Ëisenbahn-Gesellschaft thans iang zoo onhandelbaar niet was
als vroeger omtrent de lijn van Nijmegen tot aan de Pruissi-
sche grenzen. De commissie had de onkosten van dat traject
op 1 millioen galden geschat, de Eheinische Eisenbahn-Ge-
sellschaft meende, dat zij met 700,000 gulden kon worden
geëxploiteerd. Was de Nijmeegsche spoorweg-commissie in staat
die som bijeentebrengendan zou de Eheinische Eisenbahn-
Gesellschaft den weg exploiterenvoor onderhoud en materieel
zorg dragen en voor het gebruik van dat eind wegs 50 pCt.
van de bruto-opbrengst aan de eigenaren afstaan. Gebonden
door haar overeenkomst te Parijs kon door onze commissie
op dien oogenblik aan geen onderhandelen worden gedacht
toen evenwel het tijdstip der overeenkomst expireerde, besloot
de commissie in een vergadering van 19 Januarij het vaststel
len van inschrijvingen op het kapitaal van 700,000 gulden
door de Eheinische Eisenbahn-Gesellschaft verlangd. Op deze
wijze kan dan Nijmegen verbonden worden aan den grooten
spoorweg op den linker-Eijnoever. Wel legt de Gezelschaft in
alle gevallen den weg van Cleve naar Eltenmaar hoogst
belangrijk is haar de aansluiting van Nijmegen door den zijtak
wegens het overvloedige stoombooten-verkeer, dat aldaar plaats
heeft; en bovendien, is deze weg eenmaal gereed, dan zal de
weg naar 's Bosch wel niet achterwege kunnen blijvenzoodat
alsdan Nijmegen in den schakel Vlissingen-Keulen zou zijn
opgenomen.
Met de grootste belangstelling werd dit uitgebreid verslag
gevolgd niemand voorzeker onthield aan die eenvoudig ware
woorden zijn goedkeuring.
Thans las de secretaris, de heer van Eoggende oproeping
aan Nijmeeg's ingezetenen voor, welke later in druk werd
rondgedeeld. Zij behelst het plan der inschrijving en de be
rekening der fondsbelegging.
Men leest in het Tijdschrift voor Staathuishoudkunde
het volgende:
Geen handwerk is misschien meer stilstaande gebleven dan
onze schoenmakerijen. Onze schoenen en laarzen zijn duur
men gebruikt er in het algemeen geen dun en taaimaar dik
en zwaar leder voor. Naar de voldoening van een bestelling
moet men dikwijls weken achtereen wachten. Inmiddels heeft
dit handwerk in het buitenland groote vorderingen gemaakt.
Wanneer gij de werkplaats van Philippe Latour te Liancourt
of die van Gadillot te Parijs bezoekt, kunt gij daar eenige
duizende schoenen op éénen dag zien maken. Gij schrijft uwen
naam op een stuk leder, en wanneer gij dan vervolgens eenigen
tijd wilt besteden om de werkplaats in hare bijzonderheden te
bezigtigen en te verwijlen bij iederen werkman, die een af
zonderlijk gedeelte bewerkt met de meest doelmatige werktui
gen terwijl er een volkomene verdeeling van den arbeid plaats
vindt, dan ontvangt gij bij het verlaten van de fabriek uwe
schoenen met uw naam op de zool.
Wanneer in onze belangrijke schoenmakerijen aan de Lang
straat in Noord-Brabant de werklieden zich niet associëren
om gezamenlijk dergelijke fabrieken opterigten zal hunne oude
nijverheid van lieverlede te niet gaan. Een groot getal van
den fatsoenlijken stand hier te lande hebben reeds hunnen
vasten schoenmaker in Brussel, en het is niet onmogelijk dat
de commis-voyageurs der Fransche schoenfabrieken nog een
maal de grenzen overgaan, om ons volk de maat te nemen,
- Men leest in het Gemeenteblad:
De Eaad van Leiden heeft met 12 tegen 7 stemmen beslo
ten de eedsaflegging niet onvoorwaardelijk voorteschrijven.
Wij huldigen dat denkbeeld geheel. Het is reeds een treurig
verschijnsel, dat, zal een proces-verbaal kracht van bewijs heb
ben het op den ambtseed moet worden opgemaakt; het moest
voldoende zijn, dat de ambtenaar, ook zonder door een eed
gebonden te zijn, in zijn proces-verbaal iets verklaarde; in
den persoondie als ambtenaar wordt aangesteldmoest de
waarborg van rechtschapenheid zijn opgeslotenniet in den
eed vóór jaar en dag door hem afgelegd, niet in de woorden
#en is dit proces-verbaal opgemaakt op den eed bij den aan
vang mijner bediening gedaan." De maatschappij kan er slechts
bij winnen wanneer de goede trouw van den ambtenaar als
vast staande wordt verondersteld, maar dan ook bij de aan
stelling streng toegezien en zoo noodig met het ontslag niet
gedraald. Zoo kan er meer moraliteit bestaan dan door banden
als de eed. En al eischt de wetgever vooralsnog den eed van
den ambtenaar, speelt hij zelf als 't ware niet zelden met den
eed, zoo ligt daarin voorwaar geen grond om het getal eeden
noodeloos te vermeerderen.
Waartoe is de eed van den secretaris, van den gemeente
ontvanger, ja van zoo velen noodig? Is het niet alleen daarom,
dat de wetgever het wil? Zal die eed eenigermate op den goe
den braven ambtenaar invloed uitoefenen? Zou hij minder
goed zijn zonder dien eeden heeft het den ontvanger, die
met de kas wegging, die ontrouw werd, weerhouden? Boven
dien, die menigvuldige eeden verminderen het gewigt er van;
men wone slechts een terechtzitting bijheeft het afleggen van
den eed door de getuigen iets plegtigs? kan men bespeuren,
dat de rechter en de getuigen getroffen zijn door het gewigt
der handeling? Het heeft in onze dagen alle overeenkomst
met een formuliergebed. En dan de eeden voor de successie
wanneer een erfgenaam de aangifte der successiedoor den
notaris opgemaakt, waarvan hij hoegenaamd geen denkbeeld
heeft, zal en moet beëedigen? Niet zelden beseft de man,
dat hij niet weet wat hij doet, en moet ten zijnen opzigte,
ten einde hem voor de boete op het niet beëedigen gesteld,
te vrijwarennog overreding gebruikt worden om tot het af
leggen van den eed te bewegen. Er is meer: wat moet men
van een eed denken, waarvan de vorm, de handeling zelf
geen beteekenis heeften onbekend immers nergens beschreven
is? Pleit het voor een wetgever, die iets laat verrigtenterwijl
hij zelf niet weet wat het is? Wat beteekent dat opsteken van
twee vingers der rechterhand? Waar is dat voorgeschreven,
Waarom niet een vinger, waarom niet de geheele hand Waar
staat thans het gewigt van den eed beschreven Wanneer wordt
daaraan herinnerd?
En is het dan niet juist verstandig van een raad, wanneer
hij die ijdele vormen weglaat en den man aanstelt, dien bij
vertrouwt; van wien hij denkt, ja verzekerd is, dat hij zijn
pligten getrouw zal volbrengen, maar wanneer hij ook ontslaat
hem die zijn pligtook in het minste, verzuimt, of die op
eenigerlei wijze toont geen geweten, geen eerlijkheid te ken
nen? Hoe minder eeden er geschieden, hoe meer indruk de
eed zal maken. Het voorbeeld van den Eaad te Leiden mag
dus wel nagevolgd worden."
Beroepen bij de Hervormde gemeente te Marken de
kandidaat C. F. Gronemeijer, die echter voor het beroep heeft
bedankt; te Wolfaartsdijk Ds. J. H. Guldenarm te Oosthem;
te Sluis Ds. H. W. Eigeman te Hierden en te Gaast en Fer-
woude Ds. D. Niessen te Giessen en Eijswijk.
Aangenomen het beroep naar Breda door Ds. M. Hoog te
Beest en naar Broek op Langendijk door Dr. A. van der
Flier te Bunschoten.
Bedankt door Ds. W. Kraijenbelt te Scheveningen voor het
beroep naar de Hervormde gemeente te Oudewater.
Vrijdag avond werd in de Stads-Gehoorzaal alhier de
aangekondigde Tooneelvoorstelling der Typographische Vereeni-
ging: nLaurens Jansz. Coster" opgevoerd. Een goed bezette zaal
deed van de belangstelling blijken. De uitvoering was voortreffe
lijk allen hebben zich meesterlijk van hunne taak gekweten en
dikwerf de lachspieren in beweging gebracht. Vooral was dit het
geval in het nastukje»de Bloedzuigers of de Minnehandel in de
Apotheek." Met recht mag gezegd wordendat aan de uit
voering daarvan niets ontbrak. De rollen waren goed verdeeld,
en de gemakkelijkheid, waarmede het werd opgevoerd bewees,
dat de uitvoerders daarin recht op hunne plaats waren. Moge
het den Bestuurders en Leden dier Vereeniging tot aanmoedi
ging verstrekkenom de ingezetenen van Leiden van tijd tot
tijd op dergelijke tooneelvoorstellingen te vergastendan kan
het wel niet anders of het loffelijke doel daarmede beoogd,
zal goede vruchten dragen.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Vrij
dag des namiddags te 5 uur 47°, des avonds te 8 uur 46°,
te 10 uur 45". Zaturdag morgen te 5 uur 45°, te 8 uur
46", te 12 uur 51°, 's namiddags te 4 uur 47".
Buitenlandsch Nieuws.
Een schoolonderwijzer in Hanover, die kanarievogeltjes
fokte en daarin handel dreef, moest dit nalaten of voor zijn
t