N°. 856. Vrijdag 5 December. A°. 1862. 's Rijks-Her barf um. LEIDSCH DAGBLAD. Prijs der Advertentiën 1-6 regels 0.75 Iedere regel meer 12{. Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels ƒ0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 5 m.; 12 u. 58 ra.; 6 n. 9 m. en 9 u. 19 m.; naar Haarlem en Arasterdam te 8 n. 51 m.; I n. 3 ra.; 4 n. 53 ra. en 9 u. 14 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Arasterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige dagen uitgezonderd de Zondag 5 u.; van Arasterdam (Beerebijt) naar Leiden dagelijks uitgezonderd de Zondag 2 u. Postbusligtingen aan de Lakenbal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat; 's morgens te 8 u.; 's middags te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 m. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 7 en 23over Marseille, 9 en 25; nog over Marseille 16 van elke maand, alsdan op het adre3 te plaatsen: Met de Fransche Pakketboot. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 9 12 en van 27 uur. Zondag van 89 en van 2 5 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 's m. 89 u. 30 m. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van FabricageWoensdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - President der Commissie van. Fabricage des Zaturdags van 111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks vau 104 uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. - De Gemeente- Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 9—10 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen dagelijks van 91 uur en vau 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9— 8 uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden ƒ1.95, en franco per post ƒ2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nora- mers Vijf Cents. III. De Minister vau Binnenlandsche Zaken zegt, dat de nieuw benoemde directeur meende, dat, wat hij gezien hadhet Her barium uitmaakte, maar dat hij, den eersten dag reeds toeu hij kwam, twee andere groote vertrekken vond van den bodem tot aan den zolder met pakken zoo als ze gekomen waren van 10 tot 15 jaren herwaarts opgestapeld, niet ontpakt, dus nog veel minder gedetermineerd en geschikt. Die ontdekking, zoo ze waarheid bevatte en geen bloote fantaisie was, zou aanlei ding en grond hebben kunnen geven tot een onderhoud met den conservator, vóór dat hij zijn ontslag bekwam. Maar dat ontslag dagteekent van vroeger dan de ontdekking schijnt te zijn geschied. Daarop rust dus het besluit tot ontslag niet, maar waarop dan De Minister verantwoordt zich daarop niet evenmin als op de vraag, die men doen kon: waarom Dr. van Hall dat feit der ontdekking niet is voorgeworpen? Een tweede ontdekking werd gedaan door een Amsterdamsch geneesheer, ook na de nieuwe benoeming. De vraagdie de Minister doet: »is dat werken in en voor het Herbariumom het toegankelijk en bruikbaar te maken?" moest evenzeer ge richt zijn geweest tot den conservator, opdat hij zich kon ver antwoorden. De Minister zegt: *ik wijt dat nu niet aan den jongman, die, onder zekere omstandighedenin het Herbarium is gebragt, maar aan de directie." Maar welke grief bestond er dan tegen dien jongman, die tien jaren lang in het Herbarium was werkzaam geweest, maar nu, plotseling en buiten de ge legenheid gesteld om zich te verantwoorden werd verwijderd Maar wat vooral bevreemding baart, is de verklaring en het oordeel van den Minister, dat de nieuwe instructie, in 1850 of 1851 gegeven, ten einde het Herbarium meer bruik baar en toegankelijk te maken, niet nageleefd schijnt te zijn? Waar is het bewijs te vinden voor zulk een beschuldiging waaromtrent de overleden directeur niet meer, maar de con servator toch nog wel verantwoording geven kan En dan nog, welk bewijs is er voor het beweren*wat gepaktis moet ont pakt, gesorteerd en gedetermineerd, van de doubletten moet een behoorlijk gebruik gemaakt worden;" alsof dit niet reeds geschied was en een voortdurend ouderzoek niet de dagelijk- sche taak van den directeur en den conservator was geweest! *'De conservator was niet noodig. Wij beoordeelen dat niet, maar vragen enkel of de Minis ter bevoegd is het Koninklijk Besluit van den 27sten Julij 1853 N°. 58, eigendunkelijk, gelijk geschied is bij beschikking van 16 Mei 1862 N®. 212, te veranderen of te wijzigen? In onze onnoozelheid op het gebied van het Staatsrecht meenden wij steeds, dat hetzelfde of een hooger gezag alleen de be voegdheid had een bestaande regeling te veranderen, te wijzi gen of intetrekkenmaar dat het geen Minister vrij stond aftewijken van een Koninklijk besluitdat de medeondertee- kening draagt van een Minister, krachtens het voorschrift van art. 73 der grondwet. En nu de nieuwe regeling. Niemand heeft er nog aan ge dacht om tej vragen wie de instructie van den Directeur heeft vastgesteld en in hoever dispensatie van een of meer der daarbij gegeven voorschriften door den Minister kan worden verleend? Niemand heeft er van gesproken, dat 's Rijks-Herba rium te Leiden veel nader is gebragt tot het botanisch ou derwijs aan de Utrechtsche dan aan de Leidsche Hoogeschool. De Minister is ontrouw geworden aan het beginsel dat hij in zijn missive van 27 Februarij 1852 N°. 165 (5de Afd.) hul digde, om namelijk het Herbarium bovenal dienstbaar te maken aan de opleiding en vorming van botanici te Leiden. De Mi nister miskent de verdiensten van den op zijn voordragt be noemden Hoogleeraar in de Botanie aan de Leidsche Hooge school, aan wien men de zorg voor het Rijks-Herbarium niet toevertrouwde. De Minister heeft geheel voorbij gejierTlvar^ii het organiek besluit van 2 Augustus 1815 i^bepnald ten<v\ aanzien van het toezigt en het bestuur der Rijksverzamelingen ten dienste van het hooger onderwijs en de bevoegdheid van 1 L~2' V. - - A*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 1