1864, voortdurend zal worden bespeeld door een gezelschap voor grand opéraopéra-comique en vaudeville avec comédie accessoire. Tot leden der bedoelde commissie zijn benoemd dezelfde heeren die het rapport hebben uitgebracht, zijnde de heereu van Zuylen van Nijeveldt, de PintoWaldeck, van der Duyn en Verhuell. Sedert Zondag avond werd te 's Hage vermist een jon getje van ongeveer 13 jaren oud; de ouders en bloedverwanten waanden het verdronkente meerdaar de een berigtte het kind 's avonds aan den Noordwaleen ander aan de Boschbrug gezien te hebben. Dingsdag middag moest in de Groote kerk iets worden gerepareerd, en daar vond men den armen jongen. Hij was Zondag avond op een der kerkbanken in slaap ge vallen in plaats van naar de preek te luisteren en daarvoor was hij 42 uren lang in het kerkgebouw opgesloten geweest, zonder eten of drinken. Maandag avond is de huisvrouw van den heer K. op de Hooikade te 's Hage voorspoedig bevallen van twee zoons en één dochter. Kraamvrouw en kinderen zijn welvarend. De heer J. J. Cremer heeft Zaturdag avond te 's Hage in het locaal Diligentia een lezing gehoudenwaarvan het vol gende wordt medegedeeld in het Nieuw Dagblad van 's Gra- venhage 'Hij begint met ons te schetsen 't Leiden van 't voorheen en 't Leiden van 't heden. Heeft hij zelf gevoeld, dat indien op zijn juweeltje vlekjes worden aangetroffen, die daar moeten worden gezocht? Waar een halve bekentenis hem over de lip pen kwam, nemen wij die aan als een volkomen voldoening en volgen met hem op een killenijzigen December-morgen een drietal kinderen, van wier ontwaken we getuigen zijn ge weest uit een Leidsche achterbuurtlangs Hoogewoerd en Breêstraat, naar een stoom-wollen-deken-fabriekwaar zeden kost verdienen, niet voor zich, - want een glazige aardappel met azijn door de week en mosterd op den dag des Heeren is geen 'kost- maar voor een luijen vader en een slordige moeder, die benevens stevigen kost nog slechte jenever en walgelijke snoeperij, hoofdvereischten achten om te kunnen leven. Die wandeling en de woorden die ge opvangt, wat ge tusschen die kinderen ziet plaats grijpen, het feit, dat een tienjarige achterblijft op de straat, en een twaalf- en veertien jarige zich naar de fabriek reppen, om, wanneer ze te laat mogten komendaar niet beboet en uit dien hoofde t'huis niet geranseld te wordenze gunt u een blik te werpen in het leven van //kleine menschen" die op een uitnemenden weg zijn om heel vroeg den dood of de misdaad in de armen te vallen. Dat is zeker, dat het in het graf of in de gevangenis ligt be ter is, dan in die reusachtige fabriek, welker dorpel het twee tal weldra overschrijdt. Meesterlijk schetste spr. dat nijverheids paleis. Wijdie ze meermalen zagen in Noord-Brabant en Twenthe, menigmalen hebben ook wij ons afgevraagd, zoo als Cremer 't zich deed: //of dat moorden op groote schaal, dat moorden naar ziel en ligchaam dan maar ongehinderd en on gestraft in een Christenland zou mogen voortduren?" Aan schouwelijk, meer dan aanschouwelijk, ijsselijk waar, was die beschrijving; geen woord te veel, honderde woorden te weinig. Cremer gevoelt te diepom ter wille van het succesniet anderer gevoel te sparen. Hij doet 't ook als hij later, in den //schofttijd" met ons die kinderen weer huiswaarts vergezelt, als hij ons heen leidt naar den stroozak van een stervend kind alléén stervendwaar vader en moeder in de bedstede daar vlak bijsnorken onder den invloed van jenever en zorgeloos heid; hij doet het, als hij u 't beeld teekent van slecht ver zorgde, van geëxploiteerde armoeVoor zulke Leidsche armen is een kind een middel tot broodwinningvoor de Leid sche fabriekanten een tand in 't groote raddat den invloed der concurrentie verbrijzelen moet. 't Zijn donkere beeldendie de geniale spreker ons schet ste, wier sombere gloed alleen voor een wijle wordt afgewis seld door de helder lichtende figuur van den studentdie noble de coeur et noble de race, zich ontfermt over den ellendigen knaap, dien hij na een //feestje" (want mathesis-studerenwas het toch niet!) in den vroegen morgen huiswaarts keerende op een stoep slapende vindt. Gedoogde onze ruimte hetzoo gaarne zouden wij u ten deele doen genietenwat wij genoten bij dit in elk opzigt geacheveerde deel eener schetsdie 't om nog meer, dan om hare edele strekking verdientdat ze naverteld wordt! Cremer heeft aan zijn warm pleidooi ten behoeve van de kinderendie in de fabrieken met werken vermoord worden een epiloog toegevoegdwaarin hij zijn Bede geformuleerd heeft. Hij had zijn goede redenen om onze //Hoogmogenden" uittenoodigen hem te komen hooren. Van 's Lands wetgevers heeft hij een wet gevraagd - zoo als die reeds in 't practische Engeland bestaat - een wet, waarbij de leeftijd wordt bepaald waarop, en de uren gedurende welke dergelijke Paria's der beschavingopgroeijende nog erger dan de dieren des velds - want die eten ten minste genoeg - zullen mogen werken. Hun heeft hij het gebedendat ze toch iets doen zouden voor die kleinen Hij had er recht toe. Er zijn Nederlandsche kinderen die nooit gymnasiaal onderwijs behoeven te genietendie nooit middelbaar onderwijszuilen genieten, en toch ook toekomstige burgers van den Staat zijn. Hij heeft eere van de wijze waarop hij de algemeene aan dacht vestigde op een zaak, die, Gode zij dank! ook reeds vóór hem ten onzent zoo menig wakker en welsprekend be strijder heeft gevonden. Waar vele invloedrijken als aan zijn lippen hingen daar hopen wijdat voor hun oor zijn stem niet die eens roependen in de woestijn zal zijn geweest. Voor hen nog dit ééne. Cremer heeft een beeldschooue algemeen gevierde vrouw, die straffeloos kindermoord op kin dermoord pleegtgeplaatst tegenover een van die vele ramp zaligen die misleid en verlaten de band slaan aan het leven van het kind der zonde, en de misdaad boeten met het brand merk der maatschappijdie haar uitstoot en voor vele jaren achter kerkermuren sluit. De gevierde en gevleide, ongestrafte kindermoordenares heet hij //concurrentie." De greep is goed. ze maakte dan ook zigtbaar indruk. Toch achten wij ze niet ten volle waar. Concurrentie is in ons oog de kindermoorde nares niet. Zij is alleen de uitvoerster van het vonnis, dat geveld wordt door den oppermagtigen in onze materieele eeuw als aangebeden despoot, die //vrije handel" heet. Zoogenaamde vrije handel, tot in zijn uitersten consequentie's toegepast, moordt kinderen en menschen, moordt eindelijk eiken Staat, waar, gelijk hier, voor 't geen het land uitvoert niets wordt terug gegeven. Ten slotte, wij danken Cremer voor zijn wakkere, in dub belen zin edele poging. Mogt hij er goede vruchten van zien Mogten //'s Lands vaderen" eindelijk eens iets gaan doen voor 's Lauds kinderen. Niet alleen in de fabrieksteden schuilt de kwaal; ook ten platten lande verwoest die kinderlevens. Beeds vier jaren geleden waagde een ander Nederlandsch auteur iu het tijdschrift de Lectuur voor de Huiskamer, in een schets getiteld: //de schoenmaker van de Langstraateen poging ten behoeve van de kleinen, die in deze uitgestrekte streek, t'huis onder het oog der oudersdoor en ten behoeve van die ouders op den werkwinkel worden vermoord. Deze vroeg toen om verpligt onderwijs. Nog blijft hij bij zijne meening dat dit ge neesmiddel goed kan werken ook bij //fabrieks-kinderen." De Nederlandsche Spectator vermeldt als muzikale curiosi teit de uitgave van een Postzegel-galop. Dit in Londen ver schijnende 'muziekstuk is versierd met een titelblad waarop 42 verschillende postzegels in kleurendruk zijn afgebeeld. Te Purmerend is uit Londen aangevoerd een verbazend groote kaas, in Noord-Amerika gemaakt en aldaar onder den naam van Jack bekend; wegende ruim 450 Nederlandsche ponden. Heden Woensdag voormiddag, werd het stoffelijk over schot van den oud-hoogleeraar bij de rechtsgeleerde faculteit der Leidsche Hoogeschool Mr. H. W. Tijdeman ter aarde be steld op de begraafplaats te Leiderdorp. Het Leidsche Studen tencorps had de gebruikelijke eerbewijzingen tot begeleiding van den begrafenisstoet aangeboden waarvoor de familie beleefdelijk had_ bedankt ofschoon gevoelig ook voor dit blijk van hoog achting, die den overledene werd toegedragen. Eenvoudigmaar deftig bewoog zich de stoet, die uit drie rijtuigen behalve de lijkwagen bestondlangs een gedeelte van de stadom de Hoogewoerdspoort te bereikendie tot het stille landelijke kerk hof geleidt. Daar waren vele kweekelingeu der Leidsche Hoo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 2