Binnenlandsch Nieuws.
Buitenlandsch Nieuws.
vormde Kerk den Kerkeraad de bevoegdheiddie in dat artikel
de Synode zich heeft voorbehouden, om nadere bepalingen te
ontwerpen omtrent de administratie der Kerkelijke fondsen en
de betrekking tusschen derzelver bestuurders en de Kerkeraden.
De Leidsche Kerkeraad mag geen onbekendheid voorwenden
met de daarvan reeds vervaardigde en aan zijn oordeel onder
worpen ontwerp-reglementen - met art. 70 N°. 5 waarbij aan
de Synodale Commissie een algemeen toezigt op de admini
stratie der Kerkelijke goederen wordt opgedragen- met art.
51 N°. 6, dat het verband regelt tusschen het Provinciaal Kerk
bestuur en het Provinciaal Collegie van toezigt. - met art.
43 N°. 6dat aan het klassikaal bestuur opdraagt het acht
geven op de administratie der Kerkelijke goederen- en met
art. 21, dat van de Kerkeraden alleen eischt een kennisgeving
aan het classikaal bestuur, wanneer zij verkeerdheden ontdek
ken in de administratie der Kerkelijke goederen. - Er is dus
veel geschied door den Leidschen Kerkeraad, waartoe hij niet
bevoegd was als men let op de menigvuldige bemoeijingen
die hij in zijn brief vermeldom een reglement in het leven
te roepen; een reglement, waarin veel voorkomt, dat lof en
goedkeuring verdient, maar ook dat zeer onvolledig is en een hoofd
gebrek bezit, dat haar oorsprong verraadt: de heerschzucht van den
Kerkeraad op een gebied, waarop hij niet te buis behoort,
zoolang hij niet bestaat uit door de gemeente zelve gekozen leden.
Z. M. heeft benoemd bij de landmagt tot apotheker van
de 3de kl. A. J. C. Geerts te Oudendijk.
De Minister van Marine heeft tot onder-equipagemeester
aan 's Rijks werf te Amsterdam benoemd den luit. ter zee van
de 1ste kl. van der Hegge Spies.
In de zitting van de Tweede Kamer van 17 dezer is
uitgebracht een nader verslag der commissie op de inlichtingen
op het adres van Mr. P. J. Schillemans te Amsterdam be
trekkelijk de uitleiding van den zich noemenden graaf d'Hom-
bres. Naar aanleiding van de besluiten der Kamer van 15 en
19 November 11. waren in handen der commissie gesteld vier
adressen betrekkelijk de uitzetting van den zoogenaamden graaf
d'Hombres, als: een van Mr. H. A. Hartoghofficier van
justitie bij de rechtbank te Amsterdam, twee nadere adressen
van Mr. P. J. Schillemansadvokaat aldaar, en een van C. de
Biehoofdcommissaris van politie ter dier stede; en zulks met
het verzoek, om aan de Kamer te berigten of hetgeen de
heer Hartogh beweert, naar het oordeel der commissie, mogt
kunnen leiden tot eenige wijziging van het door haar in de
zitting van 8 October des vorigen jaars uitgebracht verslag.
De commissie plaatst eenige opmerkingen op den voorgrond,
en verklaart daarbij//Zij is zich bewust, in de voorstelling
der feiten en de toetsing van deze aan het recht de grenzen
der eenvoudige waarheid en van een kalm en onpartijdig oor
deel niet te hebben overschreden. Op dien weg wenscht zij
voorttegaan en ook daarbij zich te bepalen."
Het rapport besluit aldus: //Als slotsom van haar onderzoek
kan de commissie op de haar door de Kamer gestelde vraag,
tot haar leedwezengeen ander antwoord gevendan dat het
adres van den heer officier van justitie, in stede van haar
terugtebrengen van haar vroeger voorstel, integendeel nieuwe
redenen heeft gegeven om daarbij te volharden. Het kan na
tuurlijk niet in hare bedoeling liggen het oogmerk, een mis
dadiger onschadelijk te maken, eenigzins te berispen; maar zij
moet desniettemin de middelen afkeurendie daartoe gebezigd
zijnen trachten een herbaalde aanwending daarvan te voor
komen opdat niet willekeur in de plaats trede van de wet.
De minderheid voegt er bijdat zij ofschoon niet in allen
deele zich vereenigende met de hierboven aangevoerde moti-
ven echter geene zwarigheid vindt om met het voorstel te
blijven instemmenook met het oog op de mogelijke wen-
schelijkheid eener nadere wettelijke voorziening."
De commissie bestaat uit de heerenvan Eek, Poortman,
Wintgens, Schimmelpenninck en Cornelis.
Yan de negen adspiranten voor de betrekking van com
mies van Staat hebben bij het Donderdag gehouden examen 7
aan alle vereischten voldaan, als Jhr. P. A. van der Velden,
Roetert Tak, G. E. Sichel uit 's Hage, Baron van Verschuur,
uit Arnhem J. van GilseJ. van Eijk en N. J. den Tex uit
Amsterdam.
Het provinciaal gerechtshof van Noord-Holland heeft
J. Thomassen visscher aan den Helder, wegens brandstichting
veroordeeld tot de straffe des doods.
De Koninklijke stoomweverij te Nijverdal heeft haar werk
reeds lang moeten staken. De uitdeelingen van spijs enz. aan
de arbeiders zullen weldra ophouden, zoodat men hun heeft
aangeraden elders werk te zoeken.
Te Amsterdam kwam een metselaar en opperman bij den
bewoner van een huil van wege den eigenaar om het dak te
repareren. Na eenigen tijd werkzaam te zijn geweest, gingen
zij schoften, maar bleven zoolang weg, dat men achterdocht
kreeg. Bij nader onderzoek bleekdat zij het lood waren ko
men stelen.
Een der lotelingen voor de nationale militie op een dorp
bij Hoorn is zoo zwaarlijvig, dat hij niet voor den militieraad
te Hoorn kon verschijnendaar zijn dikte hem niet vergunde
die reis te voet te maken, daar hij ruim 260 pond (130 Ned.)
weegt. De officier van gezondheid zal zich bij hem begeven
om hem te keuren.
De steen, die te Veendam tijdens het bekende luchtver
schijnsel gevallen en gevonden is en voor een meteoorsteen
gehouden werd is na een naauwgezet onderzoek door de hoog
leeraren Mulder en von Baumhauer bevonden geen zoodanige
steen te zijn.
De heer W. D. F. Schas te Zeist heeft bedankt voor
zijn betrekking van directeur der maatschappij Ultrajectum.
Beroepen bij de Hervormde gemeente te Nieuwe Tonge
Ds. J. W. Felix te Katwijk aan den Rijn.
Men spreekt er van, dat de aartsbisschop van Utrecht,
Mgr. Zwijsen die betrekking zal nederleggen en alleen blijven
bisschop van 's Hertogenbosch. De heer Schaepman zou hem
opvolgen.
Een bij het Departement van Koloniën ontvangen re
geringstelegram gedagteekendBatavia 14 Februarij, luidt:
//Het Zwitsersche gezantschap vertrekt morgenna zoowel
hier als binnen 's lands een maand te hebben doorgebracht.
Alles gaat voor het overige goed."
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Donder
dag des namiddags te 5 uur 42°, des avonds te 8 uur 36°,
te 10 uur 34°. Vrijdag morgen te 5 uur 33°, te 8 uur
39°, te 12 uur 49°, 's namiddags te 4 uur 44°.
-— De plegtigheid van het leggen van den eersten steen
voor het ruiterstandbeeld van Koning Friedrich Wilhelm III,
is zonder stoornis afgeloopen. Het weder was tamelijk gunstig.,
In een holte van dien steen is een oorkonde nedergelegd,
inhoudende de redenen waarom de tegenwoordige Koning den
wensch heeft gekoesterdom voor zijn vader een standbeeld
opterigten. De plegtigheid begon omstreeks 11 en was te 1
uur afgeloopen. Het feest werd o. a. bijgewoond door Prin9
en Prinses Frederik der Nederlanden en hunne dochter Prin
ses Maria. Ook de kleine 4jarige Erfprins heeftop den arm
zijns vaders, aandeel genomen aan het leggen van den steen.
Vlaggen zag men in de stad slechts hier en daar. De hoofd
stad werd uitsluitend vertegenwoordigd door het stedelijk be
stuur, een deputatie uit den gemeenteraad en uit den boezem
van het gild der borstelmakers. Alle overige gilden en corpo-
ratien hadden geweigerd deeltenemen aan een zaakwaarbij
aan de natie geen voegzame plaats was aangewezen. Het was
dus bloot een militaire vertooning, geen volksfeest.
Dingsdag morgen is te Brussel brand ontstaan in een
huis, welke spoedig gebluscht werd, maar de ongelukkige be
woner, die den avond te voren dronken was te hui9 gekomen
heeft echter den dood bij die ramp gevonden. Het was een
werkman, Antoon Cuijpers geheetendoch meer bekend onder
den naam van den man met de groote klompen. Toen hij 25
jaren oud was, had hij aan zijn vader gezworen, dat als deze
hem dwong van het meisje dat hij beminde, aftezien, hij zijn