekomen. Wij verlangen de onderscheidin
gen die wij in den vreemde voor zich en voor het vaderland
hebben verworvenin het openbaar uittereiken.
Ik geef het woord aan den president van de hoofdcommis
sie, ter mededeeling van het verslag van het gebeurde."
Na dit verslag vatte de minister van Binnenl. Zaken an
dermaal het woord op, waarop door den heer Staring, refe
rendaris voor de afdeeling nijverheid, de inzenders opgeroepen
werden, die de eerepenning of eervolle'vermelding hebben ver
kregen waaronder uit Leiden zijn toegekend de volgende eere
penningen: aan Noortveen en Comp., voor de vervaardiging op
groote schaal van chremiumverwenaan P. L. Paters, voor
uitmuntende hoedanigheid van verschillende bereidingen der
boekweit, naar de Hollandsche wijze; aan J. Scheltema Jz.,
voor uitmuntende zware wollen dekens en aan J. C. Zaalberg
en Zoon, voor uitmuntende wollen dekens; en eervolle ver
melding aan J. J. Krautz en Zoonvoor eenige zeer verdien
stelijke wollen stoffen; P. F. J. IJsselsteyn, voor goede zware
dekens van allerhande soortaan J. Zuurdeeg en Zoonvoor
goede zware dekens in alle soorten en aan A. W. Sythoff,
voor Japansche boeken.
De minister reikte daarop in de volgorde der oproeping, de
eereblijken aan de opgekomen bekroonden uit, en besluit deze
plegtigheid met een rede, die herhaaldelijk werd toegejuicht
waarop de aanwezigen zich verwijderden.
Eenige dagen geleden brak te Hoogvliet een felle brand
uit in het huis van zekeren J. van Bokhoven. In korten tijd
was die woning in de asch gelegd. Ook het belendende pand
liep groot gevaar, maar door de krachtige en onvermoeide in
spanning van velen die ter hulpe waren gesneld is het nog
behouden gebleven. Als een bijzonderheid dient vermeld te
worden dat bij die gelegenheid in het geheel geen sterke drank
werd geschonken en toch allen in de beste orde en met de
meeste bereidwilligheid de behulpzame hand boden. Vinde dit
voorbeeld navolging op vele plaatsenwaar men veelal gewoon
is door sterken drank tot ijverige pligtsbetrachting optewekken.
Men verneemt dat de algemeeue vergadering van de
Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank
dit jaar te Gouda zal gehouden worden.
Zondag heeft er op het Hofcingel te 's Gravenhage een
treurig ongeval plaats gehad. Een knaapje van ongeveer II
jaren zich bukkende om een band vasttemaken bekwam op
dat oogenblik een duw van een ander jongentje. Daardoor viel
eerstgemeld knaapje in een kelderluik. Er uitgehaald zijnde,
kon hij noch staan noch loopen. Hij werd dadelijk opgenomen
bij den heer Weber, alwaar hij zoo veel men slechts kon op de
meest liefderijke wijze werd behandeld. Met een vigelarite naar
huis gebragt zijnde, bleek het na de komst van genees- en
heelkundigen, dat het knaapje ongelukkig het linker dijbeen
had gebroken.
Ds. VV. F. Loman te Vlissingen heeft het beroep naar de
Evangelische Luthersche gemeente te Amsterdam aangenomen.
De Eerw. heer Spurgeon van Londen is voornemens den
25sten of 26sten April aanstaande te Amsterdam te komen
prediken.
Ds. J. W. Felix te Katwijk aan den Rijn heeft voor het
beroep naar de Hervormde gemeente te Nieuwe Tonge bedankt.
Heden Dingsdag middag te 2 uur had de plegtige in
stallatie plaats van den nieuw benoemden rechter in de arr.-
rechtbank alhier Mr. J. J. Delbaere, laatstelijk advocaat en
plaatsvervangend rechter bij de arr.-rechtbank te Amsterdam.
Nadat deze door den griffier in de rechtzaal was binnengeleid
verkreeg de officier van justitie Mr. F. Pont het woord, die
ofschoon het nietfc noodig achtende telkens bij dergelijke ge
legenheden uitteweiden over de plaats gehad hebbende benoe
ming, toch in herinnering bracht, hoe Mr. J. J. Delbaere met
hem binnen Leiden de academische vorming genoten had, en
met lof de rechtspractijk in Neerlandsch Indie zoowel als
in de hoofdstad des rijks had uitgeoefend, op gelijken ge
vorderden leeftijd herwaarts terugkeerde, om een gewigtige be
trekking te aanvaarden, waarmede hij hem geluk wenschteen
bemoedigde met het vele goede dat hier te genieten vielein
digende met het gewone requistoir. De voorzitter liet daarop
door den griffier voorlezen het Koninklijk besluit der benoe
ming, uit welke voorlezing zou kunnen schijnen te blijken dat
aan dit, besluit de mede onderteekening van den verantwoorde
lijken minister ontbrak, indien niet de daarop gevolgde voor
lezing van het proces verbaal van eedsaflegging voldoende was
daaromtrent eiken twijfel te benemen. De Voorzitter Mr. J. van
Outeren hield daarop een voor onzen tijd en voor de heer-
schende omstandigheden hoogst merkwaardige redewaarin hij
met nadruk wees op het voorrecht, dat, onder veel strijd van
meeningen en beginselen op verschillend gebied, het vertrou
wen op het rechterlijk gezag bleef heerschen. Hij noemde dat
een gelukkig verschijnsel en ontwikkelde de gronden van zijn
meening in een uitvoerig betoog over den waarborg, dien de
wetgeving, zoowel die van de grondwet als van de burgerlijke