N°. 887. Dingsdag 13 Januarij. A°. 1
Clodsdienstig en Kerkelijk, Plaatselijk en Alge
meen belang.
LEID SC if D A(BB L AD.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en ko9t voor
Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke Nora-
aier9 Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën1-6 regels f 0.75
Iedere regel meer 12J Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberigten van 1-4 regels f 0.90.
Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 85 Cts.
Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 5 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 9 m. en 9 u. 19 m.; naar
Haarlem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 ra. en 9 u. 14 m.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 8 u.; 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u.
45 ra. 'savonds te 8 u. 15 ra. Oost-Indisohe Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 7 en 23; over Marseille,
9 en 25; nog over Marseille 16 van elke maand, alsdan op het adres te plaatsen: Met de Fransche Pakketboot.
Rijks-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur 's m. tot 9 uur 'sav. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 8 uur 's m. tot 9 u. 30 ra. av.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgevieester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur.
Commissie van FabricagWoensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage de9 Zaturdags vau
111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. - Be Gemeente- Architect is te
spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 12 1 uur.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8 1 uur en van 36 uur; der In- eu Uitgaande Rechten en Acoijnsen
dagelijks van 9—1 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woeusdag en Donderdag van 92
anr. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.
(Slot.)
Welligt is er hier of daar bedenking opgerezenof het
werkelijk van algemeen belang te beschouwen is, wanneer wat
uitsluitend tot een bepaalde kerkelijke gezindte behoort, tot
een onderwerp van openbare behandeling wordt gesteld. Mis
schien ergert zich menigeen aan het bespreken in het open
baar van zulke punten, die meer van kerkdijken aard zijn en
bij de meer en meer zich openbarende scheiding van Kerk
en Staat moeilijk kunnen beschouwd worden van algemeen
maatschappelijk belang te zijn. Waarom vraagt men welligt,
een bepaald kerkgenootschap gekozen en tot mikpunt gesteld
wat waarlijk veel meer kwaad dan goed stichten kan
Uit dit oogpunt mogen onze beschouwingen niet worden
beoordeeld. Er was een tijd, dat men de zelfstandigheid der
diaconiën in gevaar zag van aangetast te worden door het
Staatsgezag in den vorm van een ijzeren wetdie een dwang
juk zou leggen op het diaconaal beheer en de kerkelijke be
zittingen zou oplossen in een algemeen armenfondswaarvan
de Staat zich het rentmeesterschap zou aanmatigen. Men was
bevreesd voor //een volledige inzage, toezigt en zorg van
Staatswege in en voor alle armenadministratiën zonder onder
scheid (hetzij dan voor als nog gesubsidieerd of niet), dat geene
maatregelen insluipen, die voor het algemeen nadeelig zouden
kunnen zijn. Dit behoort tot politie, te regelen in een arm-
wet. Men ijverde daartegen omdat men voor de naleving der
diaconie-reglementen altijd, althans eenigermate, een waarborg
achtte gelegen te zijn in het kerkelijk bestuur." En is het
dan zoo ongepast, dat men in rustige tijden, als de alarm
klok heeft opgehouden te luiden, eens onpartijdig onderzoekt,
of de waarborg, althans eenigermate, bestaat? Is het dan zoo
geheel zonder belang, aU men hoort klagen over een wet, die
de ondersteuning der armen geheel overlaat aan de kerkelijke
en bijzondere liefdadigheideens nategaanwelke waarborgen
men vindt, dat die pligtop welks behoud en eerbiediging
men zooveel prijs stelt, getrouw wordt vervuld? Armenzorg
toch is een zaak van algemeen belang, waarvan de grondwet
gever de regeling heeft opgedragen aan den algemeenen wet
gever
Wanneer men nu ontwaart, dat een kerkelijk armbestuur
zich alleen de zorg voor de ondersteuning van huiszittende
armen aantrekt, maar voor weezen en oudelieden zich meer
onverschillig betoont en, wat het beheer van diaconiale inkom
sten en bezittingen betreft, toezigt en verantwoordelijkheid als
bloote formaliteiten aanmerkt, openbaarheid schuwt en, water
toe leiden moet, zoo min mogelijk in de band werkt, - ja
//de diaconie als met een soort van heiligheid zou willen om
geven, zoodat men hen van alle regel, toezigt en verantwoor
ding zou willen bevrijden," dan is het niet ontijdig, als men
eens de zaken in het ware licht plaatst? Men keurt af de
belegging van armeufondsen in huizen, al zijn het ook arbei
derswoningen maar zij staan er toch en wie geeft waarborgen
dat men niet weldra van den aankoop van eenige duizende
hectaren grond in Grenada zal hoorenom landbouwkoloniën
te stichten? Op het gebied van het Nederlandsch Hervormd
kerkgenootschap, waar het clericalisrae in zijn ongunstige be-
teekenis troont, is geen zekerheid voor een doeltreffend beheer,
j zoolang de rechten der gemeenteleden niet worden erkend en
geëerbiedigd; scheiding van Kerk en Staat zal daar niet wor-
I den gezien, zoolang de geldknoop niet wordt losgemaakt; als
de invloed van het Staatsgezag wordt vervangen door de heer
schappij van het kerkelijk gezag is de waarborg verloren, die
Staatsregeling en Staatstoezigt eigendommelijk bezitten tot
wering van misbruikeu. Of is het feit, dat de Leidsche Her
vormde diaconie in 1861 met ƒ10,000 hare bezittingen kon ver
meerderen terwijl aan Weeshuis en Minnehuis meer dan ƒ30,000
ontbrak, om hunne uitgaven te kunnen bestrijden niet een on-
omstootelijke grondslag voor ons betoog, dat het algemeen
belang op het allernaauwst aan een onberispelijke kerkelijke
armenzorg verbonden is?